De kleedkamer voelde klein en benauwd, ondanks dat het ruimte genoeg had voor drie mensen. Bas, Paul en ik zaten op de zachte banken, maar niemand van ons leek echt comfortabel te zitten. De spanning hing als een dikke mist in de lucht. Het optreden had ons goed gedaan – op een bepaalde manier voelde het alsof we eindelijk een beetje ademruimte hadden gekregen. Maar de echo van Bill’s dappere uitbarsting op het podium was nog steeds luid en duidelijk, en dat zou niet zonder gevolgen blijven.
Ik keek naar Bas, die zijn gitaar ongeduldig in zijn handen ronddraaide. Hij had het altijd moeilijk met stilzitten, en nu leek het alsof hij elk moment zou ontploffen. Zijn voet tikte in een onregelmatig ritme op de vloer. Paul zat naast hem, stiller dan gewoonlijk, zijn handen gevouwen alsof hij aan het bidden was. Ik wist dat hij het nooit toe zou geven, maar hij was net zo nerveus als wij allemaal.
Ik leunde achterover, mijn schouderbladen tegen de muur gedrukt, en voelde mijn ademhaling versnellen. "Wat denk je dat Hans gaat zeggen?" vroeg ik uiteindelijk, mijn stem trillend van de spanning.
"Ik weet het niet," antwoordde Paul na een lange stilte. "Maar hij gaat niet blij zijn. Dat is zeker."
"Wanneer is Hans ooit blij?" snauwde Bas. Zijn woorden waren scherp, maar ik wist dat het zijn manier was om met de stress om te gaan. "Bill had gelijk. Iemand moest iets zeggen. Wat verwacht Hans dan? Dat we dit blijven slikken?"
"Bas," zei Paul rustig, zijn blik op hem gericht, "we weten allemaal dat Bill gelijk had. Maar gelijk hebben en het goed aanpakken zijn niet altijd hetzelfde. Hans denkt altijd aan het grote plaatje. En dat grote plaatje is... geld."
"Juist," voegde ik er zachtjes aan toe. "En wij zijn blijkbaar expendable als het op dat geld aankomt."
Een ongemakkelijke stilte volgde. De enige geluiden waren het zachte tikken van Bas’ voet en het gezoem van een kapotte TL-lamp boven ons. Het voelde alsof we in slow motion wachtten op een storm die we niet konden ontwijken.
"Ik haat dit," mompelde ik. "Ik haat het gevoel dat we altijd onder een vergrootglas liggen. Alsof alles wat we doen een fout is." Mijn stem brak een beetje, en ik beet op mijn lip om mezelf te kalmeren.
Bas keek op van zijn gitaar en staarde me aan. "Elise, luister. Wat er vanavond ook gebeurt, weet dat jij fantastisch was op dat podium. Echt waar. Je hebt gezongen alsof je leven ervan afhing. En weet je? Het publiek voelde dat. Ik voelde dat."
Ik glimlachte zwakjes, maar de woorden brachten me niet de troost die ze waarschijnlijk hadden moeten brengen. De herinnering aan de boze kreten en de tomaat die me had geraakt zat nog steeds vers in mijn geheugen. "Dank je," fluisterde ik, niet zeker of ik hem geloofde.
Ik keek op naar Paul, die nog steeds tegen de muur leunde, maar nu met een peinzende blik naar de deur staarde. Hij was altijd zo kalm, bijna onverschillig, en ik vroeg me af hoe hij dat deed. "Denk je dat hij ons iets gaat aandoen?" vroeg ik voorzichtig.
Paul haalde zijn schouders op. "Ik denk niet dat hij fysiek iets zal doen, als je dat bedoelt. Maar mentaal? Reken maar." Zijn stem was vlak, alsof hij al eerder door Hans was aangepakt en het geen verrassing meer voor hem was.
De deur ging plotseling open, en we schrokken alle drie overeind. Hans stond daar, zijn gezicht rood van woede, zijn ogen flitsend van emotie. Hij sloeg de deur achter zich dicht en keek ons één voor één aan. "Elise, meekomen NU!!" bulderde hij, zijn stem gevuld met boosheid.
Ik voelde mezelf ineenkrimpen op mijn stoel, terwijl Bas zijn armen over elkaar sloeg en uitdagend naar Hans keek. Paul bewoog niet, maar zijn ogen waren strak gericht op de manager van Tokio Hotel, alsof hij elk woord dat uit Hans’ mond kwam wilde analyseren.

Met een bonzend hart volgde ik Hans door de gangen van de arena. De echo van onze voetstappen klonk veel te luid in mijn oren, en het voelde alsof ik ieder moment door de grond kon zakken. De show van Tokio Hotel was net afgelopen, en hoewel ik normaal de energie van hun optredens in mijn eigen lichaam voelde nazinderen, was die nu volledig verdwenen.
We liepen naar de kleedkamer van Tokio Hotel, en ik wist precies wat me te wachten stond. Hans had me na ons optreden nauwelijks aangekeken, maar de blik in zijn ogen had genoeg gezegd. Het was nu mijn beurt om zijn woede te incasseren. Het idee alleen al liet mijn maag omdraaien. Mijn ademhaling werd sneller, en ik probeerde mezelf te kalmeren terwijl ik mezelf steeds opnieuw vertelde dat ik dit wel aankon.
Bij de deur aarzelde Hans even, alsof hij zich mentaal voorbereidde op het gesprek. Hij klopte kort, duwde de deur open en stapte naar binnen, met mij in zijn kielzog. Toen ik binnenkwam, zag ik Bill direct. Hij zat op de bank, zijn haren nog door de war van het optreden, met een donkere blik op zijn gezicht. Zijn ogen schoten meteen naar mij, en ik zag hoe zijn uitdrukking veranderde. Zijn woede leek plaats te maken voor bezorgdheid toen hij mijn gezicht zag.
"Hans, nee," begon hij, zijn stem vastberaden. Hij stond op, alsof hij me wilde beschermen tegen wat zou komen. Ik probeerde naar hem te glimlachen, een klein gebaar om te laten zien dat ik het wel aankon, maar mijn trillende handen verrieden me. Het was al te laat. Bill wist precies hoe bang ik was.
Hans zuchtte diep en hield zijn hand op, alsof hij Bill wilde stoppen nog iets te zeggen. "Luister, Elise," begon hij met een zware stem. "Bill heeft net al een hele preek van mij gehad, en nu ben jij aan de beurt. Wat er net gebeurd is, is simpelweg onacceptabel." Hij zuchtte en keek me even aan voordat hij zijn blik naar Bill liet glijden.
"En eerlijk gezegd... het is niet alleen vanavond. Jullie gedrag de laatste tijd is echt niet meer door de beugel te halen."
Ik voelde mijn maag samentrekken bij zijn woorden. Dit was ernstiger dan ik dacht. Hans wendde zich volledig naar mij en stak een vinger op, alsof hij zijn punt wilde onderstrepen. "Eerst het interview," zei hij en richtte zich nu specifiek op mij. Zijn blik was scherp en doorboorde mijn ogen. Ik voelde het bloed naar mijn wangen stijgen bij de herinnering aan dat rampzalige moment, maar hij was nog niet klaar. "Daarna het slopen van een hotelkamer," ging hij verder, zijn toon nu een tikje luider.
Ik keek naar de grond, te beschaamd om hem aan te kijken, terwijl hij doorpraatte. "’s Nachts gewoon verdwijnen, terugkomen en naar wiet ruiken. En nu," hij zwaaide met zijn arm richting Bill, "deze stunt van Bill, die het podium opstormt zonder enig overleg."
Ik keek op naar Bill, wiens blik naar de vloer gericht bleef, zijn handen in vuisten gebald. Zijn woede hing bijna tastbaar in de lucht. Ik wist dat hij op ontploffen stond, maar hij hield zich in. Voor mij.

Hans liet zichzelf in een stoel zakken en wreef met zijn hand over zijn gezicht. Zijn stem klonk moe, alsof hij al zijn energie had verspild aan boosheid en teleurstelling. "De grote bazen," zei hij, terwijl hij recht in Bill's ogen keek, "hebben van alles gehoord. Ze zijn razend. Ik moet jullie onder controle houden, maar het lukt niet. Dit kan zo niet verder."
Bill sloeg zijn armen over elkaar en keek Hans fel aan. "Wat probeer je te zeggen, Hans?" Zijn stem was ijzig kalm, maar ik kende hem goed genoeg om te weten dat de woede vlak onder de oppervlakte kookte.
Hans zuchtte diep en stond weer op. Hij leek groter dan ooit, alsof hij zijn gewicht wilde gebruiken om zijn woorden kracht bij te zetten. "Ik vraag jullie," begon hij langzaam, "om een einde te maken aan jullie relatie." Zijn woorden vielen als een bom in de kamer. Ik voelde mijn adem stokken, alsof al het zuurstof uit de lucht was gezogen. Mijn hoofd tolde. Was dit serieus?
"Nee," zei Bill meteen, zonder aarzeling. Zijn stem was luid en duidelijk, en zijn ogen flikkerden van woede. "Nee, Hans. Ik ga niet uit elkaar met Elise. Vergeet het maar." Hij maakte een stap naar voren, alsof hij een onzichtbare grens wilde trekken tussen ons en Hans.
Hans hief zijn handen op, alsof hij zich wilde verdedigen tegen de felheid van Bill's reactie. "Bill, dit is niet mijn beslissing. Dit komt van bovenaf. Ze willen dat jullie hiermee stoppen, omdat het de hele tour in gevaar brengt. Als jullie doorgaan, is het niet alleen jullie carrière die op het spel staat, maar ook die van iedereen om jullie heen."
"Dat kan me niets schelen," snauwde Bill terug. "Ik ga niet uit elkaar met Elise. Vergeet het. Dit is ons leven, en niemand, ook jij niet, heeft het recht om ons dat af te nemen." Zijn stem trilde van woede, en ik zag de vuur in zijn ogen toen hij dichter naar Hans stapte. "Jij denkt dat je ons onder druk kunt zetten? Denk opnieuw. Dit is mijn keuze, niet die van jou, en zeker niet die van die zogenaamde bazen."
Ik keek naar Hans en zag iets wat ik nog nooit eerder had gezien: wanhoop. Hij was ten einde raad, dat was duidelijk. Zijn houding was gespannen, zijn gezicht verstrakt. Hij wist niet meer wat hij moest doen.
Bill bleef doorgaan, zijn stem trilde nu van emotie. "Elise betekent alles voor me. Ik ga niet zomaar doen alsof ze er niet is, omdat het iemand beter uitkomt. Je kunt dat vergeten, Hans. Dit is mijn leven, en ik bepaal wie er deel van uitmaakt."
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Mijn hart bonsde in mijn borst, en ik voelde een mengeling van schuld, schaamte en ontroering. Bill vocht voor ons, voor mij, op een manier die ik nooit eerder had meegemaakt. Maar tegelijkertijd wist ik dat Hans gelijk had. We hadden er een boeltje van gemaakt.
Hans leek ook geraakt, al was het maar een fractie van een seconde. Maar toen schudde hij zijn hoofd. "Ik ben klaar met discussiëren," zei hij, zijn stem weer harder. "Dit was geen vraag maar een bevel."
Ik slikte en haalde diep adem. "Ik begrijp het, Hans," zei ik zachtjes. "Mag ik 2 minuutjes met Bill alleen praten?"
Hans keek ons beiden aan, zijn blik vol frustratie. "2 minuten," mompelde hij, meer tegen zichzelf dan tegen ons. Hij wreef opnieuw met zijn hand door zijn haren en liep naar de deur.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen