Hoofdstuk 11
‘Dit is de enige die ik ken.’ Merlijn had een dik toverdrankenboek opengelegd en tikte met zijn poot op de tekening van een roze brouwsel. ‘Maar veel van de ingrediënten zijn denk ik niet in Holtgaard te vinden.’
Orion keek er peinzend naar. Zijn blik ging langs de lijst en hij trok zijn neus op toen daar vlinderdraakjesvleugels stond. Hij kon zich niet voorstellen dat iemand in Holtgaard daar aan kon komen, laat staan Fleur. Ze was gewiekst en bereid om tot het uiterste te gaan – maar hoe zou ze aan die vleugels moeten komen? Hij zag haar niet stiekem het woud intrekken, wetend dat er een verbanning boven haar hoofd hing als ze betrapt werd. Ze sommeren met behulp van magie kon ook niet – die herinneringen zouden worden uitgelezen en ook daar zou ze voor gestraft worden.
Het zou kunnen dat ze in het geniep met een banneling afsprak. Iemand zoals Luther zou daar geen problemen mee hebben. Maar weer had je daar die sociale controle. Tenzij ze met haar herinneringen sjoemelde, zou ze ook daarmee door de mand vallen.
Zou ze zover gaan?
Hij beet op zijn wang en slaakte een lange zucht. ‘Ik zie wat ik wil zien, hè?’
‘Jullie hebben nog te weinig interactie gehad om daar conclusies uit te trekken.’
‘Hij zei het zelf. Dat het door mij kwam.’
‘Misschien is het een soort allergie. Iets wat je bij je draagt.’ Hij aarzelde even. ‘Een schaduw die aan je kleeft.’
‘Locke?’ Hij gromde. Het zal eens niet. Toch knaagde die verklaring aan hem. ‘Het begon al voordat hij mij had gezien. Toen hij nog onderweg was.’ Hij steunde met zijn kin op zijn vuist en keek weer naar het toverdrankrecept voor hem. ‘Dit boek is al meer dan honderd jaar oud. Ze kan dit als basis hebben gebruikt en er haar eigen draai een hebben gegeven. Ermee hebben geëxperimenteerd.’ Niet dat hij Fleur ooit als zo’n begiftigde menger had beschouwd, maar wie weet waartoe ze zich in de afgelopen vijf jaar had ontwikkeld. ‘Goed, laten we aannemen dat hij niet onder invloed van een liefdesdrank is, en dat het ook geen reactie is op Locke. Wat kan het nog meer zijn, als het wel overduidelijk verband houdt met mij?’
Merlijn keek rond, zijn blik tastte de vele boeken af. De meeste ervan had hij gelezen en met zijn onfeilbare geheugen wist hij precies wat waar stond. ‘Het kan ook verband houden met die verdwenen herinneringen,’ peinsde hij. ‘Iets heeft voorkomen dat die van hem ook verdwenen zijn. Een soort blokkade. Heeft hij een sterke herinnering aan jou? Een verbonden herinnering waar zijn andere herinneringen zich misschien aan vastklampen? Iets wat het normale proces verstoord, wat zich in fysieke klachten uit?’
Orion dacht aan hun korte kus op het afstudeerfeest. Voor hém was dat een sterke herinnering – maar voor Cody? Hij betwijfelde het. Het was iets waar Orion al jaren naar verlangd had en hij had Cody ermee overrompeld. Het was bijna een wanhoopsdaad geweest en Cody had enkel gepreveld dat hij dit niet kon maken, dat hij samen was met Fleur.
Het had hem niet op magische wijze van die griet losgetrokken.
‘Ik denk het niet,’ mompelde hij. ‘Hij woonde dan wel permanent in míjn hoofd, maar dat was andersom niet zo. Er zijn personen waar hij veel sterkere herinneringen aan heeft.’
‘Personen die ook hun herinneringen kwijt zijn. Ik vermoed dat ze alleen blijven als ze verbonden zijn met iemand die buiten Holtgaard woont. Iemand die zijn herinneringen nog wel heeft.’
‘Maar waarom is Cody dan de enige? Mijn ouders laten ongetwijfeld zo snel mogelijk hun herinneringen aan me los, maar Nova?’ Het had het hart van zijn zusje gebroken toen hij moest vertrekken. ‘En zo zijn er meer in Holtgaard die verbonden zijn met een banneling.’
‘Misschien durfden die niet toe te geven dat ze hun herinneringen niet hadden, uit angst dat de anderen hen zouden wantrouwen. Ik kan me niet voorstellen dat Cody met iedereen afzonderlijk gesproken heeft.’
Daar kon Orion niet veel tegenin brengen. Hij slaakte een zucht en leunde naar achteren. Hij had gehoopt dat Cody’s kwalen door magie tot stand waren gekomen, dan kon hij het ook met magie verhelpen. Dit klonk… gecompliceerd. Hij had geen idee hoe hij Cody kon helpen als de oorzaak in zijn hoofd zat en zijn lichaam reageerde op het feit dat hij zich aan een paar laatste herinneringen vastklampte.
‘Goed. Deze theorie moeten we dan testen. Ik weet zeker dat mijn zusje dan ook haar herinneringen heeft: ik moet weten of hij haar gesproken heeft. En of die ene herinnering dan echt wat voor hem betekent.’
Orion verliet de oude studeerkamer en keek om het hoekje van zijn slaapkamerdeur. Cody sliep, hij hoorde zijn diepe ademhaling. Dan moest het wachten. Hopelijk knapte hij op van een goede nachtrust.
Het was ook al laat – en hij was ook moe door de lange tocht. Hij waste zich in de tobbe en nestelde zich daarna beneden op de bank, waar Spekkie en Basil zich algauw tegen hem aan nestelden.
Er zijn nog geen reacties.