86. Cleaning up
POV Elise
De ochtend was zoals elke ochtend, grijs en kil. Een half jaar was voorbijgevlogen sinds ik teruggekeerd was uit de andere wereld. De tijd had geen genade gekend en was als een onstuitbare stroom voorbijgestroomd. Mijn moeder, ondanks haar zwakke gezondheid, had standgehouden, en elke dag was een geschenk geworden. De ervaringen van mijn reis naar een andere dimensie waren als een vage herinnering, vervlogen dromen die zich vermengden met de realiteit van mijn dagelijks leven. Het geluid van de wekker doorbrak de stilte en dwong me uit mijn slaap. Met lood in mijn schoenen stond ik op en trok mijn hoteluniform aan. Het was een grijze, oversized outfit die totaal niet flatterend was, maar het deed dienst als mijn werktenue. De gedachte aan een nieuwe werkdag drukte op mijn humeur, maar ik wist dat klagen geen optie was. Werk was onze enige manier om te overleven.
Ik verliet mijn kamer en ging naar beneden, waar mijn moeder al voor de televisie zat. Haar blik staarde in het oneindige, alsof ze gevangen zat in haar eigen gedachten. De zorgen tekenden zich af op haar gezicht, en ik kon niet ontkennen dat ze de laatste tijd echt achteruit leek te gaan. Een gevoel van machteloosheid overspoelde me terwijl ik haar begroette en een kus op haar voorhoofd gaf. Ze keek me even aan, haar ogen dof, en keerde dan terug naar de televisie.
"Tot straks," zei ik, mijn stem gedempt door de zwaarte van de situatie, terwijl ik mijn schoenen aantrok en het huis verliet. De straten waren stil en verlaten op dit vroege uur. Een laaghangende mist omhulde de gebouwen en gaf de stad een spookachtige sfeer. Ik richtte me op mijn werk en liep gedecideerd naar mijn bestemming.
Aangekomen op mijn werkplek begroette ik mijn collega's met een geforceerde glimlach. Het vooruitzicht van een dubbele shift maakte me niet bepaald enthousiast, maar ik wist dat het nodig was. We hadden elk beetje inkomen hard nodig. De grijns op het gezicht van mijn baas voorspelde weinig goeds toen ik aankwam in het hotel. Hij stond al op me te wachten, zijn ogen twinkelden van genoegen. "Elise," begon hij met een air van voldoening, "jij zult naar kamer 210 moeten gaan. Daar hebben ze deze nacht een wild feestje gehad, en jij zult alles daar moeten opruimen in je eentje."
Ik zuchtte, wetende dat dit scenario zich dagelijks herhaalde. Mijn baas leek er een sadistisch genoegen in te scheppen om me de meest vervelende klussen te geven. Normaal gesproken waren we met z'n tweeën om dit soort kamers schoon te maken, maar hij vond het noodzakelijk dat ik het in mijn eentje deed.
Met een zwaar gemoed begaf ik me naar kamer 210. De aanblik die me daar wachtte, tartte alle verbeelding. De gasten hadden de kamer veranderd in een ware chaos van vuil en ellende. De geur van sigarettenrook en alcohol prikkelde mijn neus, terwijl de vloer bezaaid was met gebroken glas en ander afval. De muren waren besmeurd met God weet wat, en de geur die in de kamer hing, was allesbehalve aangenaam.
Ik trok mijn handschoenen aan, een routine die al te bekend was geworden. Terwijl ik begon met het schoonmaken van de muren die besmeurd waren met overgeefsel, kon ik niet anders dan mezelf afvragen waarom ik niet gewoon kon teruggaan naar mijn rocksterrenleven. Een leven waarin ik op het podium stond, omringd door fans, in plaats van hier, op mijn knieën op de hotelvloer,
Waarom kon ik niet gewoon terugkeren naar die andere wereld, waar fans mijn naam schreeuwden in plaats van deze eindeloze cyclus van schoonmaken en overleven? Ik voelde me gevangen in een wereld die me niet meer toebehoorde, en elke keer dat ik zo'n kamer moest schoonmaken, voelde het alsof een stukje van mijn ziel verloren ging. Maar hoezeer ik ook verlangde naar dat andere leven, het bleef buiten bereik. Mijn keuzes, mijn omstandigheden, mijn mama, hadden me hier gebracht, naar een wereld van schoonmaakwerk en dagelijkse strijd. Terwijl ik de troep in kamer 210 opruimde, kon ik alleen maar hopen op een dag waarop mijn leven weer een andere wending zou nemen.
De uren kropen voorbij terwijl ik mijn taken uitvoerde, mijn gedachten af en toe afdwalend naar de situatie thuis.
Tijdens mijn pauze probeerde ik mijn moeder te bereiken, maar haar telefoon ging onbeantwoord. Een gevoel van bezorgdheid knaagde aan me, maar ik duwde het weg en concentreerde me op de rest van mijn werkdag. De zorgelijke blik in haar ogen liet echter geen ruimte voor geruststelling.
Ik had nauwelijks tijd om na te denken, want mijn hotelpieper ging af en mijn baas was aan de lijn. "Elise, je moet dringend naar kamer 336. De klant heeft geklaagd over smerigheid. Ga jij dat maar oplossen." Het was altijd hetzelfde liedje; als er geklaagd werd, mocht ik het opknappen. Een zoveelste vernederende klus waarbij de klanten boos op mij waren, ervan overtuigd dat ik mijn werk niet goed deed, ook al had ik die kamer misschien niet eens schoongemaakt. Met een gevoel van vernedering begaf ik me naar kamer 336.
De gang leek langer dan normaal terwijl ik me naar de bewuste kamer begaf. Ik wist al wat me te wachten stond - de boze blikken, de beschuldigingen, het gevoel van falen. Het was een rol die me was toebedeeld, of ik het nu verdiende of niet. Aangekomen bij de bewuste kamer aarzelde ik even voor ik klopte. De spanning van wat me te wachten stond, hing als een zware last in de lucht.
Ik klopte op de deur, en tot mijn grote verbazing ging deze open. Ik keek recht in de bruine ogen die ik maar al te goed kende. Voor me stond Bill Kaulitz. Mijn ogen werden groot, en ik voelde een brok in mijn keel. Ik schudde mezelf heel even wakker, beseffend dat ik me professioneel moest gedragen. Deze Bill kende me tenslotte niet. Ik ratelde het zinnetje af dat ik altijd gebruikte als ik iets moest komen oplossen.
Goedemiddag, meneer Kaulitz. Mijn naam is Elise, ik ben hier om de kwestie met uw kamer op te lossen. Mijn excuses voor het ongemak." Ik probeerde een vriendelijke glimlach op mijn gezicht te toveren, hoewel mijn hart nog steeds bonkte van de schok van zijn aanwezigheid.
Hij keek me even onderzoekend aan, alsof hij probeerde te achterhalen wie ik was. "Ah, ja, natuurlijk," mompelde hij uiteindelijk. "Kom binnen, denk ik."
Reageer (1)
Ontmoeting met Bill Kaulitz in de andere wereld ❤️😱
9 maanden geleden