Stay Close - part 1
Ronan was een lichte slaper. Altijd al geweest. Het kleinste geluid of de zachtste beweging kon ervoor zorgen dat hij klaarwakker en rechtop in zijn bed zat. Toen hij pas met Roisin begon te daten en ze uiteindelijk in elkaars bed begonnen te slapen, werd hij om de haverklap wakker. De bewegingen die het meisje maakte, deden hem iedere keer weer wakker schrikken waardoor hij de volgende dag vaak de vermoeidheid met zich meedroeg. Roisin leek echter het volledig tegenovergestelde van hem te zijn. Ze sliep werkelijk door alles heen en hij had zich al meermaals afgevraagd hoe ze het voor elkaar kreeg.
Het had hem weken, misschien zelfs maanden gekost vooraleer hij eindelijk aan haar gewend was en niet bij elke kleine beweging weer wakker werd. En wanneer hij dat wel deed, was zijn eerste reactie altijd om zijn vingers over het matras te laten glijden, zoekend naar Roisin’s lichaam om er zeker van te zijn dat ze er nog was. Vannacht was geen uitzondering.
Beneden spatte er iets in scherven uit elkaar. Het geluid reisde omhoog via de trap en slechts enkele seconden later schoten Ronan’s ogen wagenwijd open. Hij bleef nog even stil liggen, afwachtend of er nog meer geluid zou volgen. Ondertussen bewoog zijn hand uit gewoonte over het matras en al snel botsten zijn vingers tegen een arm. Ze was er nog. Een opgelucht zuchtje rolde over zijn lippen en als het verder stil was gebleven, had hij waarschijnlijk gewoon geloofd dat hij zich iets inbeeldde. Maar het bleef niet stil. Er klonk opnieuw wat gerommel en dat was voor hem het teken dat er iemand in hun huis zat. Haast meteen leek zijn hele lichaam in hyperfocus te springen en verdween het laatste beetje slaap uit zijn lichaam.
Geruisloos draaide hij zich om in het bed en kwam half overeind door zichzelf op zijn elleboog overeind te duwen. Met zijn andere hand probeerde hij vervolgens Roisin zachtjes wakker te schudden. Gelukkig reageerde ze daar snel op en opende ze haar ogen gepaard met een lichte kreun. De verwarring in haar ogen was duidelijk af te lezen en voordat ze hem kon vragen waar hij mee bezig was, plaatste hij zijn hand over haar lippen. De woorden die ze klaar had zitten, gingen verloren. Met het simpele gebaar van zijn eigen wijsvinger tegen zijn lippen en een zachte “sshh” gaf hij aan dat ze stil moest zijn. Vervolgens tikte hij met dezelfde wijsvinger tegen zijn oor: geluid. Daarna wees zijn vinger naar het deurgat van hun slaapkamer, die niet ver verwijderd was van de trap: beneden.
Zijn aanwijzingen waren voor Roisin genoeg om te begrijpen dat ze moest zwijgen. Toen hij er eenmaal op kon vertrouwen dat ze stil zou zijn, duwde hij de dekens van zijn lichaam af, zwierde zijn benen over de rand van het bed en griste zijn broek van de vorige dag bij elkaar. Zijn benen vlogen door de broekspijpen en toen hij zichzelf overeind had geduwd en naar de deuropening liep, wist hij ook nog vlug een shirt bij elkaar te sprokkelen. Ronan wachtte niet op zijn, inmiddels, vrouw om de gang op te lopen. Ze was waarschijnlijk veiliger in hun slaapkamer en dat was ook het enige waar hij om gaf. Roisin die veilig was.
Beneden was het terug stil en toen Ronan stilletjes de laatste trede van de trap af stapte, leek hun huis er terug vredig bij te liggen. Alsof er helemaal niets aan de hand was en hij voor niets naar beneden was gekomen. De water fairy wist echter goed genoeg dat het allemaal maar schijn was, want toen hij enkele stappen vooruit had gezet, kwam hij de scherven van een kapot gevallen vaas tegen. Hij trapte er nog net niet met zijn blote voet in.
Langzaam liet hij zijn ogen door de ruimte glijden, maar het was donker en dat maakte het moeilijk om duidelijk te kunnen zien. Toen er dan ook nog steeds geen teken van indringers was, liep Ronan verder de woonkamer binnen. Voor zover hij kon zien leek alles er nog normaal uit te zien. Maar die vaas was niet zomaar van de kast gevallen. Iemand had een fout gemaakt waardoor hij wakker was geworden en hij zou niet terug naar bed gaan voordat hij voor de volle honderd procent wist dat het terug veilig was.
Uiteindelijk besloot hij dan ook om de woonkamer achter zich te laten en begaf hij zich geruisloos in de richting van de keuken. De twee ruimtes werden afgescheiden van elkaar door een soort van halve muur, maar het zou nog steeds als de perfecte verstopplaats kunnen dienen. Ronan was er in ieder geval niet gerust in en toen hij de keuken binnenwandelde, bleek dat zijn voorgevoel hem niet in de steek had gelaten.
‘Dat was verrassend gemakkelijk.’ Als gebeten draaide Ronan zich om. Drie mannen stonden achter hem waardoor zijn uitgang nu volledig geblokkeerd werd. Onbewust zette hij enkele stappen achteruit, maar al snel voelde hij het keukeneiland in zijn rug duwen. ‘Misschien hebben we je te hoog ingeschat. Je bent tenslotte geen specialist met een tactisch denkvermogen,’ ging de man die zonet ook al gesproken had rustig verder. De andere twee lieten een instemmend lachje horen. ‘Maar dat je je vriendinnetje zo makkelijk alleen zou laten, had ik niet verwacht.’
Vrouw, hoorde Ronan zichzelf in zijn hoofd snauwen. Roisin was niet zomaar zijn “vriendinnetje” zoals de man het graag wilde noemen. Nee, ze was zijn vrouw, zijn partner waarmee hij de rest van zijn leven wilde delen.
‘Wie zijn jullie?’ Hij had de mannen nog nooit gezien en gokte dat ze niet gewoon op bezoek kwamen, maar een duidelijk doel voor ogen hadden. Ondertussen spookten er wel een miljoen gedachten door zijn hoofd. Hoe moest hij zichzelf verweren tegen drie tegenstanders? En hoe kon hij ervoor zorgen dat ze niet naar boven zouden gaan en daar Roisin zouden vinden? De man had gelijk; hij was geen specialist die geboren was om over dit soort dingen na te denken en om binnen enkele minuten een heel plan in zijn hoofd te hebben. Hij was een fairy en zijn sterkste wapen was nog steeds gewoon zijn magie.
‘Ik denk dat introducties niet nodig zijn. Het zou flauw zijn om sentimenteel te doen wetende dat jullie vanavond toch niet zullen overleven.’ Misschien had Ronan moeten schrikken van die woorden, maar dat deed hij niet. Hij was niet dom. Het feit dat ze ongevraagd in zijn huis stonden, had voor hem al genoeg gezegd. De middelste man draaide zijn hoofd opzij naar één van zijn handlangers. ‘Ga naar boven. Zoek de Blood Witch en maak er een einde aan.’ De instructies waren duidelijk en de handlanger verdween dan ook met een knikje de woonkamer in zodat hij de trap naar boven kon nemen.
Haast automatisch kwam Ronan in beweging en wilde hij achter de man aan gaan zodat hij hem kon stoppen. Zodat hij zijn weg naar Roisin niet kon vinden en de jonge vrouw ongedeerd zou blijven.
‘Oh, ik dacht het niet,’ sprak de middelste man weer. In zijn hand hield hij nu een dolk die voorheen vast in zijn kleding verstopt had gezeten. Met het scherpe lemmet dwong hij Ronan terug achteruit. De twee mannen waren duidelijk niet van plan om hem erlangs te laten en hadden ongetwijfeld de opdracht gekregen om ook hem van zijn leven te beroven. Maar als ze dachten dat hij als een mak lammetje zou toegeven, dan hadden ze het goed mis.
‘Ga aan de kant,’ waarschuwde Ronan de mannen. Tot nu toe had hij zelf nog niet veel gezegd, maar hij was dan ook nooit iemand van veel woorden geweest. Alleen bij bepaalde mensen kon hij soms een spraakwaterval zijn. Roisin was één van die mensen en hij weigerde om vannacht de nacht te laten zijn dat hij haar zou verliezen.
‘Kijk, water fairy.’ Hij snoof even om het feit dat ze niet eens de moeite hadden genomen zijn naam te leren. ‘Ik ben niet van plan om het lang te rekken vanavond, dus laten we de spelletjes achterwege laten, oké?’ De man draaide nu zijn hoofd naar zijn tweede kompaan en knikte vervolgens in de richting van Ronan. ‘Ga je gang,’ klonk het verveeld, maar Ronan wist goed genoeg wat die woorden betekenden. In een flits graaide hij met zijn arm dan ook achter zich naar het handvat van de kraan en duwde deze omlaag zodat er een straal water begon te stromen. Met een simpele beweging van diezelfde hand vuurde hij vervolgens enkele kleine ijspegels in de richting van de mannen af. Zijn ogen kleurden inmiddels ijzig blauw, wat aan elke tegenstander verraadde dat hij zijn magie aan het gebruiken was.
De twee mannen moesten verrast aan de kant duiken en dat zorgde ervoor dat de doorgang naar de woonkamer weer vrij was. Om het momentum niet te verliezen, zette Ronan het op een lopen, gehaast om weer naar boven naar Roisin te kunnen gaan. Eén van de mannen wist ondertussen echter nog zijn enkel vast te grijpen waardoor hij met een luide dreun om de grond terechtkwam. Ronan kreunde kort toen hij de impact voelde, maar probeerde daarna naarstig zijn enkel los te schudden uit de grip van de man die hem vast had. De man had echter de bovenhand en was alweer half overeind gekrabbeld. Toen hij Ronan’s enkel uiteindelijk zelf losliet, kreeg de water fairy niet de kans om weg te kruipen. De man rolde hem met een krachtige greep om en plaatste vervolgens zijn hand op zijn borst, duwend zodat Ronan wel moest blijven liggen. Ook deze indringer hield nu een dolk in zijn hand, het mes wel een stuk groter dan de andere man had gehad. ‘Altijd de moeilijke weg kiezen,’ hijgde de man vooraleer hij zijn arm die het mes vasthield in beweging bracht.
Zijn belager had er duidelijk geen rekening mee gehouden dat de handen van een fairy nog steeds hun krachtigste wapen was. Daarmee riepen ze hun magie op en controleerden ze de grote kracht die het met zich meebracht. Ronan bedacht zich dan ook niet en greep met zijn hand vlug de pols van de man vast. Die laatste bracht een pijnlijke schreeuw uit toen hij zijn pols langzaam voelde bevriezen. Het gaf Ronan de kans om de man, met wat moeite, van zich af te duwen. Hij siste toen in die beweging toch nog de scherpe rand van het mes langs zijn zij gleed en ongetwijfeld een lange snee achterliet. Veel tijd om er verder over na te denken was er echter niet.
De man was kwaad. Ronan had hem niet lang genoeg kunnen vasthouden om genoeg schade aan te richten, maar het had hem wel de kans gegeven om terug overeind te komen. Het water in de keuken stroomde nog steeds waardoor hij makkelijk met de beweging van zijn handen een straal tot bij zich kon laten komen. Met de kromming van zijn vinger bevroor de straal tot een scherpe pegel die hij vervolgens afvuurde op de man. Hij sprong opzij waardoor het ijs tegen de muur uiteen spatte. Waar de man opeens twee nieuwe dolken vandaan had gehaald, wist Ronan niet, maar het volgende moment zag hij de man op zich afkomen. Ter verdediging probeerde hij de zwaaiende armen vast te grijpen, maar in de chaos greep hij één van de dolken vol vast waardoor zijn handpalm vervolgens opengesneden werd. Een pijnlijke grom verliet zijn mond. Genoeg was genoeg.
Ronan zette een stap achteruit en vervolgde gelijk daarna met een voorwaartse trap van zijn voet in de man zijn buik waardoor deze achterover viel. Door de impact zakte hun koffietafel ook gelijk door zijn poten en hij maakte een mentale notitie om deze later maar gelijk te vervangen. Met de beweging van zijn handen kwam er weer water zijn kant op en vuurde hij nu in snel tempo ijspegels op de man af. Zijn doelwit krabbelde overeind en probeerde zo goed als hij kon de aanvallen te ontwijken. Overal in de woonkamer bleven ijsplekken achter, bewijs dat hij zijn doelwit een paar keer gemist had. Maar Ronan zou niet opgeven. Ze kwamen hem en Roisin bedreigen in zijn eigen huis en daarvoor zouden ze betalen met hun leven. Opnieuw liet hij een straal water bevriezen en vuurde deze met alle kracht die hij in zich had af op de man. De indringer had net het deurgat van de woonkamer weten te bereiken toen de laatste ijspegel eindelijk zijn doelwit trof. Ronan zag hoe het ijs zich door de rug van de man boorde en hij enkele seconden later op de grond zakte. In zijn val had hij nog geprobeerd om zich overeind te houden door naar een kast te grijpen, maar in plaats daarvan trok hij alleen de schaal waarin hun sleutels lagen mee naar beneden. Het ding spatte in splinters uit elkaar op de grond. Dat was nummer één.
Ronan ademde zwaar door de inspanning die hij net geleverd had en greep even naar zijn zij, precies waar het mes hem daarnet geraakt had. Er was echter geen tijd om zich daar nu druk over te maken.
Roisin
Ze was nog steeds boven, met de derde man. Hij twijfelde er niet aan dat zijn vrouw zich perfect in haar eentje kon redden, maar toch zinde het hem niet. Zonder aarzelen kwam hij dan ook weer in beweging, stapte in de deuropening over het nu levenloze lichaam van zijn eigen belager en begon de trap op te lopen.
‘Niet zo snel, jij.’ Voor Ronan het wist werd hij opnieuw onderuit gehaald door iemand die deze keer aan zijn volledige been trok. Een luide kreun weerklonk toen zijn lichaam contact maakte met de tredes van de trap. Voor een kort moment was hij verrast en vervloekte hij zichzelf dat hij de tweede man die beneden was geweest was vergeten. ‘Ik had het gelijk zelf moeten doen. Vertrouw nooit iemand anders met dingen die je zelf veel beter zou doen, toch?’ Ronan draaide zich half om en zag het bebloede gezicht van man nummer twee. Zijn ijssplinters hadden hem daarstraks blijkbaar wel kunnen raken.
In een waas draaide Ronan zijn hoofd, waarna hij iets scherps langs zijn wang voelde glijden. Zijn hoofd was nog versuft van de klap die hij net door zijn val gekregen had, maar hij had zo’n vermoeden dat de man weer een dolk getrokken had. Het leek wel hun favoriete wapen te zijn. De man gromde omdat hij duidelijk gemist had en klom nu zelf via de trappen omhoog zodat hij Ronan helemaal kon vastzetten. De water fairy spartelde tegen en probeerde zich los te wrikken, maar het werkte niet. ‘Als je schreeuwt, kan ze je misschien nog een laatste keer horen…’ De man wees met zijn dolk naar omhoog, duidelijk doelend op Roisin. Vervolgens verscheen er een donkere blik in zijn gezicht waarvan Ronan wist dat het zijn einde zou betekenen als hij niet snel iets zou doen.
Hij bracht zijn ongehavende hand naar voren en wist de man bij zijn keel te grijpen. Zijn ogen kleurden felblauw, misschien wel feller dan ze ooit gedaan hadden. Zijn magie focuste zich op elke watermolecule die zich in het lichaam van de man bevond, dwong het om te kristalliseren tot ijs. De ogen van de man werden groot toen hij voelde wat er aan het gebeuren was. Hij begon tegen te werken, maar Ronan had al te veel schade aangebracht waardoor zijn pogingen maar slap waren. Hij dwong het ijs dieper het lichaam van de man in en voelde de temperatuur onder zijn hand gevaarlijk snel dalen. De trap en muren bevroren langzaam, gehuld onder een dun laagje ijs. Ronan dwong zijn magie nog wat harder, bijna forcerend. De man kon niet meer bewegen en toen hij uiteindelijk de pijn niet meer kon verdragen klonk er een schreeuw die door been en merg trok. Het laatste wolk lucht gleed over de man zijn lippen en Ronan liet hem gelijk los. Met zijn hand duwde hij de bevroren man de trap af en die kwam met een dof geluid beneden op de grond neer. Dat was nummer twee.
Met een gefrustreerde, pijnlijke kreun duwde hij zichzelf weer overeind van de trap. Er was geen tijd om op adem te komen, hij moest Roisin zien. Hij dwong zijn eigen benen dan ook om de trap nu wel volledig op te sprinten en rende in de richting van de slaapkamer. Toen hij in de deuropening tot stilstand kwam, kon hij zien hoe Roisin werd vastgehouden door de derde man. Haar hand bloedde, maar de man achter haar leek er veel erger aan toe te zijn. Er zat bloed in zijn mond en Ronan vermoedde dat het niet zijn eigen bloed was. Toen de man zijn grip rond Roisin nog wat versterkte, riep hij weer een straal van de keukenkraan, bevroor deze tot een scherpe speer en liet hem in de richting van de man vliegen. Hij ging door zijn rechterzij, perfect gemikt zodat hij Roisin lang niet zou raken. De man liet haar los en met een ijzige schreeuw zakte hij in elkaar. De combinatie van Roisin’s bloed en Ronan’s ijs duidelijk te veel. Dat was nummer drie.
‘Ronan,’ klonk het gejaagd, maar tegelijkertijd opgelucht toen Roisin zich naar hem had omgedraaid. Zijn eigen armen hingen nog half voor hem in de lucht, alsof hij verwachtte dat de man toch opeens weer overeind zou komen en de aanval weer zou inzetten.
‘Ben je oké?’ wilde hij van Roisin weten terwijl hij zijn eigen ademhaling hoorde. De magie stroomde nog steeds door zijn aderen en de adrenaline maakte hem hyperalert. En dan te denken dat ze enkele uren geleden gewoon van een rustige nacht waren uitgegaan. Nee, hij had zeker niet verwacht om Roisin met een bloedende hand in hun slaapkamer aan te treffen. Onbewust gleden zijn ogen dan ook van de snee naar de man op de grond. Bloed droop uit zijn mond die lichtjes open hing en zijn gezicht stond vol met brandplekken.
‘Ik ben oké,’ antwoordde Roisin terwijl ze haar niet gehavende hand omhoog stak. Dat was het teken voor Ronan om in beweging te komen en naar haar toe te stappen. ‘Ik ben oké,’ herhaalde ze nog een keer zachtjes vooraleer hij een arm om haar heen sloeg en haar kort dicht tegen zich aan trok. God, het wende nooit om gescheiden van haar te geraken. Het maakte hem gek om niet te weten wat er met haar gebeurde en hij voelde dan ook een klein beetje stress van zijn schouders glijden toen ze veilig in zijn armen stond.
‘We hebben niet veel tijd,’ mompelde hij zachtjes terwijl hij een lichte kus in haar haren drukte. ‘Dit waren ze niet allemaal.’ Hij geloofde nooit dat ze maar met z’n drieën waren geweest. Nee, ongetwijfeld zou hun huis binnen enkele minuten krioelen van hun vrienden als ze nu niet snel zorgden dat ze weg waren. Ronan wilde hun huis niet verlaten, het was hun plek, hun veilige plek. Maar blijven was gewoonweg te gevaarlijk.
Roisin leunde een beetje achteruit zodat ze hem kon aankijken. ‘We kunnen dit samen,’ fluisterde ze zachtjes. ‘JIj en ik.’ En dat was uiteindelijk ook alles wat hij nodig had. Hij en Roisin samen. Dat was zijn leven en hij was er nog niet klaar voor om dat zomaar op te geven. Met haar vingers veegde Roisin intussen over zijn wang, vermoedelijk om bloed weg te vegen. Ronan wilde zelfs niet weten hoe hij er op dit moment uitzag. ‘We wisten dat dit kon gebeuren.’
‘Maar niet zo snel al,’ verzuchtte hij. Hij had eerlijk waar gedacht dat ze meer tijd zouden hebben. Hij wilde verdomme meer tijd. Meer tijd om van hun prille huwelijk en van elkaar te genieten. Misschien was hij gewoon te naïef op dat vlak. Het was geen geheim dat ze samen erg krachtig en gevaarlijk waren en dat hij dacht dat het langer zou duren vooraleer iemand hen wilde stoppen was zijn eigen fout. Roisin glimlachte eventjes en drukte haar lippen tegen zijn kaak waardoor zijn ogen voor een seconde dicht vielen.
‘Ze hebben ons al een paar maanden in de gaten gehouden. Iedere stap die we gemaakt hebben… Ze moeten hier al weken gezeten hebben, nog voor we op huwelijksreis zijn gegaan.’ Verbaasd opende Ronan zijn ogen weer. Die informatie was nieuw. Maanden? Hoe hadden ze dat niet gezien? Zijn hoofd maakte overuren terwijl Roisin al naar de ladekast in hun slaapkamer was gelopen om daar een kistje uit te toveren. Zelf bleef hij nadenken over de woorden die ze zonet gesproken had. Ze hadden hen in de gaten gehouden, maandenlang. Dat betekende dus dat ze hun routine volledig kende. Ronan’s oog viel op het gordijn van het raam dat zachtjes wapperde door een briesje wind. Hij liep erheen en met zijn vinger duwde hij het stof een klein stukje aan de kant. Roisin sprak zachtjes woorden die hij met geen mogelijkheid kon verstaan. Vermoedelijk een spreuk. Ondertussen zag hij buiten dingen bewegen. Of eerder mensen. Een kleine, inwendige “fuck” rolde over zijn lippen.
‘We moeten gaan,’ was dan ook zijn conclusie toen hij zich weer had weggedraaid van het raam. Er was geen tijd om verder over een plan te discussiëren en dat leek Roisin ook te begrijpen uit de toon van zijn stem. Als een soort geoliede machine schoten ze dan ook in gang. Alleen het hoognodige ging mee, de rest zou hen alleen maar vertragen. Zonder nadenken begon Ronan dan ook dingen uit kasten te trekken die ze nodig zouden hebben. Kleding, wapens en Roisin’s flesjes waarvan hij nooit precies wist wat er allemaal in zat. Zelf verwisselde hij snel nog van shirt, gooide zijn bebloede variant in een hoekje van de kamer. Er was geen tijd om naar zijn wonden te kijken en hij histe dan ook zachtjes toen het nieuwe shirt contact maakte met de snee in zijn zij. Schoenen volgden en daarna hielp hij Roisin met de band vol flesjes die onder haar jasje terechtkwamen. Ronan beet even op zijn tanden toen zij op haar beurt de gesp met zijn eigen dolk aantrok, maar gaf geen kick. Binnen no-time waren ze dan ook klaar en liepen ze al via de trap naar beneden. Daar lag nog steeds één van zijn slachtoffers waar ze overheen moesten springen. Nu pas kon hij zien wat voor ravage hij met zijn magie had aangericht en toen Roisin hem aankeek, kon hij een schuldige blik in zijn ogen niet weerhouden.
‘Straks is het allemaal weer weg,’ stelde ze hem gerust. Haar hand raakte die van hem zachtjes aan, iets wat hem weer moed gaf. Hij knikte, wetende dat ze gelijk had. Het mocht er nu allemaal vreselijk uitzien, maar ze zouden hun huis weer terug in zijn oude staat krijgen. Geen enkel spoor meer zichtbaar van wat er zich had afgespeeld. Met z’n tweeën verlieten ze het huis via de achterdeur. Zo stil mogelijk, maar ze wisten beiden dat de vijand goed genoeg wist dat ze zouden proberen om het huis te verlaten. Het enige wat ze dan ook konden doen was hen weglokken, weg van andere mensen die mogelijk onschuldig slachtoffer zouden worden. Dit was hun gevecht en van niemand anders.
Er zijn nog geen reacties.