1. Wie ben jij?
POV Bill
Mijn hart sprong op van vreugde toen ik zag hoe Elise langzaam haar ogen opende. Ze knipperde een paar keer, haar blik gefocust maar verward.
"Elise," fluisterde ik met een glimlach op mijn gezicht, mijn hart vervuld van opluchting en liefde.
Maar toen ik haar aankeek, zag ik de angst in haar ogen. Ze trok haar hand terug alsof ze bang was voor mij. Mijn glimlach verdween langzaam toen ze met een bevende stem vroeg: "Wie ben jij?"
Het voelde alsof de tijd stil stond terwijl ik haar bleef aanstaren, hopend dat ze me zou herkennen, dat haar ogen de mijne zouden ontmoeten en alles weer normaal zou zijn. Maar hoe langer ik keek, hoe meer angst ik in haar ogen zag. Het was alsof ze me niet kende, alsof ik een vreemde was die haar kamer was binnengedrongen.
Mijn hand trilde terwijl ik de hare losliet, als een laatste baken van hoop dat tussen ons in dreigde te breken. Een gevoel van paniek greep me bij de keel terwijl ik me realiseerde dat ik haar aanwezigheid misschien voorgoed was kwijtgeraakt.
Plotseling voelde ik hoe ik naar achteren werd getrokken, mijn voeten voelden loodzwaar alsof ze aan de grond genageld waren. Er verzamelde zich een team van dokters rond haar bed, hun gezichten ernstig en geconcentreerd.
"Mag ik u verzoeken om even de kamer uit te gaan?" vroeg een vrouw met een witte jas, haar stem zacht maar dwingend. Mijn lippen bewogen maar er kwam geen geluid uit mijn keel. Tom verscheen aan mijn zijde, zijn hand stevig om mijn arm terwijl hij me meetrok naar buiten.
Het geluid van mijn eigen hartslag vulde mijn oren terwijl ik als verdoofd door de gangen van het ziekenhuis liep. Mijn gedachten waren een warboel van angst en verwarring, mijn geest worstelend om te bevatten wat er zojuist was gebeurd.
Buiten de ziekenhuiskamer vond ik geen rust, alleen de echo's van mijn eigen vertwijfeling die als spoken door mijn hoofd waarden. Ik wilde teruggaan, terug naar Elise, maar een onzichtbare kracht hield me tegen, als een muur van onzekerheid die me tegenhield om verder te gaan.
Tom's stem klonk ver weg terwijl hij me probeerde te kalmeren, maar zijn woorden bereikten me nauwelijks. Mijn gedachten waren bij Elise, bij de vrouw die mijn hart had gestolen en die nu, voor mijn ogen, uit mijn greep dreigde te glippen.
Ik kon alleen maar wachten, wachten op nieuws, wachten op hoop, terwijl de tijd leek te stilstaan in een moment van ondraaglijke angst.
"Bill" hoorde ik plotseling naast mij. Deze stem sneed door mijn verwarde gedachten heen, en ik keek opzij, alsof ik uit een diepe trance werd getrokken. Plotseling leek alles om me heen helderder, scherper, en ik zag Jacob daar zitten. Ik keek hem wanhopig aan, mijn handen trilden terwijl ik hem vastgreep en mijn tranen probeerde te bedwingen. Ik voelde hoe Jacob mij probeerde te troosten.
"Sorry, Bill," zei hij zachtjes, zijn stem doordrenkt van spijt. Ik keek hem aan, mijn ogen zoekend naar antwoorden. "Wat is er gebeurd?" vroeg ik hem, mijn stem schor van emotie. Hij begon het hele verhaal te vertellen, zijn stem aarzelend terwijl hij elk detail probeerde te reconstrueren.
"Elise moest een nummer opnieuw inzingen," begon Jacob, zijn woorden langzaam en zwaar beladen. "Ik dacht dat ik eventjes naar het toilet kon gaan." Mijn adem stokte in mijn keel terwijl ik naar hem luisterde, de gruwelijke waarheid van zijn woorden langzaam tot me doordringend.
"Ondertussen was Elise kwaad naar buiten gestormd," vervolgde Jacob, zijn stem gebroken. "Ik had geen idee dat David het gebouw ongemerkt was binnengekomen." Mijn vuisten balde zich tot witte knokkels terwijl ik mijn nagels in mijn handpalmen groef, de woede en angst die door mijn aderen raasde was ondraaglijk.
"Toen ik buiten kwam, was ik al te laat," zei Jacob, zijn stem trillend van spijt. "David had haar al vast." Een golf van pure paniek overspoelde me terwijl ik me de gruwelijke scène voorstelde, Elise gevangen in de greep van die monsterlijke man, haar leven op het spel.
"David deed me een voorstel om mijn familie naar Duitsland te halen," vervolgde Jacob, zijn stem bijna fluisterend. Mijn hart stokte bij zijn woorden, de gedachte aan wat Elise had moeten doorstaan terwijl ik machteloos aan de andere kant van de wereld was, vulde me met een verpletterend gevoel van schuld.
"Ik deed alsof ik op het voorstel wilde ingaan," zei Jacob, zijn ogen vervuld van vastberadenheid. "Maar het was slechts een afleiding." Mijn bewondering voor zijn moed groeide terwijl ik zijn woorden tot me door liet dringen, mijn respect voor de man die Elise had gered groter dan ooit tevoren.
"Toen was het moment om aan te vallen," vervolgde Jacob, zijn stem nu vol vuur. "Ik rende op volle vaart naar David toe, met al mijn kracht."
"David smeet Elise tegen de grond," zei Jacob, zijn stem gebroken. "Ze raakte haar hoofd en verloor veel bloed." Een golf van misselijkheid overspoelde me terwijl ik me de gruwelijke impact van haar val voorstelde, haar leven op het spel terwijl ze vechtte voor haar leven.
"Maar de ambulance kwam meteen," zei Jacob, zijn stem nu gevuld met hoop. "Paul, Bas en ik hebben geen seconde van haar zijde geweken."
Ik sloot mijn ogen, proberend mijn emoties onder controle te krijgen. Elise had me nodig. Ik moest er voor haar zijn, koste wat het kost. En terwijl ik daar zat, omringd door mijn vrienden, voelde ik een vastberadenheid in me opborrelen. We zouden dit samen doorkomen. Hoe dan ook.
Tom kwam bij ons zitten, zijn gezicht uitdrukkingsloos. "David is ondertussen al opgepakt," begon hij, zijn stem ernstig. "Hij zal heel waarschijnlijk een gevangenisstraf krijgen." Jacob knikte als bevestiging. "Best," mompelde ik, mijn vuisten nog steeds gebald van ingehouden woede. "Anders had ik persoonlijk wel voor gezorgd dat David de gevangenis in moest."
Terwijl we zo zaten, zagen we een dokter onze richting uitkomen. Ze keek ons ernstig aan, en op haar naamkaartje las ik 'Dokter Müller'. "We hebben Elise grondig onderzocht," begon ze, haar stem rustig maar doordringend. "Het goede nieuws is dat alles in orde is. Het slechte nieuws echter..." Haar stem stokte even, alsof ze het moeilijk vond om de woorden uit te spreken. "De klap op haar hoofd heeft ervoor gezorgd dat ze haar geheugen kwijt is."
Een zware stilte viel over ons heen terwijl we de woorden van de dokter probeerden te verwerken. Elise, mijn Elise, haar geheugen kwijt. Het voelde als een klap in mijn gezicht, een verpletterende realiteit waar ik niet aan kon ontsnappen.
"Ze weet wie ze is, maar verder dan dat weet ze niks," vervolgde de dokter, haar stem vol medeleven. "Komt haar geheugen ooit nog terug?" fluisterde ik, mijn keel droog van de angst. De dokter zuchtte, haar blik vol bezorgdheid. "Moeilijk te zeggen," antwoordde ze eerlijk. "Er is een kans dat ze haar geheugen nooit meer zal terugkrijgen, maar wij gaan er alles aan proberen om dit te voorkomen."
Een golf van wanhoop overspoelde me bij het idee dat Elise misschien nooit meer zou herinneren wie ze was, wie we samen waren. Ik voelde me aan de grond genageld, machteloos tegenover deze genadeloze wending van het lot. We hadden David gevangen, maar de schade die hij had aangericht was diep en onherstelbaar. De mogelijkheid dat Elise haar herinneringen voorgoed kwijt zou zijn, was als een mokerslag. Ik kon me geen leven voorstellen zonder haar, zonder de herinneringen die ons hadden gevormd tot wie we waren. Maar ik kon me ook niet voorstellen dat ik haar zou opgeven. Nooit.
Er zijn nog geen reacties.