Hoofdstuk 3
. . .
Yoghurt met zelf geplukte aardbeien en bramen, crackers met geitenkaas en honing, en versgebakken brood met kruidenboter en walnoten. Cody kon zich geen beter begin van de dag indenken. Buiten in het vroege ochtendzonnetje genoot hij van zijn ontbijt en nipte hij van de dennennaaldenthee. In het hoge gras gonsden de krekels, die de kwetterende vogels met hun lied probeerden te overstemmen.
Een gelukzalige glimlach zakte om zijn lippen. Een paar dagen geleden spookte het idee nog door zijn hoofd om Fleur bij hem in te laten trekken. Nu vond hij het toch wel lekker om hier gewoon in zijn eentje, op zijn dooie gemakje te ontbijten.
Fleur had meteen de plannen van de dag willen doorspreken. Stilte werkte haar op de zenuwen, terwijl Cody daar juist kalmte in vond. Luisterend naar de natuur voelde hij een tinteling rond zijn vingertoppen ontwaken. Hij had zin om te schilderen. In gedachten vulde hij het witte doek al met de krulhazelaar waar hij op uitkeek. Duimgrote pixies dansten over de kronkelende takken. Hun gouden vleugels lichtten op in het zonlicht en hun stemmen waren als tinkelend glas – breekbaar en helder.
Het beeld werd steeds gedetailleerder. Vreemd, want hij kende pixies alleen uit verhalen en opeens wist hij zeker dat ze er zó uitzagen, met ogen die te groot voor hun gezicht leken en messcherpe tandjes. Heel anders dan de vlinderachtige wezentjes met de poppige gezichten die hij tijdens zijn studie in de geschiedenisboeken had gezien. Net als van de meeste wezens die in het bos leefden, was er weinig over pixies bekend. Niet gek natuurlijk, als het de dorpsbewoners verboden werd om de bossen in te gaan. Soms ving iemand een glimp op aan de rand van het woud, maar door een stilzwijgende, eeuwenoude afspraak kwam geen van de boswezens ooit in het dorp.
Het was iets wat Cody altijd al had geïntrigeerd. Hij wist niet precies hoe die afspraak tot stand was gekomen, of hoe die in stand werd gehouden. De enige uitwisseling die er tussen het dorp en het woud plaatsvond, was de overdrachtsrite die iedere dorpeling op zijn tiende levensjaar onderging. Op die leeftijd schonk het woud wat van zijn magie aan hen. Ze mochten dan een tak lossnijden aan de rand van het woud en van de magie die daarin huisde gebruikmaken.
Het bord, schaaltje en theeglas waren leeg. Cody kwam overeind en liep naar de rand van het terras, waar hij de vorige avond zijn toverstok in de aarde had gezet. Hij had weer voldoende magie uit de bodem onttrokken om vandaag drie spreuken te kunnen gebruiken.
Cody’s handen tintelden nog steeds, zij het minder fel dan net. Het verlangen om te gaan schilderen kwam opnieuw omhoog. Het moest echter wachten. Over een half uur zouden de eerste vaste klanten voor de deur staan en nog niet was gereed.
Petunia stond altijd om klokslag negen uur in de winkel om een verse theemix te halen die de altijd aanwezige pijn in haar onderrug verlichtte.
Vandaag niet.
Orfus, zijn oude leraar getalkunde, kwam doorgaans vlak daarna, samen met zijn tamme wolfshond. Hij dronk dan op het kleine terras aan zijn theewinkel een kop kruidenthee terwijl Oude Wammes de grond omspitte en naar grondparels speurde.
Ook hij liet zich deze ochtend niet zien.
Verdwaasd krabde Cody zich in zijn haar. Dit was hem nog nooit overkomen – zeker niet met zulk stralend weer. Was er iets gebeurd? Was hij zo erg in zijn werk opgegaan dat hij de dorpsgong had gemist?
Cody stapte naar buiten toe. Ergens, een paar huizen verderop, hoorde hij verhitte stemmen. Het pad door de kruidentuin was leeg. Heerste er misschien een besmettelijke ziekte waardoor er zich vandaag nog geen klanten hadden laten zien?
Misschien dat zijn tante wel bezoek had gehad. Hij stak het terrein over en fronste toen de deur van haar atelier gesloten was. De ramen waren ook dicht. Vreemd, want bij het brouwen kwam er altijd veel rook vrij. Hij drukte zijn neus tegen het glas en keek naar binnen.
Er was niemand. Geen klanten, en ook zijn tante zelf niet.
Met een drukkend gevoel in zijn maag liep hij om de brouwerij heen naar het huisje waar hij was opgegroeid. Hij liet zijn vuist tegen het hout van de deur roffelen. ‘Lavinia? Tante?’
Er kwam geen reactie.
Het drukkende gevoel nam toe. Hij draaide de deurknop om en stapte naar binnen. De planken kraakten onder zijn voeten terwijl hij door het halletje naar de woonkamer liep.
‘Tante?’ probeerde hij nog eens.
Hij hoorde iets verschuiven, iets kletteren. Cody versnelde zijn pas en liep de woonkamer in. Daar was niemand. De keuken dan. Hij ging naar rechts, waar hij na een paar stappen zicht kreeg op het aanrecht. Een la stond open en daarnaast stond zijn tante.
‘Scheer je weg!’
In haar handen hield ze een broodmes.
Cody verstarde. Met grote ogen keek hij naar zijn tante. Ze droeg haar nachthemd en haar donkerblonde haren piekten alle kanten op.
‘Tante? Wat is er aan de hand?’
Lavinia kneep haar ogen tot spleetjes. Ze klemde haar vingers nog steviger om het mes. ‘Mij houd je niet voor de gek!’
Cody deed zijn best om zijn ademhaling onder controle te houden. Hij kon zijn ogen niet geloven: zijn tante stond echt met een mes in de keuken en haar verwrongen gezicht maakte duidelijk dat ze niet bang was om dat te gebruiken.
Langzaam hief hij zijn handen en deed een paar stappen achteruit. ‘Waarom bent u niet het atelier aan het werk?’ Misschien hielp het als hij de aandacht ergens anders op focuste.
Ze fronste. Liet het mes voor een fractie van een seconde zakken, voor ze hem weer hoger hield. Haar blik liet de zijne niet los. ‘Ik weet niets van een atelier.’
Ze wist niets van haar werkplaats? Hoe kon dat nou?
Een wee voorgevoel drong zich naar voren. ‘En mij? Herkent u mij?’
‘Nee.’ Ze hief uitdagend haar kin. ‘Jou heb ik nog nooit gezien.’
‘Ik kan bewijzen dat dat niet waar is.’ Zijn hart bonkte verder met zware slagen die door zijn ribben trilden. Als ze hem nu evengoed wegjoeg… ‘Er hangt een schilderij van ons,’ drong hij voorzichtig aan. ‘Boven de haard.’ Hij zette nog een paar passen achteruit, de woonkamer in, en gebaarde dat ze met hem mee moest lopen.
Haar luide ademhaling verried de worsteling die ze moest voelen. Ze was bang. In de war. Logisch natuurlijk, als je belangrijke herinneringen verloren was. Er moest vannacht iets mis zijn gegaan in de herinneringenkluis.
Lavinia liet het mes niet los. Wel deed ze een paar aarzelende stappen. Ook Cody liep verder de huiskamer in, zodat ze niet te dicht bij hem hoefde te komen. Voor de schouw bleef hij staan. Daar hing het schilderij dat hij haar een paar jaar geleden voor haar vijftigste verjaardag had gegeven. Ze waren samen bezig in de kruidentuin, hun handen vuil van de aarde, met donkere strepen over hun gezicht en glimmend zweet op hun voorhoofd. Ze lachten, en niet alleen met hun lippen.
Eén blik op de schildering riep bij hem talloze herinneringen op, van alle jaren dat ze hem onderwezen had in kruidenkunde. Hoopvol keek hij opzij.
Van Lavinia’s gezicht straalde geen herkenning af. Ze bestudeerde het, haar hoofd ietsje schuin. ‘Wie zijn dat?’
Die drie woorden waren als een stormwind die hem tegen de vlakte probeerde te slaan. Hij staarde haar onthutst aan. ‘Dat ben ik.’
Ze keek heen en weer, knikte toen bedachtzaam. ‘Hmm. Ik zie de overeenkomsten, ja.’
Cody voelde een dikke brok in zijn keel verschijnen. Het lukte hem nauwelijks om zijn stem erlangs te wurmen. ‘En die ander bent u, tante.’
Haar frons verdiepte. Ze zette een stap dichter naar de schouw toe. ‘Dat ben ik?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Nee hoor, dat ben ik niet.’
‘Wie bent u dan wel, tante?’ Met ingehouden adem wachtte hij op haar antwoord.
Het duurde lang voordat dat kwam. Traag liet ze het mes zakken. ‘Ik – ik weet het niet,’ stamelde ze.
Cody liet zijn adem ontsnappen. Ze oogde nu in ieder geval verslagen in plaats van agressief.
‘Kom, ga aan tafel zitten.’ Hij gebaarde achter zich. ‘Ik zal een pot kamillethee zetten. Ik denk dat er vannacht iets in de herinneringenkluis is gebeurd waardoor u uw herinneringen kwijt bent.’ Hij liep langs haar heen en schoof een stoel naar achteren, voor het geval ze zich ook niet kon herinneren wat een tafel was.
‘De herinneringenkluis? Ik… mijn hoofd… het is allemaal zo wazig.’
Cody slikte moeizaam. Hij wist een trieste glimlach op te brengen. ‘Ik weet het, tante. Ik zal uitzoeken wat er aan de hand is. Kom, ga eerst even zitten.’
Ze schuifelde naar hem toe, leek opeens jaren ouder. Aarzelend plaatste hij een hand tussen haar schouderbladen zodra ze plaats had genomen.
‘Ik zal thee voor u maken,’ zei hij nogmaals. ‘En dan zal ik alle vragen beantwoorden die u heeft.’
Reageer (2)
Cody is living the real hobbit life!
1 maand geledenAhw die arme tante ook.. Ze geeft me wel Hocus Pocus-aunt vibes haha
Ik vind dit tot dusver echt een leuk verhaal
1 maand geleden