27. Verrassing
Toen ik bij het appartement van Bill en Tom aankwam, stond Bill al bij de deur, zichtbaar opgewonden. Hij trok me enthousiast naar binnen, en zodra de deur van de woonkamer openging, zag ik een zee van ballonnen en hoorde ik een luide kreet van "Verrassing!" Mijn ogen schoten snel rond de kamer, en ik begon te beseffen wat er aan de hand was. Bill had een surpriseparty voor me georganiseerd.
Boven de eettafel hing een groot spandoek met de tekst "Welkom thuis, Elise," en ik kon meteen zien dat Bill veel moeite had gedaan om alles perfect te maken. Ik lachte breed naar iedereen en riep dankbaar terug, "Dank jullie wel!"
Tom kwam naast me staan en omhelsde me stevig. "Welkom terug," zei hij, terwijl hij me losliet en me diep in de ogen keek. "Alles oké?"
"Ja hoor," antwoordde ik, "ik voel me een beetje overweldigd door Bill zijn verrassingsfeestje."
"Ja, ik zei nog tegen Bill," ging Tom verder, "dat het misschien allemaal wat te veel zou zijn." Zijn woorden vervaagden terwijl mijn aandacht verschoof naar de menigte in de kamer. Bekende gezichten kwamen in zicht. Georg en Gustav stonden met een blonde vrouw tussen hen in, Bas en Tilly waren in de keuken aan het praten en Bas knikte naar me toen hij zag dat ik keek. Ik glimlachte zachtjes en zei "uhu" tegen Tom, alsof ik nog geïnteresseerd was in zijn gesprek.
Bill had zijn hand op mijn rug gelegd terwijl hij met Andreas aan het praten was, en toen ik verder in de kamer keek, zag ik Jacob. Mijn ademhaling stokte, en een felle steek schoot door mijn hoofd. Mijn allerlaatste herinnering kwam als een storm terug. Ik zag de angst in Jacob zijn ogen toen David over zijn familie begon. Mijn hart begon te racen, en ik voelde hoe de kamer om me heen begon te draaien.
Tom voelde dat er iets mis was en pakte mijn arm vast terwijl ik weg begon te zakken. "Ik moet weg, sorry," riep ik terwijl ik me omdraaide en haastig naar de voordeur liep. Mijn hand greep de deurknop vast, en ik hoorde Bill achter me vragen, "Elise? Ben je oké?"
"Bill, ik moet even naar huis, sorry. Het is me even te veel. Laat me alsjeblieft alleen," smeekte ik, terwijl ik de deur opende.
"Nee, Elise, wacht," hoorde ik hem nog zeggen, maar ik deed de deur snel achter me dicht. Ik moest zo snel mogelijk weg, naar huis, naar een plek waar ik kon ademen en alles even kon laten bezinken.
Terwijl ik de gang uit rende, voelde ik mijn hart in mijn keel bonzen. De herinneringen aan David en de angst die ik had gevoeld, waren overweldigend. Mijn ademhaling was zwaar en gejaagd, en ik wist dat ik dit niet kon verwerken te midden van een feest, hoe goedbedoeld het ook was. Ik moest eruit, weg van de mensen en de herinneringen die me zo plotseling hadden overvallen.
Bij de lift aangekomen, drukte ik snel op de knop en stapte naar binnen toen de deuren opengingen. Terwijl de lift naar beneden zoefde, probeerde ik mijn ademhaling te kalmeren, maar mijn gedachten waren een wirwar van emoties. Jacob zijn gezicht bleef voor mijn ogen zweven, de pijn en angst die hij had uitgestraald toen David over zijn familie begon. Het was teveel, het was allemaal teveel.
Toen de liftdeuren openden, haastte ik me naar buiten, de frisse lucht van de straat in. Ik liep snel richting mijn appartement, mijn hart nog steeds bonzend in mijn borst. Elke stap die ik zette, voelde als een stap weg van de chaos in mijn hoofd, een stap naar een plek waar ik weer helder kon denken.
Eindelijk, bij mijn appartement aangekomen, haalde ik diep adem en opende de deur. De stilte binnen was een welkome verademing. Ik sloot de deur achter me en leunde er even tegenaan, mijn ogen gesloten terwijl ik probeerde mijn gedachten te ordenen. Ik moest mezelf kalmeren, moest een manier vinden om deze storm van emoties te verwerken.
Ik liet me in de zachte kussens van de zetel zakken en sloot mijn ogen, in een poging om de tumultueuze gedachten in mijn hoofd tot rust te brengen. De stilte in mijn appartement was een welkome verademing na de overweldigende chaos van het feest. Plots werd deze stilte verbroken door een klop op de deur. Met een zucht stond ik op, ervan overtuigd dat Bill zich zorgen maakte en me wilde spreken.
"Bill, ik zei toch dat ik even ruimte nodig had," begon ik terwijl ik de deur opende. Maar de woorden bleven in mijn keel steken toen ik zag dat het niet Bill was die voor mijn deur stond, maar Jacob. Mijn hart sloeg een slag over van schrik.
"Sorry, Jacob," herpakte ik mezelf snel. "Ik dacht even dat het Bill was. Kom binnen." Ik deed een stap opzij om hem binnen te laten, terwijl ik de spanning in mijn borstkas voelde stijgen.
Toen Jacob en ik ons weer in de woonkamer bevonden, leek de sfeer iets rustiger te worden. Maar toen hij me aankeek met een bezorgde blik, zei hij zachtjes: “Het komt door mij, hè, dat je even weg moest van het feest?” Zijn woorden waren vol begrip, maar ook een hint van schuld, wat mijn tranen nog meer naar boven bracht.
“Jacob, het spijt me,” begon ik te snikken, mijn stem brak terwijl ik mijn emoties niet langer kon bedwingen. De tranen stroomden over mijn wangen, en ik voelde me kwetsbaar en overweldigd door de emoties die ik al die tijd had opgespaard.
Jacob, groot en krachtig, leek even niet te weten hoe hij moest omgaan met mijn tranen. Hij boog zich over me heen en begon me te troosten, zijn handen zachtjes op mijn rug en schouders. “Elise, stil maar,” suste hij me. “Het spijt me, dat was nooit mijn bedoeling." vervolgde hij, en zijn stem was nu doordrenkt met een oprechte bezorgdheid.
"Zonder jou had ik hier niet meer gestaan," snikte ik. Ik keek op, mijn tranen nog steeds stromend. Jacob keek me diep in de ogen en zei: “Elise, ik zou jou niets laten overkomen. Nooit.” Zijn woorden waren als een warme deken die mijn koude gevoelens even leek te verzachten. Hij draaide zijn hoofd een beetje scheef en zei: “Kom, laten we zitten.”
Toen we op de bank plaatsnamen, voelde ik mijn ademhaling langzaam weer normaal worden. Jacob’s woorden hielpen me om te kalmeren, maar ik voelde nog steeds een wrange smaak van spijt en schuld in mijn mond. “Het spijt me juist,” ging Jacob verder, zijn stem vol spijt. “Door mijn aanval op David ben jij op de grond gevallen en heb je je hoofd tegen die steen gestoten, wat jouw geheugen heeft weggepakt. Het spijt me verschrikkelijk.”
“Je hebt het juiste gedaan,” zei ik terug, mijn stem nog steeds wat wankel. “Je hebt me gered uit David zijn klauwen en daar ben ik je voor altijd dankbaar voor.” Ik zuchtte diep, mijn gedachten nog steeds in een wirwar van emoties. “Ik vind het gewoon zo erg dat hij over jouw familie begon.”
Jacob knikte, zijn gezicht een mengeling van verdriet en vastberadenheid. “Ja,” zei hij. “Ik wist op dat moment dat hij aan het bluffen was. Bill, Tom, Georg en Gustav, en zoveel andere mensen achter de schermen van Tokio Hotel, zijn al jaren bezig om ervoor te zorgen dat mijn vrouw en kinderen uiteindelijk naar Duitsland kunnen komen."
De oprechte bezorgdheid in Jacob’s stem maakte me nog emotioneler, maar ik knikte begrijpelijk. “Ik hoop oprecht dat het lukt,” zei ik terwijl ik hem aankeek. Het gesprek met Jacob was een verademing geweest, een manier om mijn gevoelens en gedachten te delen met iemand die echt luisterde.
Net op dat moment voelde ik Maü op mijn schoot springen, wat een welkome afleiding was. “Wie hebben we hier?” zei Jacob, terwijl ik mijn handen over de zachte vacht van de kat liet glijden. “Maü houdt me hier gezelschap.”
“Over gezelschap gesproken,” ging Jacob verder, terwijl hij Maü voorzichtig aaide, “Bill zit in de auto te wachten. Ben je zeker dat je nog alleen wilt blijven?”
Ik glimlachte naar Jacob, dankbaar voor zijn bezorgdheid en steun. “Laat hem maar binnenkomen,” zei ik. “Ik had dit gesprek gewoon heel hard nodig.”
Jacob vreef nog een keer over Maü’s rug en stond op. “Blij dat we elkaar eindelijk gesproken hebben,” zei hij terwijl hij naar de deur liep. “Ooh trouwens, ik ben officieel jouw lijfwacht geworden. Dus we zullen elkaar nog veel zien.” Hij lachte en gaf me een knipoog. “Extra bescherming zal wel geen kwaad kunnen,” voegde hij eraan toe, en ik lachte terug.
“Tot morgen,” zei Jacob, terwijl hij de deur opende.
“Tot morgen, Jacob,” antwoordde ik, terwijl hij zich omdraaide en de deur sloot. Achter Jacob zag ik Bill’s lange gestalte langzaam verschijnen. Zijn gezicht was een mengeling van bezorgdheid en verlegenheid. Hij aarzelde even voordat hij verder kwam.
Ik stak mijn hand uit en trok hem naar binnen. “Bill, kom binnen,” zei ik zachtjes, mijn stem een mengeling van opluchting en vermoeidheid.
Er zijn nog geen reacties.