Hoofdstuk 1 Sophie

Ik zit op de stoel in de woonkamer en kijk naar buiten, waar het heel hard regent en onweert. Meestal zijn mensen bang voor onweer. Maar ik niet, ik ben voor andere dingen bang. Ik zie dat de herfstbladeren in verschillende kleuren op de grond vallen.
En opeens weet ik het weer, over wie ik ben en wat ik doe. Door de medicatie ben ik vergeetachtig geworden, zoveel bijwerkingen van de medicijnen het is moeilijk over te zeggen hoeveel bijwerkingen het er zijn.
Ik hoor voetstappen en ik weet dat het mijn vader is. Hij kijkt me vragend aan.
"Weet je alles weer?" vraagt hij met een schorre stem. In de kamer is een nare sfeer aanwezig en stilte.
Ik knik, maar niet blij, juist heel angstig, omdat mijn verleden best heftig was. Ik ben namelijk ziek en ik word nooit meer beter. Ik heb PTSS en Borderline, een angststoornis.
De dokters zeggen van wel maar ik geloof sterk dat dat een leugen is.
Mensen liegen wel eens vaker tegen me.
"Hoe is het met mijn vriendin Femke?" Ik keek me vader met traan ogen aan en knuffelde hem "en met mama?"
Mijn vader tikt op mijn schouder. "Goed, ze zijn veilig. Jij ook."
Ik kijk hem boos aan. "Het is oneerlijk, dat mijn moeder zo'n groot oordeel heeft over mij."
Ik dacht dat Femke dat niet had ,maar blijkbaar wel. Ik weet zeker dat mijn eigen vader er ook zo over denkt.
De hele wereld denkt zo over mij , in mijn hoofd voelt alles duister en moeilijk en zwaar. Elke dag weer een nieuwe dag.
Waarom voel ik me zo depressief? Ik denk echt dat als het ziekenhuis me beter had onderzocht dat ik ook nog eens depressie had gekregen als label, want ja, aan alles wordt een label gegeven.
"Ik ben moe ik ga slapen."
Mijn vader kijkt me aan. "Dat heb je al zoveel gedaan. Je bent hartstikke jong. Ga wat leuks doen."

Ik ga de woonkamer uit en ren de trap op naar mijn kamer. Boos doe ik de deur dicht. Ik zie het even niet meer zitten. Ga ik op me bed zitten, ik pak mijn mp3 speler en speel daar muziek af.
Ik kijk om me heen en voel me ontzettend onrustig. Ik tik met mijn voeten op de grond, ik kan niet stil blijven zitten ik loop naar mijn witte bureau, dat al vol ligt met mijn houtskool krijtjes en papier. De enige manier om mijn boosheid te verwerken is tekenen...
Ik wil contact met mijn moeder maar ondanks heel veel appen en bellen, kan ik haar niet bereiken. ik check mijn telefoon toe. Nee, nog steeds niks.
Maar wel een appje van Femke. Mijn hart klopt hard en een stem in mijn gedachten zegt: niet naar kijken, stomme trut die je bent. Ik ben nog steeds boos op mezelf.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen