Alles om me heen was gehuld in een ondoordringbare duisternis, een duisternis zo intens dat het leek alsof ik werd ondergedompeld in een eindeloze, zwarte kamer. De stilte was oorverdovend, alleen onderbroken door het bonzen van mijn eigen hart, dat als een wild beest in mijn borstkas tekeerging.
Ik probeerde mijn gedachten te ordenen, mijn ademhaling onder controle te houden te midden van de beklemmende stilte. Maar elke inademing leek meer lucht te zuigen uit de kamer, elke uitademing bracht me dichter bij de rand van paniek. Mijn handen trilden terwijl ik ze voor me uit strekte, zoekend naar een tastbaar teken van realiteit in deze schijnbare leegte.
Was hij nu zijn kans aan het grijpen, terwijl ik hier machteloos lag? Het idee alleen al deed mijn maag zich samenknijpen van angst. Ik voelde een dringende behoefte om weg te rennen, weg van deze dreiging, weg van de duisternis die me opslokte.
Ik sloot mijn ogen en probeerde rust te vinden in deze zwarte kamer, maar mijn gedachten raasden voort, als wilde paarden die niet te temmen waren. Misschien moest ik gewoon wegrennen, blijven rennen tot ik niet meer kon, en hopen dat ik nooit meer zou ontwaken uit deze nachtmerrie. Het was een wanhopige gedachte, maar op dit moment leek het enige wat ik kon doen.
Ik was klaar om mezelf af te zetten, klaar om te vluchten voor deze onzichtbare dreiging, toen plotseling een stem van achteren me tegenhield. Het was een zachte fluistering, nauwelijks meer dan een ademtocht, maar het sneed door de stilte als een mes.
"Niet doen," klonk het, een stem zo zacht dat het leek alsof het vanuit de diepten van mijn eigen ziel kwam. Verward draaide ik me langzaam om, mijn zintuigen gespannen als een boog, klaar om te reageren op elke dreiging.
En daar stond ze, mijn eigen spiegelbeeld, haar gestalte omhuld door de schaduwen van de duisternis. Haar aanwezigheid was als een schok, een onverwachte wending in dit vreemde en verontrustende spel dat werd gespeeld met mijn geest.
Mijn hart bonkte wild in mijn borstkas terwijl ik haar aankeek, mijn eigen ogen ontmoetend in een onheilspellende stilte. Haar aanwezigheid voelde als een echo van mijn eigen angst en verwarring, een afspiegeling van de duistere gedachten die door mijn geest spookten.
Ik kon alleen maar staren, mijn lippen trillend van onuitgesproken vragen terwijl ik probeerde te begrijpen wat er gebeurde. Was dit een hallucinatie, een product van mijn oververhitte verbeelding? Of was dit echt, een echte manifestatie van de duisternis die me omringde?
Elk detail van haar verschijning drong langzaam tot me door, elk kenmerk van haar gezicht en lichaam dat een perfecte weerspiegeling leek te zijn van mijn eigen zijn. Haar ogen, donker en doordringend, leken recht door me heen te kijken, alsof ze mijn diepste angsten en twijfels kon doorgronden met slechts een blik.
Een golf van ongeloof overspoelde me terwijl ik haar aankeek, mijn geest worstelend met de onverklaarbare verschijning die voor me stond. Wat was ze, deze mysterieuze dubbelganger die me zo trouw nabootste in deze vreemde, onwerkelijke wereld?

Terwijl ik haar aankeek, drong langzaam het besef tot me door van wie ze werkelijk was. Dit was de andere Elise, de Elise uit de wereld waarin ik nu was. De gedachte alleen al deed mijn hart bonzen in mijn borstkas terwijl ik haar aankeek, op zoek naar antwoorden in haar donkere, doordringende ogen.
"Elise?" fluisterde ik, mijn stem nauwelijks meer dan een gefluister in de duisternis. Ze knikte langzaam terwijl ze dichterbij kwam, haar gestalte gehuld in de schaduwen van de duisternis. Wat was dit? Wat gebeurde er?
"Wat is dit?" vroeg ik haar, mijn stem trillend van onzekerheid. Ze pakte mijn hand vast en keek me recht in de ogen, haar blik vastberaden en doordringend.
"Je bent zo bang dat je wilt shiften naar jouw eigen wereld," zei ze, haar stem kalm maar doordringend. Ik knikte langzaam, mijn gedachten tollend van verwarring en angst. David. Het was allemaal zijn schuld, zijn manipulaties die me hier hadden gebracht, in deze vreemde en verontrustende situatie.
"David, hij is momenteel.." fluisterde ik zachtjes niet in staat om mijn zin af te maken, mijn gedachten terugkerend naar de man die me hier had gebracht.
"Ik weet het," zei ze streng, haar stem doordrenkt van vastberadenheid. "Maar laat je niet bang maken door die blaaskaak. Hij wilt mij, en dat gaan we hem niet geven."
Ik slikte moeizaam, mijn keel droog van angst en onzekerheid. "Maar hoe kan ik hier uit ontsnappen?" vroeg ik haar, mijn stem een fluistering in deze onzekere situatie.
Ze dwong me om haar aan te kijken, haar ogen boringen zich in de mijne met een intensiteit die me bijna overweldigde. "Je moet sterk zijn, Elise," zei ze met nadruk. "Je mag hem niet laten winnen. Als je nu doorloopt, en terug naar jouw wereld gaat, ben je Bill voor altijd kwijt. Is dat wat je wil?"
Een golf van paniek overspoelde me bij de gedachte aan het verliezen van Bill, aan het leven zonder hem aan mijn zijde. "Nee!" schreeuwde ik uit, mijn stem doordrenkt van angst en wanhoop. "Ik wil Bill niet verliezen. Nee, alsjeblieft..." Mijn woorden stierven weg in de lucht terwijl ik vocht tegen de tranen die brandden achter mijn ogen.
"Zo dadelijk ga je wakker worden in David zijn appartement," zei ze, haar stem zacht maar vastberaden. "Wacht op het moment dat hij je even alleen laat, zoek de sleutels om buiten te geraken, en loop voor je leven."
Maar ik wilde protesteren, vragen stellen, mijn angsten uiten. Wat als ik faalde? Wat als ik niet sterk genoeg was?
"Maar dat zal me nooit lukken," begon ik tegen te spreken, mijn stem trillend van twijfel.
Ze knikte begrijpend, haar hand rustend op mijn schouder als een teken van steun en solidariteit. "Je zult niet verliezen, Elise," verzekerde ze me, haar stem een geruststellende balsem voor mijn gekwelde ziel. "Maar je moet vechten, je moet sterk zijn."
Voor ik iets kon zeggen of doen, gaf ze me een zachte klop op mijn voorhoofd, een gebaar van vertrouwen en aanmoediging. "Zodra je de kans krijgt, vlucht dan," zei ze, haar stem gevuld met vastberadenheid. En met dat, leek ze te vervagen in de duisternis, haar aanwezigheid een vluchtige herinnering aan de kracht die ik in mezelf moest vinden om te overleven.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen