Plotseling verdween de druk op haar keel. Er kwam weer lucht haar longen binnen waardoor Caragh niet anders kon dan fel hoesten en wanhopig naar adem happen. De specialist was verdwenen, maar ze kon niet zien waar hij naartoe was gegaan. Het kon haar ook vrij weinig schelen. Het duurde niet lang voordat ze kleine zuchtjes wind langs haar lichaam voelde glijden en enkele seconden later zakte er een nieuw iemand naast haar op de grond.
      ‘Verdomme, Caragh,’ hoorde ze hem nijdig zeggen, maar ze kon aan zijn stem horen dat het niet op haar bedoeld was. In een simpele beweging trok hij de dolk uit de grond die haar armen tegenhield. Caragh haalde meteen haar armen omlaag en probeerde met haar vingers de tranen uit haar ogen weg te vegen. Naast haar gooide Harlow de dolk die hij net had losgetrokken weer weg, maar zijn ogen lichtten grijs op. Ze durfde te wedden dat hij de wind gebruikte om de dolk de juiste richting uit te sturen. Toen ze zich opzij draaide, kon ze nog net zien hoe het mes in de schouder van de specialist verdween. Een gepijnigd gejammer rolde over zijn lippen.
      ‘Als je ook maar een stap dichter durft te komen is het je laatste!’ riep Harlow zijn richting uit, de woede duidelijk hoorbaar in zijn stem. De bedreiging en de dolk die in zijn schouder zat, leek voor nu genoeg voor de specialist om zich om te draaien en weg te rennen. Het was vast niet het laatste dat ze van hem gezien hadden, maar Caragh was blij dat hij voor nu gewoon weg was.
      Voorzichtig hielp Harlow haar om rechtop te zitten. De verandering in positie bracht weer een hoestbui naar boven die Caragh niet kon tegenhouden. Een hand wreef in geruststellende bewegingen over haar rug heen. ‘Probeer rustig te ademen, oké?’ Ze knikte slechts ten teken dat ze zijn raad probeerde op te volgen.
      Ze zag hem weer kort wegbuigen om één van de dolken die de specialist had laten vallen op te rapen. ‘Dit gaat even pijn doen, sorry,’ zei Harlow voordat hij haar polsen voorzichtig vastnam en met het mes de draad in een vlotte beweging doorsneed. Caragh siste kort toen de draad versprong en nog wat dieper in de al bestaande wonden sneed. Harlow gooide het mes weer aan de hand en ontdeed haar polsen nu helemaal van de draad waardoor ze ze weer kon bewegen.
      De earth fairy gaf haar wederhelft de kans niet om verder nog iets te doen. Opgelucht duwde ze zichzelf op haar knieën en sloeg ze haar armen rond zijn nek. Al snel voelde ze zijn eigen armen rond haar middel. ‘Hij is weg, Car, hij kan je niks meer doen,’ probeerde hij haar zachtjes te sussen waarna ze een instemmend geluidje maakte.
      ‘Caoimhe?’ vroeg ze hem vervolgens met krakende stem, zonder haar grip te lossen.
      ‘Veilig thuis. Ik heb gezegd dat ze in haar kamer moest wachten.’ Een tweede golf van opluchting ging door haar lichaam heen. Ze was tenminste geslaagd in haar opzet om haar dochter veilig thuis te krijgen.
      ‘Ik dacht echt dat ik jullie nooit meer ging zien.’ Caragh wilde nooit meer voelen wat ze bij die gedachte voelde. Harlow en Caoimhe waren haar alles en ze was nog lang niet klaar om dat op te geven.

Toen Caragh later die avond de slaapkamer binnenwandelde, regende het nog steeds. En hard. Ze meende zelfs af en toe een flits te kunnen zien die dan even later gevolgd werd door wat gerommel. Het was echter geen gewone storm. Het was zijn storm.
      Vanuit haar ooghoeken had ze nog net kunnen zien hoe Harlow gefrustreerd zijn shirt in een hoek van de kamer had gegooid en zich nu op de rand van het bed liet zakken. Een diepe zucht volgde. Ze twijfelde er niet aan dat hij, in de tijd dat ze in de badkamer was geweest, ook een innerlijke storm had bevochten. De storm buiten was slechts het topje van de ijsberg.
      Langzaam benaderde ze de air fairy dan ook en toen ze vlak voor hem stond plaatste ze haar beide benen aan weerszijden van zijn lichaam zodat ze zichzelf vervolgens op zijn schoot kon laten zakken. Haast instinctief vonden zijn handen haar heupen.
      ‘Ik kan de storm in je ogen zien,’ mompelde ze zachtjes toen hij haar aankeek. Haar armen vielen losjes rond zijn hals waarna ze haar vingertoppen over zijn nek liet trippelen. ‘Het is gedaan, Harlow. Laat het los,’ probeerde ze hem aan te sporen.
      ‘Het is helemaal niet gedaan,’ reageerde hij gelijk hoofdschuddend. Losjes nam hij één van haar armen vast en trok die los van rond zijn nek. ‘Kijk wat hij met je gedaan heeft.’ Zijn duim gleed rakelings over de snijwonden heen die ze daarnet in de badkamer verzorgd had. Vervolgens verplaatste hij zijn hand naar haar hals, duwde wat haar aan de hand en liet zijn vingers over de blauwe aftekeningen glijden. De plek waar de specialist haar keel daarstraks had dichtgeknepen. ‘Wat hij met Caoimhe wilde doen…’ Een nieuwe opflakkering was zichtbaar in zijn ogen.
      ‘Ik ben oké. Caoimhe is oké. En ik wil niet dat jij risico’s gaat nemen. Je zou ‘m alleen maar geven waar hij op uit is,’ sprak ze haar man streng toe. ‘We vinden wel een manier om van hem af te geraken, oké? Maar ik wil jou daarbij niet verliezen.’ De laatste woorden klonken beduidend zachter waardoor ze ook de blik in Harlow’s ogen weer zag verzachten.
      ‘Je raakt me niet kwijt,’ antwoordde hij vastberaden. ‘Ik ga nergens heen zonder mijn twee meisjes.’ Caragh voelde hoe haar mondhoek lichtjes omhoog trok. ‘Wat er ook gebeurt, toch?’ zei hij nu zelf ook met een glimlach. De bekende woorden maakten haar gelijk een stuk rustiger.
      ‘Wat er ook gebeurt,’ was ze het dan ook glimlachend met hem eens. Harlow bleef haar nog enkele seconden aankijken waarna hij voorover boog en zijn lippen op die van haar drukte. Caragh zuchtte zachtjes vooraleer ze zijn kus beantwoordde en haar lichaam voelde smelten onder zijn aanrakingen. Met zijn arm trok Harlow haar dichter tegen zich aan. Caragh gaf zich volledig over aan hem, maar voor ze ook maar de kans kregen om de kus te verdiepen, klonk er een zacht geklop op de slaapkamerdeur.
      Caragh trok haar hoofd terug en keek in de richting van de deur. ‘Ja?’ hoorde ze Harlow vragen, alsof hij niet wist wie er aan de andere kant zou staan. De klink ging langzaam omlaag en toen de deur opende, stak Caoimhe haar hoofd naar binnen.
      ‘Mag ik vanavond bij jullie slapen?’ vroeg het kleine meisje schoorvoetend, goed weten dat ze eigenlijk gewoon in haar eigen bed moest slapen. Harlow duwde Caragh voorzichtig van zich af waardoor ze naast hem op het bed belandde.
      ‘Dat hangt er van af.’ Hij kwam overeind en liep langzaam naar de deur. ‘Alleen als je belooft dat je niet gaat snurken vannacht.’ Het meisje giechelde zoals alleen kleine meisjes dat konden waardoor Caragh ook zachtjes moest grinniken. Ze hield ervan om de twee samen bezig te zien en voelde zich warm worden vanbinnen.
      ‘Ik snurk nooit!’ protesteerde Caoimhe dan ook luid.
      ‘Hmmm oké, dan mag het,’ gaf Harlow dan uiteindelijk toe. Caoimhe slaakte een vreugdekreetje en liep de kamer binnen waar ze halverwege van de grond geplukt werd door haar vader. Het deed haar alleen nog maar harder lachen. Hij wandelde met het meisje in zijn armen naar het bed en gooide haar nog net niet de dekens in. Iets wat de kleine air fairy natuurlijk alleen maar geweldig vond. Caragh kroop vervolgens ook omhoog naar het hoofdeinde en nestelde zichzelf ook onder de dekens.
      ‘Heb je veel pijn, mama?’ Ze zag haar dochter naar haar polsen kijken en voor heel even leek de blik in haar ogen sprekend op die van Harlow.
      ‘Nee, het ziet er veel erger uit dan het is,’ probeerde ze haar gerust te stellen. Het was niet eens gelogen, de grootste pijn was alweer weggetrokken. Ondertussen kroop ook Harlow aan zijn eigen kant onder de dekens. Caoimhe lag netjes in het midden.
      ‘Heeft die enge man dat gedaan?’ Caragh keek omhoog, recht in Harlow’s ogen. Wat moest ze daarop antwoorden? Ze wilde haar dochter ook niet onnodig bang maken, maar liegen leek haar ook niet helemaal eerlijk. Ze had de specialist namelijk ook gewoon met haar eigen ogen gezien.
      ‘Ja. We hadden een beetje ruzie, maar gelukkig is hij alweer heel ver weg nu,’ besloot ze om te antwoorden. En stiekem hoopte ze ook dat dat echt zo was. Dat Harlow hem genoeg had kunnen afschrikken zodat ze hem de komende tijd niet meer hoefden te zien.
      ‘Dus hij komt niet meer terug?’ vroeg Caoimhe hoopvol.
      ‘Hopelijk niet, maar twee air fairies kunnen hem wel tegenhouden als hij dat wel doet, toch?’ Het meisje giechelde weer toen haar vader suggereerde dat ze met z’n tweeën de specialist wel aankonden.
      ‘Wat zou ik zonder mijn twee helden doen, hmm?’ vroeg Caragh lachend. Toen ze weer naar Harlow keek, glimlachte hij liefdevol. Ze trok lichtjes haar wenkbrauw op, alsof ze wilde vragen waarom hij zo naar haar keek. ‘Maar volgens mij is het nu wel tijd voor kleine meisjes om te gaan slapen…’ Een goed getimede geeuw van Caoimhe volgde en het feit dat ze niet antwoordde vertelde Caragh dat het niet lang zou duren vooraleer ze in slaap zou vallen.
      Harlow boog voorover zodat hij een kus tegen Caoimhe’s voorhoofd kon drukken. In plaats van zich daarna terug te trekken boog hij over het meisje heen zodat hij ook nog een kus tegen Caragh’s lippen kon drukken. ‘Ik hou van jou,’ fluisterde hij zachtjes vooraleer hij terug naar zijn eigen kussen rolde.
      ‘Ik ook van jou,’ antwoordde ze zachtjes waarna ze haar blik weer op een inmiddels slapende Caoimhe liet vallen. Ze mochten met z’n tweeën al veel fout hebben gedaan in hun leven, maar het kleine meisje was zonder twijfel het beste van hun twee.






Reageer (1)

  • Sgaeyl

    'Wat er ook gebeurd'

    I love these two so much 🥹🤍

    6 maanden geleden
    • Culloden

      It's their motto! ❤️

      6 maanden geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen