55. Jacob
De zachte brom van de motor vulde de stilte in de auto terwijl we door de straten van de stad reden. Ik keek opzij naar Jacob, zijn handen stevig om het stuur geklemd, zijn blik gefixeerd op de weg voor ons. Zachtjes fluisterde ik een bedankje, bijna onhoorbaar, maar toch merkte ik dat zijn aandacht even verschoof en hij me kort aankeek voordat hij zijn aandacht weer op de weg richtte.
"Dat is mijn job," mompelde hij, maar er klonk een ondertoon van frustratie in zijn stem. Ik voelde dat er meer aan de hand was dan hij liet blijken. "Alles in orde, Jacob?" vroeg ik bezorgd. Hij zuchtte diep voordat hij antwoord gaf. "Elise, ik weet dat jij ooit een relatie met David hebt gehad," zei hij, zonder zijn blik van de weg af te wenden. Zijn woorden drongen langzaam tot me door, en een beklemmend gevoel bekroop me weer. Het was alsof ik me opnieuw moest verantwoorden voor de daden van de andere Elise, alsof haar schaduw me bleef achtervolgen.
Ik wierp een blik naar buiten, naar de voorbijflitsende gebouwen en straten, terwijl ik de zoveelste leugen over haar vorige leven vertelde. "Ik was veel te jong om te beseffen wat ik eigenlijk met David aan het doen was," zei ik, mijn stem zacht. Jacob bromde instemmend. "Ja, je was veel te jong," beaamde hij, en ik voelde zijn begrip, zijn medeleven.
"Ik had David ook gewaarschuwd," ging Jacob verder, zijn stem zwaar van de last van herinneringen. "Maar jij kwam zo volwassen over, ik heb het gevoel gehad dat jij altijd al een heel volwassen vrouw bent geweest. En," vervolgende hij, "Ik denk ook dat je heel goed wist met wat je bezig was."
Ik ontmoette zijn blik, mijn ogen gevuld met een oprechte ernst terwijl ik antwoordde: "Ik ben al heel vroeg volwassen moeten worden." Jacob zuchtte, zijn blik verzachtend terwijl hij me kort aankeek. "Weet ik," antwoordde hij eenvoudig.
Er viel een korte stilte tussen ons, gevuld met een mengeling van emoties die woorden overbodig maakten. Toen brak Jacob de stilte, zijn stem doordrenkt van bezorgdheid terwijl hij sprak: "Ik heb het beste voor met de jongens van Tokio Hotel. En ik zie hoe zot Bill van jou is, Elise. Vertel me alsjeblieft dat je zijn hart niet gaat breken."
Zijn woorden raakten me diep, en ik legde mijn hand op zijn arm, een stille belofte van vertrouwen en toewijding. "Ik ga zijn hart niet breken, dat beloof ik jou, Jacob," fluisterde ik met overtuiging. "Ik ben trouwens ook niet meer de Elise van vroeger." Een glimlach verscheen op zijn gezicht, een zeldzaam moment van kwetsbaarheid dat onze band versterkte.
Hij nam een moment om zijn gedachten te ordenen voordat hij verder sprak. "Ik hoop dat het ooit in orde komt met mijn oude baas." . Ik knikte instemmend. "Ik ook," zuchtte ik terug, mijn hart zwaar van de last die David op mijn schouders had gelegd.
"Zijn vrouw en kind hebben hem verlaten omdat hij zo geobsedeerd is door jou," vervolgde Jacob, zijn stem zwaar van spijt. "Hij is zijn job kwijt dankzij jou."
De woorden van Jacob raakten me diep, en ik voelde een steek van schuldgevoel door me heen gaan. Maar ik liet me niet overweldigen door de emoties. Dit was niet mijn schuld, dit was de schuld van de andere Elise. "Misschien moet hij professionele hulp gaan zoeken," opperde ik, mijn stem vastberaden. Jacob knikte instemmend. "We zijn er," zei hij ten slotte, terwijl hij de auto parkeerde in de buurt van het appartement van Bill en Tom.
Terwijl ik naar de keuken liep om Jacob iets te drinken aan te bieden, voelde ik de koele tegels onder mijn voeten. Mijn hand gleed over het aanrecht terwijl ik een glas pakte en de kraan opendraaide om water in te schenken. De zachte stroom water vulde het glas met een rustgevend geluid, terwijl ik mijn gedachten probeerde te ordenen. Toen ik me omdraaide om Jacob het glas aan te bieden, zag ik dat zijn gezicht nog steeds getekend was door zorgen. Hij schudde zijn hoofd toen ik hem het glas aanreikte, een teken dat hij geen behoefte had aan iets te drinken. Zelf besloot ik dan maar het glas water te nemen en nam een paar verfrissende slokken. De koele vloeistof leek mijn gedachten te verhelderen en een gevoel van kalmte over me te laten neerdalen.
Op dat moment onderbrak het geluid van Jacobs telefoon de stilte in de keuken. Zijn reactie was kort en zakelijk, met slechts een paar woorden voordat hij het gesprek beëindigde. Zijn gezichtsuitdrukking veranderde niet veel, maar ik kon de spanning in zijn houding voelen. "Bill komt zo naar hier," vertelde Jacob me, zijn stem zwaar van bezorgdheid. "David is opgenomen in het ziekenhuis, maar hij komt ervanaf met een gebroken neus." Zijn woorden hingen even in de lucht, gevuld met een gevoel van opluchting gemengd met ongerustheid. Ik voelde mee met Jacobs innerlijke strijd en wist dat hij zich zorgen maakte om zijn oude vriend.
Zonder aarzelen zette ik een stap naar voren en legde mijn hand op zijn schouder, een gebaar van steun en troost. "Het komt allemaal wel goed, Jacob," zei ik op een geruststellende toon, mijn stem zacht maar vastberaden.
Reageer (1)
🩷🩷🩷
6 maanden geleden