92. De rode loper
De rode loper was precies zoals ik me altijd had voorgesteld, maar tegelijkertijd ook totaal anders. Het voelde alsof ik me door een zee van flitsende lichten en geroezemoes moest bewegen. Fotografen riepen onze namen, sommigen in perfecte beleefdheid, anderen bijna schreeuwend om aandacht. Ik poseerde zoals me was geleerd, glimlachte en knikte, terwijl ik stevig naast Bas bleef staan.
Dit was niet mijn ding. Helemaal niet. Elke beweging, elke blik voelde doordrenkt met een onzichtbare druk. Eén foutje – een verkeerde blik, een onhandige houding – en het kon morgen in alle tabloids staan. Zou ze ongelukkig zijn? Heeft ze ruzie met Bas? De speculaties zouden eindeloos zijn, en ik wilde absoluut niets doen wat de situatie ingewikkelder zou maken dan die al was. Dus ik glimlachte, liet mijn tanden zien, en deed alsof ik genoot.
Bas leek meer in zijn element. Hij praatte luchtig met journalisten, schudde handen, en zorgde ervoor dat hij er charmant uitzag. Ik bewonderde hem ergens, zijn vermogen om deze façade met zoveel gemak op te houden. Maar diep vanbinnen wist ik dat ook hij voelde hoe zwaar dit spel soms was.
Terwijl we langzaam naar de ingang van de zaal bewogen, hoorde ik plotseling een explosie van geluid achter me. Het geroezemoes veranderde in een oorverdovend gegil, alsof een enorme golf van energie door de menigte ging. Ik draaide me om, mijn nieuwsgierigheid gewekt, en daar waren ze: Tokio Hotel.
De vier jongens bewogen zich over de rode loper met een zelfverzekerdheid die ik alleen maar kon bewonderen. Bill liep voorop, zoals altijd de blikvanger met zijn unieke stijl en houding. Tom, met zijn relaxte glimlach en ongedwongen houding, liep naast hem. Gustav en Georg volgden net zo rustig, alsof ze immuun waren voor de chaos om hen heen.
De mensen werden compleet gek. Namen werden geroepen, camera’s flitsten alsof de zon zelf op aarde was neergedaald, en journalisten probeerden wanhopig hun aandacht te trekken. Maar de jongens leken onverstoorbaar. Net zoals ik hadden ze een masker opgezet: lachen, knikken, een stap verder, en herhalen.
Mijn ogen bleven op Bill hangen, zoals altijd. Hij droeg een donkere, elegante outfit die perfect zijn gestalte accentueerde, en zijn glimlach was hetzelfde als die ik kende: een beetje mysterieus, een beetje afstandelijk. Maar zijn ogen vonden de mijne, ook al was het maar een fractie van een seconde, en mijn hart sloeg een slag over.
Ik dwong mezelf om mijn blik weer naar Bas te richten, die nog steeds met de journalist in gesprek was. Maar voordat ik me kon herpakken, voelde ik een aanwezigheid naast me. Toen ik opkeek, zag ik Bill staan. Dichterbij dan ik verwacht had, zijn geur vertrouwd en bijna geruststellend temidden van al deze drukte. Zijn donkere ogen keken me aan, warm en speels. Ik knikte beleefd, mijn gezicht onbewogen, zoals ik had geleerd. Hier, voor de ogen van duizenden camera’s, mocht er geen enkel teken zijn van wat er werkelijk tussen ons speelde.
“Hey,” zei hij zacht, bijna onhoorbaar te midden van de drukte. “Heb je me gemist?”
Zijn woorden troffen me als een schokgolf, en zonder dat ik het kon tegenhouden, verscheen er een oprechte glimlach op mijn gezicht. Niet de beleefde, ingestudeerde glimlach die ik de hele avond had geoefend, maar een die recht uit mijn hart kwam. Ik voelde de warmte naar mijn wangen stijgen, maar ik herstelde mezelf snel.
"Misschien," fluisterde ik, terwijl ik mijn ogen heel even neersloeg. Het voelde alsof de hele wereld even wegviel, alsof er alleen hij en ik waren.
Maar onze momenten samen waren altijd te kort, en deze avond was daarop geen uitzondering. Voordat ik nog iets kon zeggen, zag ik Jacob verderop een subtiele handbeweging maken. Hij wees naar de ingang van de zaal en gaf me een blik die duidelijk maakte dat het tijd was om naar binnen te gaan.
"Ik moet gaan," zei ik zacht tegen Bill, terwijl ik hem een laatste blik toewierp.
Hij knikte kort, zijn ogen ondoorgrondelijk, en voor een moment wenste ik dat ik gewoon zijn hand kon pakken, hem naar me toe kon trekken, en de wereld kon vergeten. Maar dat was niet ons verhaal. Niet vanavond.
Ik draaide me om en liep naar Jacob, die me opving met een geruststellende glimlach. "Je hebt het goed gedaan," fluisterde hij, terwijl hij zijn hand kort op mijn rug legde.
De rode loper was achter de rug, en ik voelde de spanning langzaam van mijn schouders glijden, al wist ik dat dit slechts het begin van de avond was. We werden begeleid naar een kleine kleedkamer om ons voor te bereiden, maar het was duidelijk dat we hier niet lang konden blijven. Onze aanwezigheid werd verwacht in de zaal, waar het publiek en de camera’s op ons wachtten.
Ik had net mijn make-up bijgewerkt in de kleedkamer, mijn haar nog even gecontroleerd, en stond nu in de gang van de concerthal.
Bas was al in de zaal, druk in gesprek met mensen die ongetwijfeld belangrijk waren voor onze carrière. Ik moest me daar ook bijvoegen, maar mijn voeten brachten me in een andere richting. De gangen leken oneindig, een doolhof waarin ik steeds verder verdwaalde. Het voelde bijna symbolisch – verloren in de drukte van alles wat om me heen gebeurde, zowel professioneel als persoonlijk.
Net toen ik me afvroeg of ik moest vragen waar de zaal was, hoorde ik een bekende stem achter me. "Oh, hey Elise!"
Ik draaide me om en zag Georg staan. Zijn gezicht straalde zoals altijd een rustige vriendelijkheid uit, en ik voelde meteen een golf van opluchting. "Georg!" riep ik enthousiast uit. "Ik loop hier een beetje verloren," lachte ik, terwijl ik naar hem toeliep.
Hij lachte met me mee, zoals Georg altijd deed. "Het is ook een doolhof hier," zei hij. Zijn stem klonk warm en vertrouwd, en het voelde goed om iemand tegen te komen die ik kende.
"Hoe gaat het met je?" vroeg hij, terwijl hij zijn handen in zijn zakken stak en me nieuwsgierig aankeek.
"Goed," zei ik automatisch, al wist ik dat mijn stem niet helemaal overtuigend klonk. "En met jou?"
"Fantastisch," zei hij met een energie die bijna aanstekelijk was. "Maar zeg, heb je Bill al gesproken?"
Zijn vraag overviel me een beetje, en ik schudde mijn hoofd. "Nee, nog niet. Waarom?"
Georg's ogen begonnen te glinsteren. "Ik heb supergoed nieuws!" riep hij enthousiast, bijna alsof hij zelf niet kon wachten om het te vertellen.
"O ja?" vroeg ik, terwijl ik nieuwsgierig mijn hoofd schuin hield.
Hij boog iets naar voren, alsof hij me een groot geheim ging vertellen. "Valerie komt terug," zei hij, met een grijns die duidelijk maakte dat hij dacht dat dit goed nieuws was.
Mijn glimlach verstarde. "Ja, ik had het al gehoord," zei ik, mijn stem zo neutraal mogelijk houdend. Maar voordat ik verder kon nadenken, ging Georg al door.
"Maar dat is niet alles!" riep hij uit, zijn enthousiasme bijna aanstekelijk. "Valerie mag het liedje Strange inzingen voor Germany’s Next Topmodel!"
Mijn hart stopte even met kloppen. Zijn woorden herhaalden zich in mijn hoofd als een echo. Valerie... mijn lied... Hoe kon dit? Hoe konden ze haar vragen om een nummer te zingen dat zoveel voor míj betekende?
Georg leek mijn innerlijke strijd niet op te merken en straalde van oor tot oor. "Snap je? Het blijft toch een beetje ons nummer, maar het krijgt een nieuw leven."
Ik voelde een brok in mijn keel en kon me nauwelijks bewegen. Alles in mij wilde schreeuwen, maar ik hield me in. Mijn glimlach was zwak, bijna breekbaar. "Ja, geweldig," fluisterde ik, terwijl ik mijn blik naar de grond liet glijden.
Georg keek me even aan, en ik zag een lichte frons op zijn gezicht verschijnen. "Elise," begon hij voorzichtig, "zo blijft het lied toch nog een beetje van ons."
Ik knikte langzaam, maar zijn woorden deden weinig om de pijn te verzachten. Strange was niet zomaar een lied voor mij. Het was een deel van mijn verhaal, mijn manier om te verwerken wat er met David gebeurd was. En nu zou Valerie het zingen alsof het haar eigen was.
"Waar is Bill?" vroeg ik uiteindelijk, mijn stem harder dan bedoeld. Ik had geen zin meer om dit gesprek voort te zetten en moest dringend met hem praten.
Georg gebaarde naar een deur achter hem. "Hij is daarbinnen," zei hij met een knik.
"Bedankt," zei ik kort, terwijl ik langs hem liep langs hem heen naar de deur. Mijn hart bonkte in mijn borst terwijl ik mijn hand uitstak om aan te kloppen.
Er zijn nog geen reacties.