De volgende dag scheen de zon zacht door het raam van mijn ziekenhuiskamer en wekte me met haar warme stralen. Ik rekte me uit en voelde een onverwachte rust over me heen komen. De gebeurtenissen van gisteren voelden als een vage droom, maar de realiteit sloeg snel toe toen Dr. Sophie de kamer binnenkwam.
"Goedemorgen, Elise," begroette ze me met haar kenmerkende vriendelijke glimlach. "Hoe heb je geslapen?"
"Goed, denk ik," antwoordde ik, terwijl ik mezelf rechtop zette en mijn kussen wat opschudde. Het was misschien niet de hele waarheid, maar ik voelde me sterker dan de dag ervoor.
"Dat is goed om te horen," zei ze terwijl ze mijn bloeddruk controleerde. "Ben je klaar om vandaag bezoek te ontvangen?"
Bij die vraag voelde ik meteen hoe de spanning terugkeerde. Mijn maag draaide zich om en mijn ademhaling versnelde. "Bezoek?" herhaalde ik aarzelend. "Ik... ik weet niet of ik dat aankan."
Ik wist dat ze op Bill Kaulitz doelde. Ik kon hem nog niet onder ogen komen. Wat moest ik hem zeggen? Dat ik hem niet kende? Om dan zijn teleurgestelde blik in zijn gezicht te zien? Nee, dat kon ik niet aan, ik had tijd nodig.
Sophie zag de angst in mijn ogen en legde haar hand zachtjes op mijn arm. "Niet panikeren, Elise," zei ze kalmerend. "Zo dadelijk komt je beste vriend Bas hierheen. Hij heeft enkele foto's van jullie samen meegenomen. Het kan helpen om je geheugen te stimuleren."
Een zucht van opluchting verliet mijn mond. "Bas," herhaalde ik zachtjes. Zijn naam bracht een vaag gevoel van troost, alsof er een deel van me was dat hem wilde herinnerde.
"Je hoeft je geen zorgen te maken," ging Sophie verder. "Als je er nog niet klaar voor bent om Bill of Tom te zien, dan hoeft dat helemaal nog niet."
Ik knikte geruststellend naar haar. "Dank je, Sophie. Ik waardeer dat echt."
"Is het oke als Bas deze namiddag langskomt?" vroeg ze vriendelijk.
Ik knikte langzaam. "Ja, dat is goed."
Sophie glimlachte bemoedigend. "Mooi zo. Ik laat hem weten dat hij welkom is. En als je op enig moment voelt dat het te veel is, laat het ons dan weten. We zijn hier om je te helpen, Elise."
Met die woorden verliet ze de kamer, en ik bleef alleen achter, mijn gedachten een wervelwind van emoties en herinneringen die net buiten mijn bereik lagen. Ik probeerde me Bas voor te stellen, maar zijn gezicht bleef vaag in mijn geest. Toch voelde ik een vreemde geruststelling bij de gedachte aan zijn komst. Misschien zou hij antwoorden hebben. Misschien zouden de foto's iets in me losmaken.

De uren verstreken langzaam, en ik probeerde mezelf af te leiden door naar de vogels buiten mijn raam te kijken. Hun vrolijke gezang stond in schril contrast met de chaos in mijn hoofd. Toen er eindelijk opnieuw op de deur werd geklopt, schoot mijn hartslag omhoog. Het was tijd.
Sophie stapte binnen, gevolgd door een man die een tedere glimlach op zijn gezicht had. Zijn ogen straalden warmte uit, en ik voelde een vage herkenning. "Elise," zei hij zachtjes. "Het is goed om je te zien."
"Bas?" vroeg ik aarzelend.
"Ja," antwoordde hij met een geruststellende glimlach. "Ik ben hier om je te helpen, oké? Ik heb wat foto's meegenomen. Misschien helpt het om dingen op een rijtje te zetten."
Bas kwam naast me zitten, zijn aanwezigheid gaf me een gevoel van veiligheid en vertrouwen. Ik keek even opzij en zag hoe Sophie op de achtergrond stond, haar ogen vragend op mij gericht. Ze zocht een teken van goedkeuring, een indicatie dat ze de kamer mocht verlaten. Ik gaf haar een subtiel knikje en een zwakke glimlach, waarop ze glimlachend terugknikte en stilletjes de kamer verliet.
Ik richtte mijn aandacht volledig op Bas. Hij keek me aan met een zachte glimlach. Het was een vertrouwd gezicht, maar toch voelde het alsof ik hem voor het eerst zag. Ineens herinnerde ik me dat hij gisteren ook in de kamer had gestaan, een stille getuige van mijn verwarring.
"Hoe gaat het met je?" vroeg Bas, zijn stem vol oprechte bezorgdheid.
Een glimlach verscheen op mijn gezicht. "Nog steeds problemen met mijn geheugen," gaf ik toe.
Bas lachte zachtjes. "Jouw gevoel voor humor ben je nog niet kwijt," lachte hij, en ik gaf hem een kort knikje.
"Dus jij bent mijn beste vriend?" vroeg ik hem, zoekend naar een bevestiging van wat Sophie me had verteld.
Ik zag hoe zijn blik serieuzer werd. "Ja, dat klopt," zei hij. "We kunnen het behoorlijk goed met elkaar vinden."
Hij pakte een fotoalbum tevoorschijn en deed teken of ik samen met hem wilde kijken. Ik knikte en schoof iets dichter naar hem toe, zodat we samen in het album konden bladeren.

We begonnen samen in het fotoalbum te kijken. Toen ik de eerste paar pagina's opende, schrok ik. "Bas, zijn wij dat in Madrid?" vroeg ik hem verbaasd.
"Klopt," antwoordde hij met een glimlach. "Je was nog nooit buiten Berlijn geweest. Op deze dag hebben we samen Madrid verkend. En het is eigenlijk ook het begin van onze vriendschap geworden."
Het klopte wat Bas zei, ik was nog nooit uit Berlijn geweest en dit was een droom van mij. Ik zou er alles voor over hebben om zo'n prachtige stad in het echt te zien. Ik pakte het fotoalbum bij mij en wreef zachtjes over de foto's. Deze foto's logen niet; ik stond echt in Madrid met Bas aan mijn zijde.
Een van de eerste foto's toonde ons voor het prachtige Koninklijk Paleis van Madrid, met zijn imposante architectuur en uitgestrekte tuinen. Onze gezichten straalden van vreugde en opwinding. Op de volgende foto stonden we bij de beroemde Plaza Mayor, waar we glimlachend een traditioneel Spaans gerecht deelden aan een klein tafeltje.
"We hadden die dag zoveel plezier," zei Bas terwijl hij naar de foto's wees. "We dwaalden door de smalle straatjes, bezochten musea en genoten van het heerlijke eten. Hier," zei hij, wijzend naar een foto waar we voor de indrukwekkende Almudena-kathedraal stonden, "je was zo onder de indruk van de architectuur dat je bijna niet meer verder wilde lopen."
Ik keek naar de foto's en voelde een diepe leegte in mij. Hoe hard ik ook naar deze foto's staarde, de herinneringen kwamen niet terug. Ik zag mezelf lachen en genieten, maar het leek alsof ik naar iemand anders keek. Op de achtergrond hoorde ik hoe Bas aan het vertellen was over deze dag. Zijn stem was geruststellend, maar in mijn hart voelde ik de wanhoop toenemen.
"Gaat het?" onderbrak Bas mijn gedachten, zijn stem vol bezorgdheid.
"Bedankt om mij dit te laten zien," bracht ik uit, terwijl ik vocht tegen de tranen die dreigden te komen. "Het betekent veel voor me."
Bas had snel door hoe ik me voelde en stond op om me vast te pakken. "We komen hier samen uit, Elise, dat beloof ik."
Ik hield hem vast en liet mijn emoties de vrije loop. De tranen stroomden over mijn wangen terwijl ik tegen zijn schouder huilde. De pijn van de verloren herinneringen, de verwarring over mijn situatie, en de opluchting dat ik niet alleen was, stroomden allemaal samen in dit ene moment.
"Het spijt me," snikte ik. "Ik wil me alles herinneren, maar het is zo moeilijk."
"Het is oké," fluisterde Bas. "Je hoeft je niet te haasten. We nemen de tijd die je nodig hebt."
We bleven zo staan, in een innige omhelzing, terwijl de tijd leek stil te staan. Langzaam kalmeerde ik, mijn ademhaling werd weer regelmatig en de tranen begonnen op te drogen. Bas hield me stevig vast en gaf me het gevoel dat alles uiteindelijk goed zou komen.
Toen ik uiteindelijk losliet, keek Bas me recht in de ogen aan. "Weet je, Elise," zei hij zacht, "wat er ook gebeurt, ik ben hier voor je. We zullen dit samen doormaken."
Ik knikte dankbaar. "Dank je, Bas. Ik weet niet wat ik zonder jou zou doen."
"Je bent sterker dan je denkt," antwoordde hij. "En we gaan ervoor zorgen dat je al je herinneringen terugkrijgt, op jouw tempo."

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen