Level 39


De paarden stonden nog precies waar ze hen hadden gelaten, rustig grazend in de veiligheid achter de heuvel. Nadat hij even in het zadel had gezeten, slaakte Reyan een diepe zucht, alsof hij nu pas de spanning van afgelopen uren kon loslaten. Het scheelde ook dat zowel Fay als Kyrin weer helemaal opgeknapt leek en ze zonder problemen het bos konden verlaten. En hoewel zijn lichaam de ontspanning en stilte van harte ontving, bleef zijn hoofd overuren draaien. Wat kon de bron zo hebben beïnvloed? Het was magie, ongetwijfeld, maar geen magie die hij ooit heeft ervaren. Het voelde.. aangetast, alsof er een heel nieuw soort magie was ontstaan.
Ze waren nog niet heel ver bij de Bludhoofvelden vandaan toen in de verte een groepje ruiters op hen afstormde. Reyan vernauwde zijn ogen, maar Sohra’s blik was scherper. Ze zat kaarsrecht terwijl ze naar de groep wees, die in hun kielzog een stofwolk achterliet. ‘Het is de man uit het dorp,’ zei ze en spoorde haar paard aan.
De ruiters kwamen hen met bleke gezichten tegemoet rijden. Hun ademhaling was gejaagd toen ze de paarden aan de teugels trokken en de dieren trappelvoetend bij hen tot stilstand kwamen. ‘We zijn zo blij dat we jullie hier treffen,’ zei de man van het dorp hijgend, zijn gezicht rood van de inspanning. ‘Het spijt ons ontzettend, maar-’ Hij slikte moeizaam, alsof zijn keel kurkdroog was. Reyan bood hem zijn veldfles aan en de man nam een paar flinke slokken. Dikke druppels stroomden langs zijn kin. Een jonge man naast hem kneep zijn dorpsgenoot in de schouder en keek Reyan ernstig aan. ‘Een dorp verderop– ze zijn aangevallen.’
Er ging een schok door Reyan heen. Hadden de bludhoofs weer een dorp aangevallen? Ze waren daar vlakbij – hoe konden ze dat hebben gemist?
‘Een groep jongeren kon ze ontvluchten,’ vervolgde de man terwijl hij Reyan de veldfles terug gaf en zijn mouw langs zijn kin veegde. ‘Ze zeggen dat het een party is – een corrupte party.’ Dat was niet wat Reyan verwacht had te horen.
‘Het spijt me zo verschrikkelijk. Ik wil jullie niet opzadelen met onze problemen, maar ze zijn doodsbang. We wisten niet waar ik anders naartoe kon. Ik ben dankbaar dat we het bos niet hoefden te betreden om jullie te zoeken.’
‘Jullie hoeven je niet te verontschuldigen.' Reyan reed Eryx dichterbij en keek de man recht aan. ‘Er zijn vreemde dingen gaande. Ga terug naar het dorp, zorg voor die mensen en blijf weg van de Bludhoofvelden.’ Hij keek over zijn schouder. ‘Welk kant moeten we op?’
‘Oostwesten.’ De man wees met trillende vinger. ‘We gaan met jullie mee. Deze mensen hebben hulp nodig. Het is niet ver.'
Reyan keek de groep rond. ‘Blijf bij ons in de buurt.’ Hij draaide Eryx, wierp zijn groep een vastberaden blik. Sohra slaakte een zucht terwijl ze haar paard keerde. ‘Je zou eens denken dat we gewoon een queeste kunnen afmaken.’
Reyan probeerde niet te grinniken. Hij drukte zijn hakken in Eryx flanken en stormde richting het dorp.
De gehele weg dat ze naar het dorp galoppeerden, rammelde Reyans hart zo snel in zijn borst dat het bijna gelijk trok met het denderen van Eryx’ hoeven. Zijn laarzen raakten de grond nog voordat Eryx bij het dorpje volledig tot stilstand kwam. De geur van bloed hing zwaar in de lucht. Kinderen huilden, gewonden kreunden klagend. Sommige keken op toen hij het dorp in rende en angst vulde hun ogen, alsof Reyan hen elk moment kon bestormen. Reyan kon met een blik zien dat dit niet de Bludhoofs waren geweest - de wonden waren nette snedes van zwaarden en punctiewonden van pijlen. Hij dankte de hemel dat er niet veel gewonden waren, voornamelijk mannen die ongetwijfeld hun geliefden hadden geprobeerd te beschermen.
Reyan hief zijn handen in een vredelievend gebaar. ‘We komen helpen.’ Dat leek iets van geruststelling onder de mensen te brengen, maar niet iedereen leek even goed van vertrouwen.
‘Jullie soort heeft al genoeg schade toegebracht,' brulde een man die een bebloede lap tegen zijn rechteroog drukte. De man uit het dorp stapte voor Reyan, zijn ogen groot en zijn handen geheven. ‘Nee,’ riep hij, ‘Reyans groep is hier op mijn verzoek - om jullie te helpen.’
Reyan maakte zijn buideltje met helingselixers los van zijn riem en drukte deze in de handen van de man. ‘Ze gaan Grimmers nu even niet vertrouwen,’ sprak hij op gedempte toon. ‘Zorg voor hun gewonden. Wij gaan achter de party aan.’
De man knikte resoluut. Reyan wendde zich tot de dorpelingen. ‘Welke kant ging de party op?’
Een jong vrouw haalde haar handen uit een bloederode emmer water en wees richting de bosrand. ‘Ze stormden die kant op, het bos in. Nog geen minuten geleden.’ Ze wees met een trillende vinger naar een smal pad tussen de bomen, waar de aarde nog los lag van de haastige voetstappen. ‘Ze overnachtte in mijn taverne - dronken zich helemaal klem en verdwenen hun kamers in. Uit het niets stormden ze naar beneden en vielen ons aan.’
Reyen deelde een korte blik met Fay. Hij gaf een knikje richting het bos. ‘We gaan te voet.’
Ze schoten het bos in en volgden de voetsporen. De geur van dennen en vochtige aarde drong de doordringende geur van bloed uit zijn neus. Hij hield zijn blik scherp op de diepe voetstappen in de modder en de vertrapte takjes op de grond. Tot de voetstappen minder diep werden en Reyan hijgend vaart afnam, zijn hand opgestoken in de lucht om zijn vrienden te signaleren. Even bleven ze stil staan, hun oren gespitst. De wind ruiste zachtjes door de bladeren. Er waren geen vogels, geen kleine knaagdieren in het struikgewas.
Het was stil.
Een takje brak en Reyan reageerde razendsnel. Hij sprong naar links en duwde daarbij Sohra aan de kant, waardoor hij net kon voorkomen dat een pijl zich dwars door haar tengere lichaam zou boren. Hij rolde over de grond en plantte zijn voet in de aarde om af te remmen. Snijdend staal klonk door de lucht toen Kyrin haar zwaarden trok. Reyan wilde naar het figuur schreeuwen wat hij in gildesnaam aan het doen was, maar voordat hij zijn mond kon openen, landde er een pijl vlak naast zijn schouder. Reyan schoot overeind en activeerde zijn vuist. Waar..? Hij zocht om zich heen.
Silhouetten bewogen zich door de schaduwen om hen heen. Reyan telde er zeker drie en er verborg zich nog ergens een schutter in de schaduwen. Het is de party - maar waarom..?
Zware laarzen lieten de grond onder zijn voeten trillen toen iemand zich pal achter hem uit de boom liet vallen. Reyan had geen tijd om na te denken, want zijn aanvaller zwaaide met een boog naar zijn gezicht. De stevige boog was gedecoreerd met vlijmscherpe randen, ingericht om ook op korte afstanden mee te kunnen vechten en zijn vlees zo van zijn gezicht te rijten.
‘Stop!’ riep Reyan en pareerde nog een slag, en nog een. Zijn stem leek niet tot haar door te dringen, want ze sloeg nogmaals op hem in. Hij riep een krachtveld op, waardoor zijn aanvaller achterover werd geblazen en de boog op de grond kletterde. Dit gaf hem genoeg tijd om overeind te komen en de boog buiten haar bereik te schoppen. Hij wierp een vluchtige blik op zijn aanvaller en herkende haar ineens. Zij is van.. Zij is van Darius’ groep.

Reageer (1)
Kijk naar haar ogen! Ik heb zo'n voorgevoel dat ze ook geïnfecteerd zijn en niet meer zichzelf zijn. Of ze willen gewoon iedereen het zwijgen opleggen en deze hele situatie is niet zo'n spijtig toeval.... Spannend!
9 maanden geleden👀
8 maanden geleden