Ik was net op tijd voor de volgende les, Verweer Tegen de Zwarte Kunsten. De deur van het lokaal was nog los toen ik aan kwam rennen. ‘S..sorry..’hijgde ik. ‘W..was bij ha..Hagrid.’ De man die ons les gaf glimlachte. ‘kom maar snel binnen dan, en ga zitten.’ Ik liep naar binnen, en zag dat iedereen me aanstaarde. Ik zag dat we dit samen hadden met Zwadderich. Fijn, dacht ik. Ik ging zitten naast Zoë. ‘Waar was je?’fluisterde ze. ‘Straks.’fluisterde ik terug en gebaarde dat ze stil moest zijn. ‘Dag dames en heren. Ik ben professor Smit, en ik ben jullie leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten. Gedurende dit jaar leren jullie de beginselen hiervan, alhoewel ik denk dat sommigen van jullie al iets weten.’ Hij keek veelbetekenend naar mij. ‘Maar dat maakt niet uit; voor die mensen heb ik iets speciaals in petto. We beginnen vandaag met ontwapenen. Weet iemand de Ontwapeningsspreuk?’ Hij wachtte even tot verscheidene vingers omhoog gingen, onder andere die van mij. Hij wees naar mij. ‘Zeg het maar, juffrouw Lubbermans.’ ‘Expelliarmus.’ ‘Heel goed, juffrouw Lubbermans. Vijf punten voor Griffoendor. En weet iemand ook toevallig de Schildspreuk, de spreuk om gemiddelde spreuken tegen te houden? Ja, juffrouw Lubbermans?’ Ik was de enige die mijn hand had opgestoken. ‘Protego.’ ‘Heel goed, juffrouw Lubbermans. Nog eens vijf punten voor Griffoendor. Welnu, ik wil graag twee vrijwilligers. Eén van Griffoendor en één van Zwadderich.’ Ik was de enige van Griffoendor die wou. Van Zwadderich staken verscheidene mensen hun hand op, waaronder Paulina. ‘Juffrouw Lubbermans en juffrouw..?’ Hij wees naar Paulina. ‘Protser, meneer.’ ‘Goed, juffrouw Protser en juffrouw Lubbermans, kom maar naar voren.’ Paulina lachte gemeen naar mij toen ze naar voren liep. ‘Oké, ik wil dat Paulina eerst aanvalt, wat betekend dat jij je moet verdedigen.’zei hij. Oké, ga maar klaar staan.’ Ik hief mijn stok op. ‘Expelliarmus!’schreeuwde Paulina. ‘PROTEGO!’schreeuwde ik. De spreuk stopte tussen ons in. ‘Heel goed, juffrouw Lubbermans. Laten we het nu omdraaien.’ Ik stond even te kijken wanneer ik het zou doen. Ik hief mijn stok op. Ik dacht even aan de spreuk en er vloog een rode lichtstraal uit mijn stok. Hij kwam zo onverwachts dat we allebei overdonderd waren. Paulina haar stok vloog uit haar hand, en ik keek haar verbaasd aan. ‘Heel goed, juffrouw Lubbermans. Tien punten voor Griffoendor voor een perfecte non-verbale spreuk.’ Ik glimlachte nu vals naar Paulina. De rest ging oefenen. Ik bleef over, want we waren met een oneven aantal. ‘Waar heb je dat geleerd?’vroeg professor Smit aan me. ‘Geen idee.’zei ik. ‘Ik was net zo verbaasd als u.’ Hij glimlachte naar me, alsof hij me niet geloofde.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen