91. Alleen maar woede
POV Bill
Mijn hele wereld leek te vervagen terwijl de woorden van Tom in mijn hoofd weerklonken als een angstaanjagend echo. Elise... in het ziekenhuis... Het voelde alsof de grond onder mijn voeten werd weggeslagen, en ik worstelde om grip te krijgen op de realiteit.
Tom smeet zijn telefoon op het bed, een luide klap die als een waarschuwing klonk voor de storm van emoties die op het punt stond los te barsten. Zijn gezicht was een masker van bezorgdheid, zijn ogen vol medeleven terwijl hij dichter bij me kwam.
"Bill, aub blijf kalm," zei hij, zijn stem gedempt door de ernst van de situatie. Maar mijn hart bonkte wild in mijn borstkas en mijn ademhaling was onregelmatig, alsof mijn lichaam niet kon omgaan met de plotselinge golf van paniek die me overspoelde.
Elise... mijn lieve Elise, lag in het ziekenhuis. Mijn gedachten schoten alle kanten op terwijl ik probeerde te begrijpen wat er was gebeurd. Hoe kon dit gebeuren? Hoe kon ik haar beschermen als ik niet eens bij haar kon zijn?
"Vertel me wat er is gebeurd," vroeg ik, mijn stem schor van emotie. Tom aarzelde even, alsof hij zich afvroeg of ik het wel aankon om de waarheid te horen. Maar ik had antwoorden nodig, hoe pijnlijk ze ook zouden zijn.
"David heeft Elise opgewacht op de wc's van Pulse Discotheek," begon Tom, zijn stem zwaar van verontwaardiging. "Hij heeft haar gedrogeerd en meegenomen naar zijn appartement."
Een golf van blinde woede overspoelde me toen ik besefte wat David Elise had aangedaan. Mijn vuisten balden zich tot witte knokkels, mijn spieren gespannen als staaldraad onder mijn huid. Alles om me heen leek te vervagen, mijn zicht vertroebeld door een rood waas van razernij.
"Die klootzak," siste ik, mijn stem trillend van woede.
In een vlaag van blinde woede voelde ik de drang om alles om me heen te vernielen, om mijn frustratie en machteloosheid te uiten op de wereld die me zo wreed had behandeld. Mijn spieren spanden zich als staalkabels onder mijn huid en mijn handen balden zich tot vuisten, klaar om uit te halen naar alles wat in de buurt kwam.
Maar voordat ik zelfs maar een stap kon zetten, greep Tom me stevig vast, zijn sterke armen als stalen kabels die me vasthielden.
"Bill, blijf kalm," drong hij aan, zijn stem vastberaden maar vol mededogen. Maar ik wilde niet kalmeren. Ik wilde schreeuwen, slaan, vernietigen, om de pijn en het onrecht dat Elise was aangedaan te wreken.
Ik worstelde om uit zijn greep te komen, mijn lichaam trillend van de opgekropte energie die zich een weg naar buiten zocht. Maar Tom hield me stevig vast, zijn greep onwrikbaar als een rots in de branding.
"Laat me los!" brulde ik, mijn stem rauw van woede en frustratie. Maar Tom hield stand, zijn ogen vol vastberadenheid terwijl hij me bleef vasthouden, me beschermde tegen de razernij die me dreigde te verzwelgen.
"Bill, blijf kalm," drong hij aan, zijn stem doordringend door mijn razernij. "Dit helpt niemand. We moeten rustig blijven en nadenken over wat we nu moeten doen."
Ik schudde mijn hoofd, mijn gedachten verstrikt in een warboel van emoties. Hoe kon ik kalm blijven in een situatie als deze? Hoe kon ik rustig blijven terwijl Elise ergens in een ziekenhuis lag, slachtoffer van de wreedheid van een monster dat zichzelf David noemde?
Terwijl Tom me stevig vasthield, voelde ik langzaam de woeste golven van mijn razernij tot bedaren komen. De storm in mijn hart begon te luwen, vervangen door een zachte bries van verdriet en machteloosheid. Mijn spieren ontspanden zich langzaam onder zijn geruststellende greep en mijn ademhaling werd rustiger.
Ik sloot mijn ogen, mijn hoofd rustend tegen Toms borstkas, en liet me overweldigen door een golf van vermoeidheid die me plotseling overspoelde. Het voelde alsof ik eeuwen had gevochten, alsof mijn hele wezen uitgeput was van de strijd tegen de duisternis die me dreigde te verslinden.
Tom voelde mijn verandering en liet me los, zijn blik vol mededogen terwijl hij de tranen over mijn wangen zag stromen. Hij liet me de ruimte om mijn emoties de vrije loop te laten, om toe te geven aan de golf van verdriet die me overspoelde.
Ik liet me zakken op de rand van het bed, mijn hoofd in mijn handen verborgen terwijl ik mijn tranen de vrije loop liet. Elise, mijn geliefde Elise, lag ergens alleen in een ziekenhuisbed, slachtoffer van de wreedheid van een monster dat zichzelf David noemde. Het voelde alsof mijn hart in duizend stukken brak bij de gedachte aan haar lijden.
Ik kon me niet herinneren wanneer ik me voor het laatst zo machteloos had gevoeld, zo overweldigd door de duisternis die me dreigde te verzwelgen. Maar temidden van al mijn verdriet wist ik één ding zeker: ik zou er alles aan doen om Elise te beschermen, om haar veilig terug te brengen in mijn armen waar ze thuishoorde.
Tom kwam naast me zitten, zijn aanwezigheid als een bron van troost in de donkere chaos van mijn gedachten. Hij legde een hand op mijn schouder, zijn gebaar van solidariteit en steun verwarmde mijn gekwelde ziel.
"Bill," zei hij zachtjes, zijn stem doordrenkt van begrip en mededogen. "Het komt allemaal goed. We gaan er doorheen komen, samen." En hoewel zijn woorden als een zwakke flard leken te verdwijnen in de oneindige leegte van mijn verdriet, voelde ik toch een sprankje hoop ontwaken in mijn hart.
Ik keek op naar Tom, mijn ogen rood door de tranen, maar gevuld met een vastberadenheid die niemand kon doven. "Dank je, Tom," fluisterde ik, mijn stem nauwelijks meer dan een gebroken zucht. "Dank je voor alles."
Er zijn nog geen reacties.