Chapter 15
Samen met Gideon zit ik in de grote zaal. Ik voel me nog steeds niet comfortabel met Lucius in de buurt. Ik zorg nu wel dat ik altijd mijn toverstok bij me heb. Dit gebeurt me niet weer. Gideon wrijft zachtjes over mijn rug. 'Hoe voel je je?' vraagt hij. Ik neem een slok van mijn thee. 'Het gaat wel. De ergste schrik is over. Al kijk ik wel tweemaal om mijn schouder.' Hij kust me zachtjes op mijn wang. 'Dat snap ik. Daarom dat ik je nu ook niet alleen laat zitten. Ik kan Bezweringen echt wel een keertje missen.' Normaal zou ik daar wat van zeggen. Lessen missen is alles behalve slim. Maar voor nu, ben ik blij dat hij hier is. 'Zullen we anders naar het meer gaan?' stelt hij voor. 'Het is nog steeds mooi weer. Wat frisse lucht is altijd wel goed.' Ik knik. 'Ja, dat is goed.'
Samen zitten we aan het meer. We zijn de enige. De rest heeft les, of is naar Zweinsveld. 'Ik weet dat het vroeg is, maar heb je plannen met de kerstvakantie?' vraagt hij. Ik kijk hem aan. 'Ik ga naar huis, zoals ieder jaar. Althans, dat is voor nu het plan.' Ik heb mijn ouders niet over Gideon verteld. Hij komt niet van een magische familie. Zijn ouders zijn dreuzels. En ondanks dat het mij niet uit maakt, ben ik bang dat mijn ouders er anders over denken. Nou ja, mijn vader dan. Mijn moeder zal er niet bijster enthousiast over zijn, maar vindt het belangrijk dat ik gelukkig ben. Ik heb het Felix wel verteld. Maar goed, hij is stiekem samen met een man. Dus hij gaat niks zeggen. 'Je bent stil,' zegt Gideon. Ik kan het Gideon beter vertellen. 'Ik moet je wat vertellen. Ik heb mijn ouders nog niks gezegd. Over ons.' Hij is stil. 'Ik vind je echt heel erg leuk...' 'Maar ik ben geen volbloed,' zegt hij. Ik pak snel zijn hand vast. 'En voor mij maakt dat geen hol uit!' Ik kijk naar mijn knieën. 'Als mijn vader niet zo moeilijk was, dan had ik gevraagd of je kerstmis bij ons wilde vieren. Maar ik wil gewoon niet dat hij je pijn doet. Want dat verdien je niet.' Hij zegt niks. 'En wat betekent dat dan voor ons?' Mijn ogen beginnen te prikken. 'Ik weet het niet goed. Als....Als ik bij jou ben, dan is alles zoveel makkelijker. Dan is Zweinstein zoveel leuker. En dan ben ik veilig. En dat is zo'n intens fijn gevoel. Dat voelde ik niet eens bij Lucius. Dan had ik altijd het gevoel dat ik me...anders moest voordoen om erbij te horen. Om acceptabel te zijn. En bij jou heb ik die druk niet. Dan kan ik gewoon Espen zijn. Het meisje wat normaal gesproken voor geen goud een les zou missen, of iemand anders een les zou laten missen.' Ik zucht en trek mijn knieën op. Ik veeg een paar tranen weg. Ik weet dat, als ik samen met Gideon wil blijven, ik de confrontatie moet aangaan. 'Ik ga hem schrijven,' zeg ik met schorre stem. 'Wie?' vraagt Gideon. 'Mijn vader. Hij hoort het te weten. Maar hij moet ook snappen dat dit mijn leven is.' Gideon slaat een arm om me heen en trekt me stevig tegen zih aan. 'Dat waardeer ik. Luister, mocht het escaleren...Mijn ouders zullen er echt geen problemen mee hebben als je een tijdje bij ons verblijft. Ik hoop het voor jou natuurlijk niet. Maar weet wel dat ik je niet alleen laat.' Voorzichtig kijk hem aan. 'Want sowieso, van wie moet ik dan huiswerk overschrijven?' Ik zucht en geef hem een duw. 'Haha...Heel grappig.'
Ik zit aan mijn bureau. Het is al avond. De dag is alsnog voorbij gevlogen. Voor me ligt de brief. Ik hoef hem alleen nog maar te versturen. Mijn hart klopt in mijn keel. Waarom is dit zo moeilijk. Waarom zijn mijn ouders hierin zou moeilijk? Ik doe hem in een envelop. Met Lucius had ik deze problemen niet. Lucius was perfect. Lucius is rijk, en zijn vader heeft connecties. Nou en? Gideon is duizendmaal liever. Gideon steunt me, en ik steun hem. 'Ben je nog wakker?' Ik draai me om. Het is Eliza. Ik knik. 'Ja. Hoe gaat het met je?' Ze haalt haar schouders op en gaat op mijn bed zitten. 'Om eerlijk te zijn, voel ik me zo verdoofd. Het is alsof de laatste paar dagen een soort waas zijn. Ik ben er wel, maar alleen fysiek.' Ik ga wat rechter zitten. 'Hoe...Hoe zit het met jou en Jeegers?' 'Dat is voorbij,' zegt ze. Ze klinkt overtuigd. 'Het feit dat hij het toestaat dat iemand anders me pijn doet...Me fysiek pijn doet. Ik heb niet meer met hem gepraat. Hij heeft ook geen contact meer met me gezocht. Dat is hoeveel ik waard ben. Al zou het me niet moeten verbazen. Ik ben altijd al meer een accessoire geweest voor hem. Het was nooit zoals tussen jou en Lucius. Het was gewoon voor zijn ego. En ik ben er bijna 3 jaar lang in meegegaan.' Ik sta op en ga naast haar zitten. 'En dat is zijn vergissing. Jij hebt altijd voor hem klaargestaan. Jou treft geen blaam.' Ze veegt een traan weg. 'Ze komen soms samen, achter het zwerkbalveld. Bij het verboden Bos. Ik ben een keer mee geweest. Het...Nou ja, je zult het waarschijnlijk al weten wat daar gebeurd. Ik heb het aan Susanna verteld, en die verteld alles door aan Cindy.' Ik knik. 'Misschien...Misschien deed ik het expres. In de hoop dat een leraar of wie dan ook, het zou oppakken. Ik weet niet of jij het was die naar Perkamentus is gegaan, maar ik ben blij dat iemand zijn mond heeft opengetrokken.'
Er zijn nog geen reacties.