22. Eindelijk terug samen
De adrenaline golfde nog door mijn lichaam terwijl ik Bill stevig vasthield, mijn knokkels wit van de spanning. Ik voelde zijn hartslag tegen mijn borst kloppen, een geruststellend ritme temidden van de chaos. De ruimte leek te draaien om ons heen, maar zijn aanraking hield me gegrond. De geur van angst en zweet hing in de lucht, vermengd met de muffe geur van mijn appartement. Ik wilde hem nooit meer loslaten, nooit meer het risico lopen om hem kwijt te raken. Maar voordat ik het goed en wel besefte, stond er al een agent bij ons.
"Hebben jullie medische hulp nodig?" vroeg de agent, zijn stem professioneel maar vriendelijk. Ik voelde een koude rilling over mijn rug lopen toen hij zijn blik op ons richtte. Ik schudde mijn hoofd, klaar om te zeggen dat ik in orde was, maar Bill antwoordde sneller dan ik. "Ja, dat hebben we."
"Waarom?" vroeg ik hem verbaasd terwijl ik hem aankeek. Mijn stem klonk hees, bijna onherkenbaar. "Ik ben oké, hoor."
Ik zag hoe zijn lippen zich langzaam omkrulden tot een bezorgde glimlach. "Je hebt een maand lang dat spul toegediend gekregen," zei hij zachtjes. "Ik heb graag dat je je laat nakijken."
Ik knikte terug, langzaam beseffend dat hij gelijk had. Sophie was me heel geleidelijk aan het vergiftigen, en ik kon alleen maar hopen dat het tot nu toe geen blijvende schade had toegebracht aan mijn lichaam. Mijn gedachten waren een warboel van angst en verwarring. Wat had ze me precies toegediend? Hoe lang had ze dit al gepland?
Nog geen minuut later stond er een arts aan mijn zijde, een man met een vriendelijke maar geconcentreerde blik. Zijn handen waren snel en efficiënt terwijl hij zijn apparatuur pakte en mijn bloeddruk begon te meten. "Wil je naar het ziekenhuis voor verder onderzoek?" vroeg hij terwijl hij mijn ader inspecteerde om bloed te prikken.
Ik hield mijn blik op Bill gericht, mijn hart klopte sneller bij de gedachte aan naalden. "Nee, alstublieft niet," zei ik snel. "Ik ben net uit het ziekenhuis en ik wil gewoon niet terug."
De arts knikte begripvol. "Ik begrijp het," zei hij kalm. "Dit zal snel voorbij zijn."
Ik voelde een klein prikje in mijn arm en kon een zachte "auw" niet onderdrukken, terwijl ik mijn ogen dichtkneep. Het was een futiliteit vergeleken met alles wat ik net had doorgemaakt, maar het bracht een golf van herinneringen en emoties naar boven. "Heb je ergens speciaal last van?" vroeg de arts.
"Buiten soms hele felle hoofdpijn, nee," antwoordde ik eerlijk. De woorden voelden hol in mijn mond, alsof ze de omvang van wat er gebeurd was niet konden dekken.
De arts fronste even, diep in gedachten. "Hmm. Oké, Elise, we gaan die hoofdpijn toch moeten opvolgen, maar voor nu maak ik me geen zorgen. Als ik de resultaten van het bloed terug heb, laat ik meteen iets weten."
"Dankjewel, dokter," zei ik terwijl hij een pleister op mijn arm plakte. Zijn aanraking was snel en professioneel, maar niet onvriendelijk.
Hij knikte en stond op om weg te gaan. Ondertussen was de politie ook bezig met hun onderzoek. Ze namen verklaringen van Bill en mij op, hun vragen kort maar noodzakelijk. De agent die bij ons stond, noteerde alles nauwkeurig in een notitieboekje. Ik voelde me uitgeput, alsof alle energie uit me was weggezogen. De adrenaline was verdwenen en maakte plaats voor een intense vermoeidheid.
"Kun je ons precies vertellen wat er gebeurde?" vroeg de agent aan Bill. Zijn stem was laag en rustgevend, bedoeld om ons gerust te stellen.
Bill haalde diep adem voordat hij begon te spreken. "Sophie had Elise vast en dreigde haar met een injectiespuit. Ze vertelde ons over haar verleden met David en hoe ze Elise langzaam aan het vergiftigen was. Het was verschrikkelijk. Ik wist dat ik iets moest doen, maar ik kon haar niet zomaar overmeesteren zonder Elise in gevaar te brengen."
De agent knikte en noteerde alles terwijl hij af en toe opkeek om Bill aan te moedigen verder te praten. Ik voelde een lichte trilling in mijn benen en leunde zwaar tegen Bill aan. Hij sloeg zijn arm om me heen en hield me stevig vast, zijn aanwezigheid de enige houvast in deze chaos.
"Op een gegeven moment kreeg Elise de kans om zich los te rukken," ging Bill verder. "Ze reageerde snel en wist Sophie te ontwapenen. De politie kwam net op tijd om de situatie onder controle te krijgen."
De agent noteerde nog wat laatste details en sloot toen zijn notitieboekje. "Dank jullie wel voor jullie medewerking," zei hij. "We zullen contact met jullie opnemen als we meer informatie hebben."
Met een laatste blik op ons beiden draaide hij zich om en liep weg, zijn voetstappen weerklonken hol in de lege gang. Eindelijk, na wat een eeuwigheid leek, waren we alleen.
De stilte die volgde was bijna surrealistisch, een scherp contrast met de chaos van eerder. Ik draaide me naar Bill en zag de zorg in zijn ogen. Hij sloeg zijn armen om me heen en ik leunde tegen hem aan, dankbaar voor zijn aanwezigheid.
"We hebben het gered," fluisterde ik, mijn stem zwak maar opgelucht.
"Ja," antwoordde hij zachtjes. "En nu gaan we ervoor zorgen dat je helemaal beter wordt."
Bill glimlachte zachtjes en tilde me voorzichtig op, alsof ik van porselein was. Ik voelde zijn sterke armen onder mijn knieën en rug, zijn greep stevig en geruststellend.
Ondanks alles kon ik een glimlach niet onderdrukken toen ik zijn gezicht zag. Hij keek naar me met een mengeling van opluchting en liefde. Zijn ogen glinsterden, en ik voelde me eindelijk veilig.
"Hou je goed vast," fluisterde hij, en ik knikte, mijn armen om zijn nek geslagen. Terwijl hij me door de gang droeg, voelde ik een golf van dankbaarheid en liefde door me heen stromen. Het was alsof de wereld om ons heen even stil stond, alleen hij en ik, samen tegen de rest van de wereld.
Bill grinnikte zachtjes terwijl hij me naar de slaapkamer bracht. "Je bent lichter dan je eruitziet," plaagde hij, zijn toon luchtig maar vol warmte. Ik lachte mee, de spanning van de afgelopen uren smolt weg door zijn aanwezigheid. Het voelde zo goed om te lachen, om even alles te vergeten en me gewoon te laten dragen door de man die zoveel voor me betekende.
Hij legde me voorzichtig in bed, zijn bewegingen langzaam en bedachtzaam, alsof hij bang was dat ik zou breken. De zachte lakens omhulden me, en ik voelde de spanning langzaam uit mijn lichaam wegvloeien. Bill boog zich over me heen, zijn ogen doorboorden de mijne met een intensiteit die me bijna deed huilen.
“Dank je, Bill,” zei ik, mijn stem zwak maar oprecht. Ik kon mijn blik niet van hem afhouden, mijn ogen gevuld met dankbaarheid en liefde. “Dank je dat je me niet hebt opgegeven.”
Hij glimlachte weer, zijn hand zachtjes op mijn kaak leggend. Zijn aanraking was warm en geruststellend, een herinnering aan hoezeer hij om me gaf. “Nooit, Elise,” antwoordde hij, zijn stem vastberaden en vol liefde. “Nooit zal ik stoppen om voor jou te vechten.”
Zijn woorden raakten me diep, en ik voelde een traan over mijn wang rollen. Bill veegde hem voorzichtig weg met zijn duim, zijn blik vol tederheid. “Je bent veilig nu,” fluisterde hij. “Ik ben hier, en ik zal altijd voor je zorgen.”
Ik knikte, niet in staat om woorden te vinden om mijn gevoelens uit te drukken. Zijn liefde en vastberadenheid gaven me de kracht die ik nodig had om door te gaan, om te helen van alles wat we hadden meegemaakt. Terwijl hij naast me op het bed ging zitten, voelde ik een diepe rust over me heen komen.
“Rust nu maar,” zei hij zachtjes, zijn hand door mijn haar strijkend. “Je hebt het verdiend.”
Ik sloot mijn ogen, het gevoel van zijn hand door mijn haar en de zachte aanraking van de lakens brachten me langzaam in slaap. Bill bleef naast me zitten, zijn aanwezigheid een anker in de storm van emoties die nog steeds door mijn hoofd raasden.
Voordat ik helemaal wegzakte in een diepe, rustgevende slaap, hoorde ik hem nog fluisteren: “Ik hou van je, Elise.”
Er zijn nog geen reacties.