De herdenking vindt ergens in het bos plaats. Ik ken de weg niet hier dus ik laat me leiden, zoals meestal. Ik vraag me af waarom we niet gewoon naar de begraafplaats gaan, of waar de as is uitgestrooid. Of diegene had toch vast wel een lievelingscafé of zo. Misschien was het vroeger een boswachter.
Ik wist eigenlijk bar weinig van het gestorven familielid. Ava kon soms nogal mysterieus zijn over haar persoonlijke leven. Ze vindt het niet leuk om over zichzelf te praten. Zelfs als ze één ding vertelt over wat er op haar werk is gebeurd, zegt ze: “Jeetje, ik praat ook altijd over mezelf! Laten we het even over iets anders hebben.”

Ze kan soms sowieso erg stil zijn. Toen ik haar voor het eerst ontmoette en ze me vertelde dat ze ontzettend verlegen en onzeker was, had ik haar uitgelachen. “Ja hoor! Daar geloof ik dus echt helemaal niks van. Als je dit alleen zegt om minder luidruchtig te lijken, dan gaat dat niet werken hoor.” Daar had ik haar ontzettend mee gekwetst. Bij de eerste ontmoeting, goed gedaan Tristan. Maar ze had het me gelukkig snel vergeven toen ze er achter kwam hoe onhandig ik was.
Inmiddels weet ik ook wel een stuk beter wat ze bedoelt, met dat onzekere. Als we nu een leuk avondje met vrienden hebben gehad, vraagt ze constant of ze niet te obnoxious was, of dat ze niet te hard en irritant heeft gelachen, of teveel over zichzelf heeft verteld.

Vandaag is ze trouwens ook erg stil, terwijl we ons een weg banen door de bosjes. Misschien is ze nerveus, nu ik voor het eerst sinds jaren eindelijk bij de herdenking ben, hoe dat zal lopen. Ze kan wel zeggen dat ze denkt dat ik niets meer fout kan doen bij haar familie, maar ze weet vast dat ik altijd wel een manier kan bedenken om het bij iedereen te vergallen. Ze houdt misschien met veel dingen rekening, maar toch is zelfs zij niet altijd voorbereid op mijn vlagen van waardeloosheid, waar ik haar na al die jaren nog steeds mee kan verrassen. Maar ja, ze zeggen dat je je geliefde moet blijven verrassen, toch? Deed ik tenminste nog iets... goed.
Misschien is ze wel nog steeds pissig omdat ik niet geslapen heb en denkt ze dat vandaag waarschijnlijk niet erg belangrijk voor me is. Oh, shit.
“Hee uh...” begin ik twijfelend. Eigenlijk kan ik, als ik in zo'n staat ben als vandaag, het beste zo min mogelijk zeggen. Hoe onoverwinnelijk ik me twintig minuten geleden nog had gevoeld, zo zwak en onvast voel ik me nu. Mijn hart bonst ook als een gek en door het snelle lopen heb ik een onaangename steek in mijn zij. Dit soort momenten zijn altijd degene waarin ik alles verpest met een paar woorden.
“Zeg het maar gewoon,” zegt ze, met waarschijnlijk ook een paar van zulke situaties in haar hoofd.
“Ik heb niet... niet geslapen omdat vandaag niet belangrijk voor me is, hoor. Want dat is het wel.”
“Waarom dan eigenlijk niet?” wil ze weten. “Wat was er vannacht dan zo leuk, dat je zo nodig op moest blijven?”
“Ach ja, je weet hoe dat gaat...” begin ik, maar ik zie aan haar ernstige gezicht dat ze een geldige reden wil horen waarom ik nu brak en nutteloos aan kom zetten. “Ik was bezig aan een nieuw nummer...” zeg ik terwijl ik denk aan de twee minuten dat ik mijn gitaar vast heb gehad. Het was wel echt mijn plan geweest, maar zoals meestal eindigde dat in muziek luisteren 'voor inspiratie', een beetje stomme filmpjes kijken, Reddit lezen, games doen en chatten. De tijd gaat soms gewoon zo snel voorbij, en dan is het ineens licht. En dan denk je, 'als ik nu eventjes twee uurtjes ga slapen, wordt ik nog vertiefter wakker', omdat je eigenlijk nog helemaal geen zin hebt, maar het is natuurlijk nooit echt waar. Had ik maar eventjes geslapen nu.
“Oh, leuk. Ja, als je eindelijk inspiratie hebt moet je eigenlijk wel even doorgaan.” Ze zegt het niet beschuldigend. Ze is zelf super creatief, veel meer dan ik, dus ze weet heus wel hoe het is als je ineens gezegend wordt met wat hyperfocus. Jammer genoeg gebeurde dat gisteren niet bij mij. Tenminste, het was er wel, maar het werd niet aan iets goeds besteed. Focussen op mijn spel en mijn gesprekken met vage internet mensen lukte bijvoorbeeld wel erg goed.
“Heeft het al een naam?” wil ze weten. “Daar begin je vaak mee, toch?”
“Eh, ja...” Ik wil eigenlijk zeggen dat het nummer troep was en dat ik heb besloten een andere richting in te gaan, maar mijn hersenen willen niet meewerken en ik heb geen idee meer welke woorden ik moet kiezen. Terwijl ik daar over nadenk, besef ik me dat het nu alweer te laat is om terug te krabbelen, omdat ze dan vast denkt dat ik gelogen heb.
Ik graaf even in mijn geheugen, wat op dit moment best lasting is, naar een nummer wat ik al een paar jaar heb liggen maar waar ik nog steeds niet heb afgemaakt. Daar zijn er wel een paar van.
“Ik denk dat het Emotioneel Incontinent’ gaat heten. Het komt op Shitting in the Dark.” Hopelijk heb ik deze niet eerder gebruikt. Shitting in the Dark wordt wel een héél lang album met alle smoes-liedjes die ik al heb bedacht. Als ik nou net zo gemotiveerd was voor liedjes schrijven als voor het verzinnen van smoesjes, had ik al een stuk meer bereikt.
“Nou, ik ben benieuwd, laat maar horen als het klaar is!”
Hopelijk vergeet ze het.

Godver, dit is helemaal niet hoe ik wilde dat dit gesprek zou lopen.
Ik had haar willen uitleggen dat, júist als ik de volgende dag een belangrijke activiteit heb, ik besluit om heel dom te zijn en het mezelf moeilijk te maken door niet te gaan slapen. Als een soort achterlijke manier van mezelf saboteren, om wat voor reden dan ook. Alles lijkt dan ineens van levensbelang, en dit had ècht niet op een ander moment gekund, het moet nu! Maar uiteindelijk zit je gewoon de hele nacht te computeren, net zoals altijd. Heb je niets gedaan wat er toe doet, behalve je lichaam nog wat meer schade aanbrengen.
Maar ik krijg het er niet uit. Ik vertel het haar nog wel een keertje, als ik in een wat betere staat ben. Hopelijk vergeet ik het niet.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen