De volgende morgen werd ik wakker met een zwaar gevoel in mijn borst. De ruzie van gisteravond speelde zich opnieuw af in mijn hoofd, elke scherpe opmerking en elke blik herhalend in een eindeloze lus. Het schuldgevoel drukte als een last op mijn schouders, en ik voelde me gevangen in de emoties van de avond ervoor. Bill en ik hadden elkaar hard geraakt met woorden, en ik haatte mezelf ervoor dat ik het zo ver had laten komen. Terwijl ik me aankleedde, was er maar één gedachte die me bezighield: ik moest met hem praten, de lucht tussen ons klaren voordat de kloof nog groter werd.
Nadat ik me had aangekleed en mijn tas had gepakt, liep ik naar de ontbijtzaal. Het was nog vroeg, en de geur van vers gezette koffie vulde de ruimte. Maar ondanks het uitnodigende aroma, voelde ik geen honger. Mijn ogen speurden de zaal af, hopend dat Bill er al zou zijn, maar zijn stoel was leeg. Natuurlijk, hij lag waarschijnlijk nog te slapen, zoals hij vaak deed na een lange nacht.
Ik zuchtte diep en pakte een kop koffie van het buffet, al wist ik dat het niet de troost zou bieden die ik zo hard nodig had. Terwijl ik een plek zocht om te gaan zitten, zag ik Gustav alleen aan een tafel zitten. Hij had zijn gebruikelijke ontspannen houding en leek te genieten van zijn ontbijt. Zijn rustige aanwezigheid trok me aan, en voordat ik het wist, liep ik naar hem toe.
Toen hij me zag, trok hij zijn wenkbrauwen vragend op. "Oei, niet samen?" vroeg hij, terwijl hij een slok van zijn koffie nam.
Ik liet me naast hem op een stoel vallen en staarde naar mijn koffie, mijn vingers om de warme mok geklemd. "We hebben gisteravond ruzie gehad," bekende ik, mijn stem zacht en geladen met vermoeidheid. "Het liep echt uit de hand."
Gustav keek me meelevend aan, zijn bruine ogen onderzoekend. "Hmm," mompelde hij terwijl hij zijn kopje neerzette, "ik had precies de indruk dat je gisterenavond wat stiller was aan tafel."
Zijn opmerking verraste me, hoewel het me niet zou moeten verbazen. Natuurlijk had mijn ongemak zichtbaar moeten zijn voor iemand die me zo goed kende. "Het was Bill's jaloezie," begon ik voorzichtig, zoekend naar de juiste woorden. "Hij wordt zo snel jaloers op Bas, en dat maakt alles zo ingewikkeld." Ik keek op naar Gustav, hopend op wat wijsheid of advies.
Gustav zuchtte en knikte langzaam, alsof hij precies wist waar ik het over had. "Elise," begon hij voorzichtig, "ik snap het heel goed dat het vervelend is dat Bill zo jaloers doet. Maar je moet weten dat hij in het verleden door elke vriendin die hij al gehad heeft, is bedrogen."
Ik voelde mijn hart een slag missen. "Elke vriendin?" herhaalde ik zachtjes, mijn stem trillend van ongeloof. Het was alsof de vloer onder me vandaan zakte, terwijl ik me probeerde voor te stellen hoeveel pijn en wantrouwen dat zou hebben veroorzaakt.
Gustav knikte langzaam, alsof hij elk woord zorgvuldig woog voordat hij het uitsprak. "Zelfs door jou, Elise," voegde hij eraan toe, zijn ogen op mijn gezicht gericht om mijn reactie te peilen.
Mijn adem stokte. De andere Elise... Natuurlijk had ik Bill nooit bedrogen, maar zij had dat wel gedaan. Het besef sneed diep in me, en ik voelde een golf van medelijden en schuldgevoel naar boven komen. Hoeveel littekens moest hij dragen, hoeveel vertrouwen was er door de jaren heen aangetast? Het was een wonder dat hij überhaupt nog in staat was om iemand dichtbij te laten komen.

Voordat ik mijn gedachten kon ordenen, stormde Hans de ontbijtzaal binnen, zijn ogen wijd van paniek. "Gustav!" riep hij scherp, zijn stem doordringend en gejaagd. "We moeten NU vertrekken! Fans hebben te horen gekregen dat wij in dit hotel verblijven. Het kan elk moment uit de hand lopen."
Gustav zuchtte diep, zijn gezicht vertrok van irritatie terwijl hij zijn ontbijt half onaangeroerd achterliet. "Maar Hans, ik ben net begonnen met eten," protesteerde hij, terwijl hij met een blik naar zijn onvoltooide maaltijd wees.
Hans schudde zijn hoofd, zijn gezicht strak van de stress. "Geen tijd, Gustav! Geen tijd!" riep hij, zijn stem schor van de haast. "De rest van de band zit al in de tourbus. We vertrekken naar het concertgebouw, nu meteen. Kom op!"
Met tegenzin stond Gustav op, zijn frustratie duidelijk zichtbaar op zijn gezicht. Hij keek me nog even aan, en zijn ogen straalden medeleven uit. "We praten later verder," zei hij, voordat hij zich naar de deur haastte en Hans volgde.
En daar zat ik dan, alleen aan de tafel, omgeven door de leegte van de ontbijtzaal. De warme koffie in mijn handen voelde plotseling koud aan, net zoals de kilte die zich diep in mij verspreidde. Terwijl de realiteit van mijn situatie langzaam tot me doordrong, voelde ik een beklemmende eenzaamheid. De wereld waarin ik nu leefde, was zo ver verwijderd van alles wat ik ooit gekend had, en voor het eerst begon ik te twijfelen of ik hier wel thuishoorde.
De woorden van Gustav echo’den nog steeds in mijn hoofd. Het idee dat Bill zo vaak bedrogen was, zorgde voor een zware last op mijn schouders. De ochtend had me nog niet in de gelegenheid gesteld om het volledige gewicht van die onthulling te verwerken. Nu was het ook nog eens de grote dag waarop de Humanoid Tour begon, en de druk om goed te presteren was enorm. Mijn handen trilden lichtjes terwijl ik een hap van mijn ontbijt nam, maar de smaak van de voedsel leek me niet te kunnen bereiken door de spanning die in mijn maag zat geknoopt.
De gedachte dat ik Bill vandaag niet zou kunnen spreken, dat hij en de rest van de band al in de tourbus zouden zitten, voegde een extra laag van stress toe aan mijn toestand. Terwijl ik de laatste slokken van mijn koffie nam en mijn tafelspullen opraapte, vroeg ik me af hoe het zou verlopen zonder Bill’s steun en aanwezigheid. Hij was altijd de steunpilaar voor mij geweest, zelfs al waren er momenten van spanning en conflicten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen