On Top Of The World
Het was als op de top van de wereld staan, de mooiste delen kunnen zien en het mooiste deel hing aan mijn hand. Zijn zachte ijskoude hand in die van mij voelde beter dan wat dan ook, hij was er nu en ik ging hem niet laten gaan.
“Het is zo mooi…” zei ik voor de zoveelste keer die avond. Ik kon er niet over zwijgen, zelfs niet na een hele dag op de top van die klokkentoren.
“Jasper, zag je dat,” ik leunde opgewonden over de rand en wees naar een jong meisje samen met haar hond. Hij hield veilig zijn armen om m’n middel om zeker te weten dat ik niet zou vallen.
“Je bent als een 5 jarig meisje dat voor het eerst naar de kermis mag…” lachte hij. Ik keek naar hem om, zag het licht in zijn ogen en kon niets anders doen dan ook lachen. In zo’n korte tijd had hij me meer dingen laten zien dan sommige mensen in hun hele leven van droomden. Nooit had ik geweten dat ik zo van iemand kon houden, nooit had iemand me laten voelen alsof ik er echt toe deed en dit, dit was beter dan alles wat ik ooit gezien had, na hij zelf natuurlijk. Ik kroop terug in zijn armen en staarde naar de zonsondergang. Zijn huid zou straks niet meer glinsteren, ik was er zo aan gewend geraakt. Het zou snel donker worden en ik wist dat we terug moesten, maar het leek nog te vroeg. Ik was bang, dat als we weg gingen, dat hij ook zou weg gaan en dat kon ik niet aan. “Ik denk dat we…”
Ik legde m’n vingers over zijn lippen,”zeg het niet!”
Hij grijnsde en drukte een kus tegen m’n vingertoppen,”Kom op,schat.”
Hij haalde voorzichtig m’n hand van zijn lippen en klemde zijn vingers er rond,”Pas op waar je stapt!”
Ik gniffelde en drukte me tegen hem aan. Hij zuchte en schudde lachend zijn hoofd terwijl hij me door het luik hielp, aan de zij van de toren. Binnenin was er een trap die me eindelijk deed inzien dat we meters boven de grond zaten. Gevaarlijk draaide hij naar beneden, zo diep dat ik me zelf afvroeg of Jasper de grond kon zien. Hij nam m’n hand en liep met me mee de trap af.
“Hoe heb je me hier ongezien boven gekregen,” vroeg ik, terwijl hij me van een paar treden hief.
“je sliep erg vast, je bewoog geen vinger en bovendien ben ik gewoon goed…” lachte hij.
“Oh ja lieverd fantastisch!”zei ik met m’n ogen rollend.
“Ik miste je sarcasme!” grijnsde hij en kuste m’n wang.
“Ik ook,” gaf ik toe,”Heel erg eigenlijk. Het was alsof ik een deel miste”
Hij zuchte. “Wat?”
“Je bent zo… traag…”
Ik keek hem kwaad aan,”Ik kan ook gewoon naar beneden springen!”
Zijn ogen werden groot en zijn grip rond m’n hand werd steviger.
“Je hebt gelijk, je hebt echt m’n sarcasme gemist” lachte ik en liep de trappen af zo snel ik kon, proberend er niet af te vallen. Hij liet me rennen tot het einde van de trap en sprong dan voor me.
“Jij klein monstertje!” gromde hij lachend.
“Dat word mijn Halloween kostuum volgend jaar en oh, jij kan dan gaan als…”
“Vampier” zeiden we in koor. Ik lachte, hij rolde zijn ogen en moest toegeven dat het grappig was.
“Hoe raken we hier buiten?”
“Bijna iedereen is al weg, kom…”
Hij nam terug m’n hand en liep door het kleine houten deurtje naar het centrum van de kerk.
Het was prachtig en enorm. Iedere stap die ik zette weergalmde door reusachtige ruimte. Als ik zijn hand niet voelde zou ik zelfs vergeten zijn dat hij er was. Hij maakte geen geluid, leek over de grond te zweven en ademde niet. Hij liep stevig door, alsof hij er zo snel mogelijk wou door zijn. Ik probeerde te volgen maar struikelde vaak over m’n eigen voeten. Het gebouw fascineerde me, leek me mee te sleuren in de geschiedenis die hij had. Ik bleef abrupt staan, hij deed het zelfde.
“Wat is er?”
Daar in de hoek van de kerk waren foto’s te zien, een 20-tal, ingekaderd aan de muur. Ik liet zijn hand los, iets wat hij niet leek goed te keuren aan zijn grom te horen. Ik sloop naar voor, op de top van mijn tenen, even stil als hij daarnet gedaan had. De middelste foto trok m’n aandacht, meer dan de andere. Mannen stonden trots voor de half gebouwde kerk. Aan de zijde van de groep mannen was er een jongen, licht kort krullend haar en een glimlach die de wereld een betere plek maakte.
“Jasper…” fluisterde ik.
Reageer (1)
ow zo moooi geschreven!!
1 decennium geleden