35. De vriendin
We zaten allemaal gezellig in het kleine café naast onze studio. De sfeer was ontspannen en het geluid van klinkende glazen en het geroezemoes van andere gasten vulde de ruimte. Mijn vingers trommelden zenuwachtig op de tafel terwijl ik een slokje van mijn pas geserveerde pintje nam. Mijn ogen gleden herhaaldelijk naar mijn gsm, hopend op een berichtje van Elise.
Ik had haar een bericht gestuurd om haar te laten weten dat ik nog iets ging drinken na het werk, maar tot mijn teleurstelling was er nog steeds geen reactie. Mijn gedachten begonnen wild te speculeren. Misschien vond ze het niet leuk dat ik nog iets ging drinken na het werk? Was ze al in slaap gevallen? Of was er iets anders aan de hand waar ik geen weet van had?
Georg merkte mijn afwezigheid op en maakte er luchtig een opmerking over. "Als je nog lang naar je GSM gaat staren, gaat hij misschien vanzelf af," plaagde hij, een speelse grijns op zijn gezicht. Tom voegde snel toe, "Oh-oh, vindt Elise het niet leuk dat we iets aan het drinken zijn?"
Georg haalde nonchalant zijn schouders op. "Ja, zo zijn vrouwen meestal," antwoordde hij met een knipoog. Ik stopte mijn gsm weg en keek hem aan. "Ja, Georg, daar weet jij nu alles van, nu je een vriendin hebt," zei ik, een vleugje ironie in mijn stem.
Er viel een korte stilte in de groep, maar al snel doorbrak Gustav de spanning. "Heb jij een vriendin, Georg?" vroeg hij verbaasd. Georg keek me smekend aan, alsof hij me wilde vragen waarom ik het nu had verklapt.
"Relax, Georg," antwoordde ik met een geruststellende glimlach. "Vroeg of laat had je het toch verteld."
"Vertel ons meer, Georg," drong Tom aan, terwijl hij zich naar Georg draaide. De hele groep had zijn aandacht nu op Georg gericht, benieuwd naar zijn verhaal.
Georg's blos werd nog dieper rood terwijl hij met een lichte aarzeling zijn verhaal begon. Zijn ogen glinsterden van opwinding toen hij over zijn meisje sprak. "Ik ben aan het daten met een meisje genaamd Valerie," deelde hij met een zachte glimlach.
Tom's gezicht lichtte op van herkenning. "Is dat niet het meisje dat we een paar weken geleden zijn tegengekomen tijdens het uitgaan?" vroeg hij, terwijl hij zijn geheugen probeerde op te frissen. Georg knikte bevestigend, zijn blik sprak boekdelen over zijn gevoelens voor haar.
"Ja, precies," antwoordde Tom met een grijns. "Dat was een knap meisje, maar ik was toen te druk met haar vriendin," voegde hij met een knipoog toe.
Gustav, altijd nieuwsgierig, kon zijn interesse niet verbergen. "Wanneer mogen we haar ontmoeten?" vroeg hij enthousiast, terwijl ik mijn nieuwsgierigheid niet kon onderdrukken en mijn interesse liet blijken.
Georg hief zijn handen op in een gebaar van terughoudendheid. "Rustig jongens," begon hij met een lichte glimlach, "het is allemaal nog pril, dus ik wil daar liever nog even mee wachten."
Tom, bekend om zijn grappen, kon het niet laten om een plagerige opmerking te maken. "Bang dat ik ermee ga lopen?" grapte hij, waarna ik hem een speelse stomp op zijn arm gaf. "Tom, alsjeblieft," plaagde ik terug, "we weten allemaal dat jij daarvoor in staat bent."
Op dat moment kwam de ober terug naar onze tafel, een vriendelijke glimlach op zijn gezicht. Hij vroeg of we nog iets wilden bestellen, en ik keek naar mijn halflege glas. "Nog eentje, denk ik," mompelde ik, terwijl ik me voorstelde hoe fijn het zou zijn om straks thuis bij Elise te zijn.
De avondlucht was fris toen we naar huis reden na ons tweede pintje. De straten van Berlijn waren rustiger geworden, maar mijn gedachten waren nog steeds vol onrust.
We waren stil in de auto, mijn gedachten raceten terwijl ik mijn gsm krampachtig in mijn handen hield. Ik had nog steeds niets van Elise gehoord, en ik kon niet anders dan me afvragen waar ze was en of er iets aan de hand was. Tom merkte mijn onrust op en probeerde me gerust te stellen. "Maak je geen zorgen, Bill," zei hij, zijn stem rustgevend terwijl hij de auto in onze garage parkeerde. "Elise zal gewoon in slaap gevallen zijn. Het is laat, we hebben lang gewerkt vandaag."
Ik knikte zwakjes, maar kon de knoop in mijn maag niet loslaten terwijl we uit de auto stapten en naar ons appartement liepen. De gangen van het gebouw waren stil terwijl we de trap op liepen, en ik voelde mijn hartslag versnellen naarmate we dichter bij onze voordeur kwamen.
Toen we eindelijk thuiskwamen, voelde de stilte van ons appartement onheilspellend aan. De sleutel draaide krakend in het slot en met een zachte klik opende de deur. Een kille bries van de gang sijpelde naar binnen, waardoor de rillingen over mijn rug liepen. Ik voelde de nervositeit als een zware last op mijn schouders drukken terwijl ik de drempel over stapte.
De duisternis binnen was verstikkend. Alle lichten waren gedoofd, waardoor de ruimte gehuld was in een diepe schaduw. Mijn hand trilde lichtjes terwijl ik mijn jas uittrok en aan de kapstok hing. Elk geluid leek versterkt te worden in de stille ruimte, en ik hoorde mijn eigen ademhaling als een echo in mijn oren.
"Bill," reageerde Tom, zijn stem klonk kalm. "Ze ligt waarschijnlijk te slapen."
Met aarzelende passen zette ik een paar stappen vooruit, mijn zintuigen gespannen terwijl ik de duisternis probeerde te doorgronden. Mijn ogen knepen zich samen in een vruchteloze poging om iets te onderscheiden in de donkere kamer. Mijn hart bonsde als een drum in mijn borstkas, een symfonie van angst die me overspoelde.
Tom deed het licht aan en langzaam, bijna op automatische piloot, liep ik naar de slaapkamer. Elke stap voelde als een eeuwigheid, elke seconde gevuld met onzekerheid en vrees. Mijn ademhaling kwam onregelmatig en schokkerig, als een wilde storm die door mijn lichaam raasde.
Toen ik eindelijk de slaapkamer bereikte, hield ik mijn adem in, bijna bang om te kijken. Mijn adem stokte in mijn keel toen ik de lege kamer zag, slechts verlicht door het bleke maanlicht dat door het raam scheen. Het bed was onberispelijk opgemaakt, de kussens netjes opgestapeld aan het hoofdeinde, maar er was geen spoor van Elise.
Een koude rilling kroop over mijn ruggengraat, mijn maag draaide zich om van de angst. Ik draaide me om, mijn hart bonzend in mijn keel, en riep Tom's naam in een schorre, wanhopige stem. "Tom!" De klank van mijn stem leek te worden opgeslokt door de duisternis, en voor een moment voelde het alsof de wereld om me heen stil stond, enkel gevuld met mijn eigen hartslag, die bonkte als een oorverdovende drumslag.
"Tom!" riep ik opnieuw, mijn stem gevuld met paniek terwijl ik me terug naar de woonkamer haastte. "Elise is er niet!"
Tom kwam met een frons op zijn gezicht de woonkamer binnenlopen. "Wat bedoel je, Bill?" vroeg hij, zijn stem klonk bezorgd.
Ik slikte moeizaam terwijl ik probeerde mijn gedachten te ordenen. "Ze is er niet, Tom," herhaalde ik, mijn stem trilde een beetje. "Elise is niet thuis."
Reageer (1)
Ohnee... Waar is Elise????
6 maanden geledenSnel verder! ❤️❤️