Ik zat nog steeds te piekeren, mijn gedachten gingen in volle toeren. Hoe durfde dokter Müller zomaar te beslissen wat het beste was voor Elise? Zij kende haar toch helemaal niet? Het was frustrerend en onrechtvaardig. Mijn gedachten waren zo luid in mijn hoofd dat ik niet eens doorhad dat Tom terug de kamer was binnengekomen. Hij kwam voor me staan en legde de gsm terug op de salontafel. Zijn ogen zochten die van mij, maar ik keek hem aan met een blik die vuur kon spuwen. Hoewel ik wist dat Tom er niets aan kon doen, moest ik mijn woede op iemand kunnen uitwerken.
"Bill, rustig," begon Tom, zijn stem kalm en bedaard.
"Waarom Bas?" schreeuwde ik uit, mijn stem overspoeld met wanhoop en boosheid. Ik sprong uit de zetel, mijn hele lichaam trilde van de opgekropte emoties.
"Bill, kalm," herhaalde Tom, dit keer meer dreigend. Hij keek me doordringend aan en vervolgde zijn uitleg. "Stop nu eens met dat jaloerse gedrag naar Bas toe."
"Denk je nu echt dat Bas Elise beter gaat kunnen helpen met haar geheugen?" schreeuwde ik terug, mijn frustratie nam de overhand. "Denkt die Sophie echt dat hij meer kan doen dan ik?"
"Denk eens na, Bill!" schreeuwde Tom nu terug. Zijn stem was luid en resoluut, iets wat ik zelden bij hem hoorde. Ik schrok van de verheffing van zijn stem en slikte mijn woorden in. "Het is verdomme normaal dat Elise niet goed weet hoe ze moet reageren. Wij zijn Bill en Tom van Tokio Hotel. Dat is voor haar even onwerkelijk. Hoe zou jij reageren als ineens Beyoncé in jouw ziekenhuiskamer stond?"
Ik keek Tom aan, verbijsterd door zijn vergelijking. Hij kon Beyoncé toch moeilijk vergelijken met de situatie tussen mij en Elise? "Bill, je weet wat ik bedoel," zuchtte hij.
Ik liet me terug op de bank zakken, de uitputting van mijn emoties begon door te sijpelen. "Ja, Tom, ik weet het. Bas zal minder overweldigend overkomen. Misschien heb je gelijk."
"Ik weet dat ik gelijk heb," zei Tom, en hij zette zich weer naast mij. "Maar dat maakt het niet minder makkelijk."
Ik keek hem aan, voelde de onmacht en het verdriet als een zware last op mijn schouders. Mijn handen gingen naar mijn gezicht, de tranen begonnen weer te stromen, vrijuit zoals een onstuimige rivier. "Ik wil haar gewoon terug, Tom," fluisterde ik door mijn snikken heen. "Ik wil haar niet kwijt."
Tom sloeg een arm om me heen, trok me tegen zich aan. "We zijn haar niet kwijt, Bill," fluisterde hij. "We moeten gewoon geduld hebben. Dit is een lange weg, maar we komen er samen doorheen."
Ik knikte, de woorden voelden hol in mijn mond, maar ik wist dat hij gelijk had. Dit was geen strijd die we in een dag konden winnen. Het was een marathon, geen sprint. Met een diepe zucht liet ik mijn hoofd tegen zijn schouder rusten, mijn tranen mengden zich met de stof van zijn shirt.
"Ik weet dat het moeilijk is," zei Tom zachtjes. "Maar we moeten sterk blijven. Voor Elise. Voor onszelf."

Later die avond had ik mezelf teruggetrokken in de slaapkamer. Hoewel ik geen rust kon vinden, lag ik in mijn bed naar het plafond te staren. De witte verf en de scheuren in het pleisterwerk leken patronen te vormen die mijn gedachten bezighielden, maar geen rust brachten. Ik had al een paar keer geprobeerd om hard mijn ogen dicht te knijpen in de hoop dat ik daardoor in slaap zou vallen, maar dit trucje leek niet te werken. Elk keer dat ik mijn ogen opende, was de kamer nog steeds donker en stil, de tijd leek eindeloos uit te rekken.
Even later hoorde ik geklop op mijn deur. Ik zuchtte diep, geïrriteerd. Had ik niet duidelijk aan Tom laten weten dat ik alleen wilde zijn? "Binnen," riep ik wat ongemakkelijk, mijn stem dof van vermoeidheid en frustratie.
Tom kwam aarzelend de kamer binnen, zijn aanwezigheid vulde de ruimte met een zorgvuldige voorzichtigheid. "Bill, Bas is hier," zei hij op een rustige toon.
"Bas?" mompelde ik, de laatste persoon die ik nu wilde spreken. Hij mocht tenminste naar Elise morgen, iets wat mij niet gegund was. "Tom, ik heb gezegd dat ik alleen wilde zijn."
"Bill, aub doe nu niet zo," ging Tom verder, zijn stem kalm maar vastberaden.
Ik kroop dieper onder de lakens, trok ze over mijn hoofd in een wanhopige poging om me af te sluiten van de wereld. "Nee, Tom," zei ik iets luider van onder de lakens, mijn stem gedempt maar doordringend.
Ik voelde hoe Tom op het bed kwam zitten en het laken van over mijn hoofd trok. Zijn gezicht was ernstig maar teder, zijn ogen vol medeleven. "Hoe je het ook draait of keert, Bas is de beste vriend van Elise," zei Tom. "Door je elke keer zo kinderachtig te gedragen tegenover Bas, zal je Elise nog eens kwijtraken."
"Tom, het gaat me niet om Bas, oke? Ik wil gewoon alleen zijn. Is dat zoveel gevraagd?" loog ik een beetje, de woorden klonken minder overtuigend dan ik had gehoopt.
Tom knikte langzaam, de bezorgdheid week niet van zijn gezicht. "Oke," zei hij uiteindelijk, zijn stem zacht en begripvol. "Voor deze keer kan ik je pardonneren, maar dat doe ik geen tweede keer."
Ik glimlachte zachtjes naar mijn broer, dankbaar voor zijn begrip, al was het misschien niet volledig verdiend. "Bedankt, Tom," fluisterde ik.
Tom stond op en liep naar de deur, maar bleef nog even staan voordat hij naar buiten ging. "Probeer wat rust te krijgen, Bill. Morgen is een nieuwe dag," zei hij, zijn stem zacht maar doordringend.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen