Langzaam opende ik mijn ogen, verblind door het felle licht dat de kamer vulde. Ik voelde me duizelig en gedesoriënteerd, alsof ik uit een diepe slaap ontwaakte en mijn omgeving nog moest herontdekken. Mijn oogleden knipperden een paar keer om mijn zicht te herstellen, terwijl stemmen om me heen begonnen te klinken, als echo's die langzaam tot me doordrongen.
"Ze is wakker!" hoorde ik iemand roepen, en niet veel later verscheen een vrouw in een witte jas boven me, haar gezicht vriendelijk maar professioneel. Haar ogen waren helder, maar ze straalden een ernstige bezorgdheid uit die me meteen liet voelen dat er iets ernstigs aan de hand was.
"Kan je me vertellen wie je bent?" vroeg ze, terwijl ze met een lichtje in mijn ogen scheen. Haar stem klonk helder en geruststellend, maar ik voelde een steek van angst toen ik me realiseerde dat ik niet wist waar ik was. Mijn geheugen voelde aan als een mistige vlakte waarin ik verdwaald was geraakt.
Met twijfel in mijn stem antwoordde ik: "Elise." Het voelde vreemd om mijn eigen naam uit te spreken, alsof ik me voor het eerst bewust was van mijn identiteit. Terwijl ik mijn omgeving langzaam begon te verkennen, zag ik dat ik me in een ziekenhuiskamer bevond. De witte muren, het zachte gezoem van medische apparatuur, het was allemaal zo bekend en tegelijkertijd zo onwerkelijk.
Een infuus was aan mijn arm bevestigd, en ik voelde de koele metalen naald diep in mijn huid prikken. Mijn keel voelde droog aan, schraal als een woestijnvlakte die smachtte naar een druppel water. Naast de dokter zag ik Bas, zijn gezicht bezorgd en vertrokken. Zijn aanwezigheid bracht een vlaag van geruststelling over me, wetende dat ik niet alleen was in deze vreemde en verwarrende situatie.
"Wanneer ben jij geboren?" vervolgde de dokter, haar stem professioneel maar vriendelijk. Haar woorden drongen langzaam tot me door, en ik antwoordde automatisch: "25 juni 1992." Het voelde als een vage herinnering, een stukje van mezelf dat ik met moeite terugvond te midden van de chaos die mijn gedachten overspoelde.
"Kan je me vertellen wat er gebeurd is?" vroeg ze dan, haar stem zacht maar vastberaden. Plotseling kwamen alle herinneringen terug, als een onheilspellende stroom die me meesleurde naar de duistere gebeurtenissen van de afgelopen nacht. Mijn hart begon sneller te kloppen, angst en verwarring streden om voorrang in mijn geest.
"Ben ik verkracht?" vroeg ik haar direct, mijn stem trillend van angst en wanhoop. De dokter keek me recht in de ogen, haar blik geruststellend maar doordringend. "Nee, er zijn geen tekenen van seksueel misbruik," antwoordde ze snel. Een golf van opluchting overspoelde me bij dat nieuws. David had zijn frustratie niet op mijn lichaam uitgeleefd, ik voelde de spanning in mijn lichaam langzaam afnemen.
"We hebben echter grote hoeveelheden drugs in je lichaam aangetroffen," vervolgde de dokter, haar stem nu serieuzer en bezorgder. Een golf van paniek overspoelde me bij dat nieuws, mijn geest worstelend om grip te krijgen op de angstaanjagende realiteit van wat er was gebeurd.
De dokter vertelde verder, haar woorden als een dreigende echo in mijn hoofd. Ik was op straat gevonden door voorbijgangers, mijn lichaam gedrenkt in een vage mist van verdoving en wanhoop. De politie was ingeschakeld, onderzoek was gedaan, en de conclusies waren verontrustend. "Ze zijn bij jouw vriend uitgekomen, die wist te vertellen dat jullie een avondje zijn uit geweest," zei de dokter, haar stem zachter nu, alsof ze bang was me verder van streek te maken. Het nieuws trof me als een mokerslag, mijn hart bonzend in mijn keel terwijl ik probeerde te bevatten wat er was gebeurd. Mijn gedachten dwaalden af naar Bas, en ik voelde een golf van schuld en angst over me heen spoelen.
De dokter wendde haar blik naar beneden, alsof ze aarzelde om me nog meer slecht nieuws te brengen. Ik hield mijn adem in, mijn hart in mijn keel kloppend terwijl ik wachtte op haar volgende woorden.
"Elise," begon ze ten slotte, haar stem zachter nu, gevuld met mededogen. "Door je drugsverleden en de camerabeelden van de nachtclub en het appartement van David, lijkt het erop dat je vrijwillig bent meegegaan."
Ik voelde een ijskoude rilling over mijn rug lopen bij die woorden, een mengeling van woede, verdriet en verbijstering die me overspoelde. "Wat?" bracht ik uit, mijn stem een fluistering van ontzetting. Mijn geest tolde, mijn gedachten een wervelwind van verwarring en angst terwijl ik probeerde te begrijpen wat er was gebeurd. Ik was helemaal niet vrijwillig meegegaan met David, hij had mij gedrogeerd. Hij had dit alles gedaan om zijn Elise te kunnen terugkrijgen.
De dokter keek me recht in de ogen, haar blik vastberaden maar meelevend. "Kijk, ik ben geen politieagent," zei ze zachtjes. "Maar ik geloof niet dat jij ooit een drugsverslaafde bent geweest, als ik nu naar je bloedanalyse kijk," zei ze. "Maar de documenten in je medisch dossier liegen niet. Ik geloof niet dat je vrijwillig met hem bent mee geweest, maar de feiten op beeld en papier spreken voor zich."
Haar woorden brachten een vlaag van opluchting over me, maar de waarheid drong langzaam tot me door. David had me gebruikt, gemanipuleerd, en mijn leven in een nachtmerrie veranderd. En het drugsverleden van de andere Elise hielp mij ook niet echt in deze situatie.
"Ik hou jou hier nog een paar dagen voor observatie," vervolgde de dokter, haar stem resoluut maar vriendelijk. Ik knikte zwakjes, mijn gedachten een chaos van emoties terwijl ik probeerde te bevatten wat er was gebeurd.
De dokter draaide zich om en liep naar de deur, maar voordat ze vertrok, wendde ze zich nog een keer tot me. "Ik zorg er persoonlijk voor dat hij jou niet kan bezoeken hier, Elise," zei ze vastberaden. Ik knikte dankbaar, mijn ogen gevuld met tranen van machteloosheid en frustratie.
Terwijl de dokter de kamer verliet, voelde ik me verloren in een zee van emoties. Bas kwam naar me toe en legde voorzichtig een hand op mijn arm. Zijn bezorgde blik ontmoette de mijne en voor het eerst voelde ik me niet helemaal alleen in deze nachtmerrie.
De ziekenhuisgeluiden om ons heen vervaagden tot een zachte achtergrondruis terwijl mijn gedachten een wervelwind van verwarring en angst vormden. Hoe kon ik ontsnappen aan de greep van David, de man die mijn leven in een draaikolk van chaos had getrokken?
Terwijl de tijd verstreek en de zon langzaam onderging buiten het ziekenhuisraam, voelde ik een kille onrust in mijn hart. Wat zou de toekomst brengen? Hoe kon ik ooit weer een normaal leven leiden na deze verschrikkelijke gebeurtenissen?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen