Na Elise's klop op mijn voorhoofd leek het alsof mijn bewustzijn langzaam terugkeerde, als een mist die optrok en de werkelijkheid onthulde. De duistere kamer waarin ik gevangen zat, leek plotseling minder verstikkend, minder angstaanjagend. Langzaam begon ik te beseffen dat ik terug in de echte wereld was. Ik hield mijn adem in terwijl ik David's voetstappen door de kamer hoorde echoën.
Ik hield mijn ogen stijf gesloten, mijn ademhaling onhoorbaar terwijl ik mijn bewustzijn scherp hield. Ik moest alert blijven, mocht niet verraden dat ik weer bij bewustzijn was. Langzaam en voorzichtig probeerde ik mijn pink te bewegen, een kleine overwinning die mijn hoop deed opleven. Ik had weer controle over mijn eigen lichaam, een kracht die ik vastberaden zou gebruiken om te ontsnappen aan deze nachtmerrie.
Terwijl ik luisterde naar het geluid van David's voetstappen, probeerde ik te achterhalen waar hij zich bevond. Hij was niet direct bij mij, wat me een zekere opluchting bracht, maar ik kon niet uitsluiten dat hij misschien zijn verwerpelijke daad al had begaan. Ik wachtte geduldig tot ik dacht dat hij verder weg was, mijn zintuigen gespannen als een boog klaar om losgelaten te worden.
Toen ik dacht dat het veilig was, opende ik snel mijn ogen en knipperde een paar keer om mijn zicht te scherpen. In een flits zag ik David aan het ijsberen door de kamer, zijn gedachten vermoedelijk elders. Mijn hart bonkte wild in mijn borstkas toen ik de sleutels op tafel zag liggen, een kans op vrijheid die binnen handbereik leek te liggen.
Ik zat nog steeds rechtop in de zetel, wat me een voorsprong gaf als ik het op een lopen zou zetten. Met een laatste blik op David, die nog steeds druk bezig was met zijn eigen gedachten, wachtte ik op het juiste moment.

De minuten strekten zich uit als eindeloze slingers van tijd, elke seconde gevuld met gespannen verwachting terwijl ik wachtte op het juiste moment om te handelen. Mijn ademhaling was onregelmatig, mijn hart bonkte wild tegen mijn borstkas, een symfonie van zenuwen en angst die door mijn lichaam gierde. De kamer leek te krimpen terwijl ik daar zat, mijn zintuigen gescherpt als een mes klaar om te snijden, terwijl ik luisterde naar elke beweging van David.
Toen hoorde ik David's voetstappen versnellen, gevolgd door het gorgelende geluid van het doorspoelen van een toilet. Dit was mijn moment, mijn kans om te ontsnappen aan de klauwen van mijn belager. Met een snelle beweging opende ik mijn ogen, die zich langzaam aanpasten aan het schaarse licht in de kamer. Mijn blik vloog door de ruimte, op zoek naar tekenen van zijn aanwezigheid. Met een vlaag van adrenaline sprong ik op van de bank, mijn spieren gespannen als staaldraad, en snelde naar de tafel, mijn handen trillend van de nervositeit terwijl ik de sleutels greep.
Mijn hart bonkte als een storm in mijn borstkas terwijl ik naar de voordeur snelde, mijn ademhaling bijna hoorbaar in de stille kamer. Mijn handen beefden terwijl ik de sleutel in het slot stak, mijn vingers onhandig door de spanning. Met een zucht van opluchting gaf de deur toe en zwaaiden open, de koele lucht van buiten streek langs mijn gezicht als een verfrissende bries.
Maar mijn opluchting was van korte duur, want op dat moment hoorde ik David's stem achter me, scherp en dreigend.
"Elise, verdomme, waar denk je naartoe te gaan?" brulde hij, zijn stem gevuld met woede en frustratie.
Een golf van paniek schoot door me heen, maar ik drukte de angst diep weg en focuste me op mijn missie. Met een vaste hand trok ik de deur achter me dicht en draaide hem met een ruk op slot, mijn hart bonzend als een oorlogstrommel in mijn oren.
Het bonzen van Davids vuisten op de deur vulde de hal van zijn appartement, zijn stem gevuld met woede en frustratie. Maar ik stond als versteend, mijn spieren strak gespannen als staaldraad, terwijl ik de deur met witte knokkels vasthield.
"Geef me haar terug!" schreeuwde hij opnieuw, zijn stem gevuld met razernij, maar ik liet me niet intimideren. Mijn vastberadenheid brandde als een vuur in mijn borstkas, mijn wil onwrikbaar als een rots in de branding.
"Nooit, David!" riep ik terug, mijn stem scherp en doordringend in de stille nacht. "Ze is weg, en ik blijf hier. En jij kunt me niet krijgen, klootzak!"
"Dat zullen we nog wel zien." schreeuwde hij terug.
Een mix van triomf en angst gierde door me heen toen ik hoorde hoe hij de sleutel in het slot stak, zijn stem gedempt door de houten deur die ons scheidde. Ik wist dat ik moest maken dat ik wegkwam, mijn lichaam trilde van de adrenaline terwijl ik de trap afrende, mijn voeten als lood op de treden.

Buiten op straat werd ik begroet door de eerste zonnestralen van de ochtend. De wereld ontwaakte langzaam om me heen, maar mijn geest was nog verstrikt in de duisternis van de afgelopen nacht. Ik wist niet waar ik naartoe moest, maar ik kon niet stilstaan. Dus begon ik te lopen, voortgedreven door een innerlijke drang om weg te rennen van de nachtmerrie die mijn leven was geworden.
De straten waren stil en verlaten, en de ochtendlucht voelde koel tegen mijn huid. Ik passeerde verlaten cafés en stille steegjes, zonder enig idee waar ik naartoe ging. Mijn gedachten waren een warboel van emoties: angst, woede, verdriet. Maar bovenal voelde ik een brandend verlangen naar vrijheid, naar ontsnapping aan de greep van David en zijn duistere wereld.
De minuten verstreken terwijl ik bleef lopen, mijn voeten volgden blindelings het ritme van mijn hartslag. Ik keek niet achterom, durfde niet te stoppen, bang voor wat me zou inhalen als ik dat deed. De wereld om me heen begon te vervagen, de straten leken te vervloeien tot een waas van grijze contouren.
En plotseling, net toen ik dacht dat ik niet meer kon, voelde ik mijn benen onder me bezwijken. De grond raakte mijn knieën en alles werd zwart om me heen. Het was alsof de wereld haar adem inhield, wachtend op wat er zou komen. En toen, heel langzaam, voelde ik mezelf wegzakken in de duisternis, als een schip dat langzaam zinkt in de diepte van de oceaan.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen