Chapter 14
Samen met Zwadderich zitten we bij Gedaanteverwisselingen, mijn favoriete vak. Professor Anderling is even de klas uit. Potter en Zwarts hebben weer wat uitgehaald. Er staan notities op het bord. Vlijtig ben ik aan het schrijven. Achter me hoor ik wat dom gegiechel. 'Tsja dames, dat is het voordeel als je van een goede achtergrond komt.' Het is Lucius. Ik rol met mijn ogen en schrijf verder. Altijd hetzelfde liedje. 'Hey Espen!' Ik zucht en draai me om. 'Ja, Lucius?' Hij zit half onderuit gezakt achter zijn tafel. Om hem heen zit een paar meisjes van Zwadderich. Ik weet zeker dat als Narcissa hem nu zag zitten, dat hij dood was. 'Heb je het nieuws al gehoord? Van Griffoendor?' Ik haal mijn schouders op. 'Zegt me niks. Maar ik ga ervan uit dat jij me dat nu gaat vertellen?' 'Blijkbaar hebben wat mensen een van de drijvers van Griffoendor zien lopen...Met iemand die verdacht veel lijkt op jou.' Zijn blik verhardend. Ik haal weer mijn schouders op. 'Dat zou heel goed kunnen.' 'Gideon Connely,' bijt Lucius me toe. 'Ja, dat klopt,' antwoord ik rustig. Stiekem krijg ik er best een kik van om hem zo boos te zien. Ik kan er niks aan doen. Maar ik laat niks merken. Ik laat me niet zakken tot zijn level. Hij staat op en loopt naar me toe. 'Ik denk dat we beide weten er aan de hand is!' sist hij me toe, nauwelijks hoorbaar. Ik kijk niet weg. 'Wat dan?' vraag ik hem. Hij slaat met zijn vlakke hand op mijn tafeltje en buigt voorover. 'Geef toe. Je kan het niet verkroppen dat ik iemand beter heb gevonden. Dus nu ga je uit met de populaire jongens om mij jaloers te maken!' Ik moet lachen. 'En dat geloof je zelf? Wie heeft zich in het geheim met iemand anders verloofd? Ik niet.' Ik sta op. 'Ik ben altijd eerlijk tegen je geweest, Lucius. Ik heb nooit tegen je gelogen. Heb altijd het beste met je voor gehad. Toen ik jullie op dat feest zag, was ik er kapot van! Ik wilde niet eens terugkomen naar Zweinstein. Maar ik ben er weer bovenop gekomen. Jij bent degene die het nog steeds aanhaalt. Voor mij is het in het verleden. Waarom doe je niet hetzelfde, en focus je jezelf op je relatie met je nieuwe grote liefde?' Ik ga weer zitten. 'Als je het niet erg vind, ik wil graag mijn aantekeningen afmaken.' Zonder iets te zeggen gaat Lucius weer terug zitten. De meisjes die net zaten te giechelen, zijn doodstil. 'Sorry, dames en heren. Maar er zijn twee heren geweest die het grappig vonden om een van de trappen vol te smeren met spekglad slijm....Jullie zijn aardig stil. Wat is er gebeurd?' Anderling kijkt rond, maar niemand zegt iets. 'Hmm... Nou goed, ik hoop dat jullie deze notities hebben overgeschreven.' Ze zwaait met haar toverstaf en de notities verdwijnen. Ik hoor een paar Zwadderaars kreunen, maar professor Anderling negeert het en gaat door met haar les alsof er niks gebeurd is.
Het is vandaag weer zwerkbaltraining. Ik sta buiten te wachten op Gideon, zodat we samen naar het veld kunnen lopen. In de verte zie ik Lucius staan. Hij komt op me aflopen. Fijn, wat moet hij nu weer? Ik sla mijn armen over elkaar. 'Fahrling!' Ik slaak een luide zucht. 'Wat wil je van, Malfidus? Ik sta op iemand anders te wachten. Heb ik soms honing aan mijn kont zitten? Overal waar ik naartoe ga, weet je me te vinden.' Hij gaat voor me staan. 'Denk je dat ik accepteer wat je net Gedaanteverwisselingen flikte?' Ik rol met mijn ogen. 'Ik flikte helemaal niks. Ik reageerde gewoon op de onzin die jij uitspuwde. Als je geen ongemakkelijke reacties wil, moet je ze ook niet uitlokken.' Hij komt dichterbij, en voor het eerst deins ik een beetje achteruit. Ik herinner me de geruchten weer. 'Jij denkt dat je alles over me weet, Fahrling. Alles weet over mijn familie. Ik weet dat je naar Perkamentus bent gegaan.' Ik begin lichtelijk in paniek te raken. Hoe weet hij dat? Nee, doen alsof je van niks weet. 'Perkamentus? Waar heb je het over?' Hij grijpt me bij mijn arm vast. 'Iemand heeft blijkbaar met Perkamentus lopen praten. En nu lopen er overal schouwers rond. Weet je waarom dat is?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee. Er is ons alleen gezegd...' 'Dat er vreemde dingen zijn gespot bij het Verboden Bos. Ja, dat verhaal is mij ook verteld. Iemand heeft gepraat!' Dit is geen getreiter meer. Ik moet hier weg...Oh nee. Mijn toverstok ligt nog in mijn tas naast mijn bed! Ik kijk rond of ik Gideon ergens zie, of wie dan ook. Maar er is niemand! 'Kom, wij gaan een wandeling maken.' Ik schud mijn hoofd. 'Nee! Nee dat wil ik niet! Laat me los!' Ik probeer me los te rukken. Vliegensvlug duwt zijn zijn toverstok tegen mijn nek aan. 'Ik waarschuw niet nog eens.' In de verte zie ik mensen aankomen lopen. Oh nee...Het zijn Korzel en Kwast. En Jeegers. Met Eliza. Ze blijven op een afstand staan. Ik begin te rillen. 'Lucius, alsjeblieft. Laat me alsjeblieft gaan...' De tranen lopen over mijn gezicht. Eliza komt naar me toe lopen. Geschokt kijkt ze naar Lucius. 'Wat doe je! Laat haar los!' 'Bemoei je er niet mee, Eliza' zegt Jeegers. Hij komt ook dichterbij. 'Maar hij doet haar pijn! Lucius, laat haar los!' Ze begint aan zijn arm te trekken. Met een beweging draait hij zich om en slaat haar tegen de vlakte. Eliza valt op de grond. Ik weet me los te rukken. Jachtig haal ik adem. Eliza kijkt me aan. Ik trek haar overeind. Ze heeft tranen in haar ogen. Haar beide knieën bloeden en haar wang begint blauw te worden. Lucius grijpt me weer vast. Niet weer. 'Hey! Hey laat haar los!' In de verte hoor ik een jongensstem, die ik uit duizenden herken. Het is Gideon, met achter hem de rest van het team. Geschrokken laat Lucius me los, en samen met zijn vrienden rent hij weg. Ik sta op mijn benen te trillen, samen met Eliza. Gideon rent naar me toe en omhelst me. 'Mijn god, Espen. Wat was dat? Ben je oké?' Trillerig haal ik adem. 'Ik...Ik...' verder kom ik niet. Ook Eliza kan zo te zien niet praten. 'Meiden!' Cindy komt vanachter de jongens tevoorschijn. 'Dat was verschrikkelijk. Wie denken ze wel niet dat ze zijn? Eliza, ben je oké?' Eliza begint te huilen, en niet lang daarna begin ik te huilen. Gideon houdt me stevig vast. 'Het is voorbij, Espen. Hij kan je niks maken.' Cindy wrijft Eliza over haar rug. 'Ik denk dat het misschien beter is dat ik jullie naar de ziekenvleugel breng,' zegt Cindy. Ik knik. 'Oké.' 'En daarna naar Perkamentus! Dit is onacceptabel gedrag,' zegt Ryan. Gideon drukt een kus op mijn voorhoofd. 'En anders ga ik wel eens met Malfidus praten.' Ik schud mijn hoofd. 'N-nee. We moeten naar Perkamentus gaan.'
Er zijn nog geen reacties.