Het etentje was gezellig bedoeld, maar mijn gedachten zaten elders, als een donkere wolk die over de avond hing. Terwijl de rest van de groep lachte en verhalen deelde, bleef ik opvallend stil. De kaarsen op tafel flikkerden zachtjes, en de warme gloed van het restaurant zou normaal gesproken een rustgevende sfeer hebben gecreëerd. Maar in plaats daarvan voelde ik me steeds verder van de groep verwijderd. Terwijl ik daar zat, overwoog ik of ik Bill moest aanspreken over hoe hij zich tegenover Bas had gedragen. Maar zou dat niet alleen maar meer olie op het vuur gooien? Toen ik naar Bill keek en de bezorgde blik in zijn ogen zag, besloot ik het onderwerp te laten rusten. Hij had immers het beste met mij voor, en ik wilde niet nog meer spanning creëren.
Bill had me meer dan eens aangeraakt onder de tafel, zijn hand op mijn knie gelegd of zachtjes over mijn rug gewreven, alsof hij hoopte dat die aanrakingen me uit mijn sombere gedachten konden halen.
Nadat we terug naar onze kamers waren gegaan, en ik eindelijk even op het bed kon zitten, wist ik dat Bill er niet over zou zwijgen. Hij had al eerder geprobeerd om me te laten praten tijdens het diner, maar ik had het steeds weggewuifd, met een geforceerde glimlach en enkele losse opmerkingen om de spanning te doorbreken. Nu, in de privacy van onze hotelkamer, had hij geen reden meer om het te laten rusten.
"Elise," begon hij, zijn stem zacht maar doordringend. Hij zat naast me op het bed, zijn ogen vol zorgen. "Je was zo stil tijdens het eten. Wat is er echt aan de hand?"
Ik probeerde opnieuw te lachen, een beetje ongemakkelijk, in een poging hem gerust te stellen. "Oh, het is niets, echt waar. Ik was gewoon moe, denk ik. Je hoeft je geen zorgen te maken."
Maar Bill was niet overtuigd. Hij kende me te goed om het hierbij te laten. "Nee, er is meer. Je bent niet zomaar moe. Wat is er gebeurd?"
Ik zuchtte diep, mijn schouders zakten onder het gewicht van de realiteit die ik zo lang had proberen te ontwijken. "Het was moeilijk... met de fans buiten," begon ik langzaam. "Ze herkenden me, en ik bevroor gewoon. Maar gelukkig heeft Bas alles rechtgetrokken."
Bij het horen van Bas’ naam veranderde de sfeer in de kamer meteen. Bill’s ontspannen houding verstijfde, en zijn greep op mijn hand verstevigde bijna onmerkbaar. "Bas, natuurlijk," mompelde hij, bijna onhoorbaar. "Bas die de held uithangt. Weet je, als ik er daarstraks niet op tijd was tussen gesprongen, had hij je misschien wel gekust."
Ik keek hem verbaasd aan, zijn woorden voelden als een klap in mijn gezicht. "Bill, dat is belachelijk!" Ik voelde de woede in me opkomen, mijn stem trilde licht van de opgekropte frustratie. "Hij bood me gewoon wat steun aan, meer niet. Waarom moet je hier altijd zo jaloers over doen?"
"Jaloers?" herhaalde hij, zijn stem doordrenkt van sarcasme. "Ik weet gewoon niet of ik dat hele 'Bas is homo'-verhaal moet geloven. Heb je hem gezien op tv? Hij flirtte openlijk met die fans."
De woede in me kookte nu over. "Dus je hebt die beelden gezien? En je zegt niets over het feit dat ik daar stond, bevroren van angst? Je maakt je alleen zorgen over wat Bas misschien wel of niet gedaan heeft?" Mijn stem verhief zich nu, en ik voelde hoe de afstand tussen ons groeide, niet fysiek, maar emotioneel.
Bill draaide zijn hoofd weg, zijn kaken strak gespannen. "Ik probeer je gewoon te beschermen."
"Beschermen?" snauwde ik terug. "Het enige wat je doet is de boel verdraaien en jezelf kwellen met die jaloerse gedachtes. En hoe je Bas behandelt—het is gewoon ongepast, Bill. Ik verdraag het niet meer!"
Ik zag hoe Bill even met zijn ogen knipperde, duidelijk verrast door mijn woede. "Dat is niet wat ik bedoel," begon hij, maar ik had al genoeg gehoord.
"Ik waardeer het echt niet hoe jij tegen Bas doet," zei ik, mijn stem trillend van ingehouden frustratie. "Hij is een goede vriend, en hij helpt me door dit heen. In plaats van hem als een bedreiging te zien, zou je misschien eens kunnen proberen om hem te vertrouwen."
Bill opende zijn mond om iets te zeggen, maar ik was het zat. "Weet je wat?" zei ik, mijn stem brekend van emotie. "Ik ga naar mijn eigen kamer. Dit heeft geen zin."
"Ga maar," mompelde Bill, zijn ogen nu donker van woede en frustratie. "Loop maar weer weg."
Ik draaide me om, mijn ogen vol vuur. "Doe ik ook!" brulde ik terug, mijn stem hard en fel, voordat ik de deur opende en de kamer verliet. Ik hoorde hoe de deur met een klap achter me dichtviel, het geluid echoënd door de stille gang.
Mijn hart bonsde in mijn borst, mijn hoofd tolde van de emoties. Terwijl ik door de gangen van het hotel liep, voelde ik de woede langzaam plaatsmaken voor iets anders. Verdriet misschien, of een diep gevoel van isolatie. Maar wat het ook was, ik wist dat ik op dit moment niets anders kon doen dan weggaan. Weg van Bill, weg van de confrontatie die net had plaatsgevonden. En weg van de pijn die ik diep vanbinnen voelde.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen