De stilte in mijn hotelkamer voelde zwaar, bijna drukkend. De gebeurtenissen van vandaag waren als een warrelende storm in mijn hoofd, en hoe ik het ook probeerde, ik kon geen rust vinden. Ik bleef maar denken aan wat er was gebeurd, de woorden die waren uitgewisseld, en de blikken die ik niet kon vergeten. Vooral die van Bill.
Ik zat op de kleine bank bij het raam, mijn armen om mijn knieën geslagen terwijl ik naar de gesloten gordijnen staarde. Het enige licht in de kamer kwam van de nachtlamp naast het bed, die een warme gloed verspreidde. Maar zelfs dat voelde koud. Ik haalde diep adem en liet mijn hoofd tegen de muur rusten. Hoe was alles zo ingewikkeld geworden?
Plots klonk er een zachte klop op de deur. Mijn hart maakte een sprongetje. Heel even hoopte ik dat het Bill was. Dat hij hier was om alles uit te praten, om me vast te houden zoals hij altijd deed wanneer ik me zo verloren voelde. Ik liep naar de deur en opende die voorzichtig, maar in plaats van Bill stond Bas daar. Zijn houding was onwennig, bijna schuchter, en ik zag meteen dat hij zich ongemakkelijk voelde.
"Elise," zei hij zacht. Zijn stem klonk niet als de zelfverzekerde Bas die ik kende. Hij keek naar de grond, alsof hij zichzelf moed in sprak voordat hij verderging. "Mag ik binnenkomen?"
Ik aarzelde, maar deed uiteindelijk een stap opzij en hield de deur open. Hij liep naar binnen en bleef in het midden van de kamer staan, zijn handen nonchalant in zijn zakken gestoken, hoewel zijn houding allesbehalve ontspannen was. Ik sloot de deur achter hem en wachtte.
"Het spijt me," begon hij uiteindelijk. Hij hief zijn blik op en keek me recht aan. Zijn ogen waren gevuld met oprechte spijt. "Ik was vandaag helemaal verkeerd bezig. Ik dacht echt dat ik je hielp, Elise. Dat ik ons allemaal hielp. Maar nu zie ik dat ik veel te ver ging."
Zijn woorden raakten me. Bas was nooit iemand die zich makkelijk verontschuldigde, en dat hij dit nu deed, betekende veel. Maar dat maakte de pijn van zijn acties niet meteen goed.
"Bas," zei ik, terwijl ik mijn armen over mijn borst kruiste, "ik weet dat je het goed bedoelde. Maar het voelde alsof je een grens overschreed. Alsof je mij en Bill tegen elkaar uitspeelde. Dat had je niet mogen doen."
Hij knikte, langzaam en bedachtzaam, alsof hij elk woord in zich opnam. "Ik weet het," zei hij, zijn stem bijna fluisterend. "En ik voel me er verschrikkelijk over. Het laatste wat ik wil, is dat jij je zo voelt door mijn stomme gedrag. Het spijt me echt, Elise."
Zijn ogen waren oprecht, en ik voelde hoe mijn woede langzaam wegebde. Dit was Bas, de man die altijd alles deed om me te beschermen, zelfs als hij soms fouten maakte. Ik haalde diep adem en schonk hem een kleine glimlach. “Ik vergeef je,” zei ik zacht. “Maar beloof me dat je zoiets nooit meer doet, oké?”
Een zichtbaar opgeluchte glimlach verscheen op zijn gezicht, en hij knikte. “Beloofd,” zei hij.

Toen Bas was vertrokken, bleef ik nog even in stilte staan. Het was goed om dingen met hem uit te praten, maar het gevoel van leegte in mijn borst bleef. Alsof er nog steeds iets ontbrak. Nee, niet iets – iemand.
Mijn gedachten gingen meteen naar Bill. Hoe boos hij eerder ook was geweest, hoe gespannen de situatie ook was, ik wist dat ik hem nu meer nodig had dan ooit. Mijn vingers streelden de sleutelkaart in mijn hand terwijl ik twijfelde. Moest ik naar hem toe gaan? Of was het beter om hem met rust te laten? Maar hoe langer ik bleef staan, hoe sterker de drang werd om hem te zien. Uiteindelijk besloot ik het gewoon te doen.
Met snelle, zachte passen liep ik door de gang naar zijn kamer. De stilte van het hotel was bijna beklemmend, maar mijn hart bonsde luid genoeg om die stilte te vullen. Voor ik het wist, stond ik voor zijn deur. Mijn ademhaling stokte even terwijl ik mijn hand ophief en aanklopte.
De deur ging open, maar tot mijn verrassing was het niet Bill die daar stond. Het was Tom. Hij keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan, zijn houding ontspannen, maar zijn ogen scherp.
“Oh,” stamelde ik, mijn gezicht rood wordend van ongemak. “Hé, Tom. Ik eh… ik kwam eigenlijk iets halen. Bill heeft iets van mij, en ik dacht…” Mijn woorden stierven weg onder zijn veelbetekenende blik.
“Bill heeft me alles verteld,” zei hij simpelweg. Zijn stem was niet beschuldigend, maar ook niet geheel vriendelijk. Het was eerder neutraal, zoals alleen Tom dat kon. “En eerlijk gezegd weet ik niet of dit een goed idee is.”
Zijn woorden lieten mijn maag samenknijpen. “Tom…” begon ik, maar hij onderbrak me met een klein handgebaar.
“Laat me uitpraten,” zei hij, zijn toon nu zachter. “Ik snap het. Echt. Jullie zijn gek op elkaar, en ik weet hoe belangrijk jullie voor elkaar zijn. Maar denk je echt dat jullie dit geheim kunnen houden? Mensen gaan het zien, Elise. Ze gaan het merken.”
Ik slikte. Die angst had de hele tijd al in mijn achterhoofd gezeten, maar nu Tom het zo direct uitsprak, voelde het veel echter. Maar voordat ik iets kon zeggen, glimlachte hij lichtjes.
“Maar,” ging hij verder, “als dit is wat jullie willen, dan steun ik jullie. Jullie weten wat het beste is.”
Hij gaf me een bemoedigend klopje op mijn schouder en richtte zich tot Bill, die nu in de deuropening stond. “Veel plezier, broertje,” zei hij, met een knipoog die verrassend warm aanvoelde. Daarna liep hij weg, zijn voetstappen zacht op het tapijt van de gang.

De deur viel zachtjes dicht, en ineens waren Bill en ik alleen. Hij keek me aan, zijn ogen donker en intens. Alles aan hem voelde vertrouwd, maar er lag ook een soort spanning in de lucht die ik niet kon plaatsen.
“Je hebt het hem verteld,” zei ik zacht, mijn stem nauwelijks hoorbaar.
Bill knikte. “Ik kan niet tegen hem liegen,” gaf hij toe. “Hij zou het toch merken.”
Ik zuchtte, niet uit frustratie, maar uit opluchting. Tom was altijd een deel van Bill geweest, en het voelde goed om te weten dat hij nu ook aan onze kant stond.
Voor ik het wist, sloot ik de afstand tussen ons. Mijn armen vonden hun weg om zijn middel, en ik drukte mezelf tegen hem aan. Zijn geur, zijn warmte, alles aan hem voelde als thuiskomen. Zijn armen sloten zich stevig om me heen, en ik voelde zijn kin op mijn hoofd rusten.
“Ik heb je gemist,” fluisterde ik, mijn stem trillend van emotie.
“Ik jou ook,” antwoordde hij zacht. “Meer dan je je kunt voorstellen.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen