Tom en ik nestelden ons op de bank voor de televisie, het zachte licht van het scherm dat de kamer vulde met een warme gloed. De sfeer was gespannen, voelbaar als een elektrische lading in de lucht, terwijl ik wachtte op een teken van Elise. Ook al wist ik dat ze veilig was bij Bas, graag had ik deze stomme ruzie achter ons willen laten. Mijn handen grepen herhaaldelijk naar mijn telefoon, mijn vingers die als een automatisme over het scherm veegden in de hoop een bericht van haar te zien.
Elk moment dat verstreek zonder een reactie van Elise voelde als een eeuwigheid, en mijn hart bonsde ongeduldig in mijn borstkas. Ik kon de opkomende frustratie voelen, als een knoop die strakker werd in mijn maag bij elke seconde die voorbijging.
Een diepe zucht ontsnapte aan de lippen van Tom terwijl hij mijn onrustige gedrag gadesloeg. Zijn blik sprak boekdelen, een mix van begrip en bezorgdheid. "Bill, je moet dat ding eens loslaten," drong hij aan, zijn stem doordrongen van zorgzaamheid.
Ik knikte zwakjes, wetende dat hij gelijk had, maar toch kon ik het niet laten om mijn telefoon weer op te pakken. Mijn duim scrolde nerveus door mijn berichten, hopend op een bericht van haar. "Ik bel haar nog één keer," mompelde ik, mijn stem vastberaden, maar toch ook een tikkeltje wanhopig. Ik toetste haar nummer in en drukte op de belknop, maar voordat er zelfs maar één keer overging, had Tom al besloten in te grijpen.
Hij stond op en nam de telefoon uit mijn hand, zijn actie vastberaden maar toch vriendelijk. "Ik denk dat het beste is dat je haar even met rust laat, Bill," zei hij opnieuw, zijn woorden doordrenkt van bezorgdheid. "Je constant zorgen maken en haar lastigvallen lost niets op."
Ik zuchtte, wetende dat hij gelijk had, maar het was zo moeilijk om mijn zorgen en angst los te laten. Mijn gedachten waren als een draaikolk, gevangen in een eindeloze stroom van onzekerheid en vrees.
Tom legde mijn telefoon op tafel en zette zich weer naast me op de bank neer, een lichte glimlach speelde om zijn lippen. "Ik zal jouw telefoon wel bijhouden," bood hij aan, zijn stem geruststellend. "Laten we ondertussen een spelletje spelen op de PlayStation. Misschien helpt wat afleiding om je gedachten even te verzetten."
Ik knikte dankbaar, de afleiding was welkom, zelfs al wist ik dat het maar een tijdelijke vlucht was van mijn zorgen. Ik greep naar de controller die hij me toewierp, vastbesloten om me te laten meeslepen door het virtuele avontuur, terwijl mijn gedachten onophoudelijk terugkeerden naar Elise en de onzekerheid die haar afwezigheid met zich meebracht.

De duisternis omhulde mijn slaapkamer terwijl ik naar het plafond staarde, mijn gedachten die als wilde paarden door mijn hoofd galoppeerden. De digitale cijfers van de wekker op mijn nachtkastje staarden me meedogenloos aan, en het besef dat het al half 3 was, drong langzaam tot me door. Mijn GSM lag niet naast me, zoals gewoonlijk, maar was door Tom meegenomen naar zijn kamer, een noodzakelijke maatregel om te voorkomen dat ik Elise nog verder zou bestoken met berichten.
Maar wat als ze me had proberen te bereiken? Wat als ze net als ik ook niet kon slapen, verstrikt in een web van onzekerheid en spijt? Mijn gedachten raasden als een orkaan door mijn geest, onvermoeibaar en meedogenloos.
Uiteindelijk kon ik de drang niet langer weerstaan. Met een zucht van frustratie besloot ik mijn GSM terug te halen, gewoon voor de zekerheid. In stilte sloop ik de slaapkamer van Tom binnen, waar het geluid van zijn luide gesnurk me bijna deed glimlachen. Hoe ironisch was het toch dat deze zelfverzekerde jongeman nu als een onschuldig kind lag te snurken, zijn mond wijd open.
Zonder geluid te maken, griste ik mijn GSM van zijn nachtkastje en keerde terug naar mijn eigen kamer. Mijn hart bonkte wild in mijn borstkas toen ik het scherm van mijn telefoon zag oplichten, een bericht van Elise, slechts een kwartiertje geleden verzonden. 'Hey, Ik voel me verschrikkelijk bij deze ruzie, ben je nog wakker?' las ik, mijn adem stokte even in mijn keel bij het lezen van haar woorden.
Een mengeling van opluchting en angst golfde door me heen. Ze voelde zich verschrikkelijk, net als ik. Misschien was er nog hoop, misschien konden we dit nog oplossen.

Met een bonzend hart bracht ik mijn telefoon naar mijn oor en draaide het vertrouwde nummer van Elise. De seconden die verstreken tot ze opnam, voelden als een eeuwigheid. Toen hoorde ik haar stem aan de andere kant van de lijn, zacht en doordrenkt met emotie.
"Sorry dat ik zo kwaad reageerde," klonk haar stem, doordrenkt van spijt. De oprechtheid ervan raakte me diep, en ik kon niet anders dan mijn eigen verontschuldigingen aanbieden. "Sorry dat ik jou verkeerd begrepen heb," fluisterde ik terug, mijn stem gedempt maar doordrongen van oprechtheid.
Een moment van stilte volgde, waarin onze ademhalingen elkaar leken te vinden in een zachte cadans. Het leek alsof de wereld even stilstond, terwijl we beiden onze emoties onder ogen zagen. "Ik wil je zien, Elise," verkondigde ik met vastberadenheid, mijn hartslag versnellend bij de gedachte aan haar nabijheid en een eventuele verzoening.
Elise's ademhaling klonk als een zachte bries door de telefoon, haar reactie zorgvuldig overwogen. "Ik ben bij Bas," bracht ze ten slotte naar voren, haar stem doordrongen van aarzeling.
"Weet ik," antwoordde ik, mijn stem doordrongen van warmte en verlangen. "Hij heeft laten weten aan mij dat je veilig was." Een vage glimlach speelde om mijn lippen terwijl ik haar zachte grom hoorde, een teken van haar eigen innerlijke strijd.
"Haal ik je anders binnen 10 minuutjes op en gaan we naar het appartement om het uit te praten?" stelde ik voor, mijn hartslag versnellend bij de gedachte aan het weerzien. "Ik zal klaar staan," antwoordde ze met vastberadenheid, en met een zachte klik verbrak ze de verbinding. Met een glimlach op mijn lippen en een sprankje hoop in mijn hart klom ik terug uit mijn bed om Elise te gaan halen.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen