De commotie ontstond op een donderdagmiddag. De fairies uit het tweede jaar bevonden zich op de trainingsvelden, waar ze voor de middag de plek van de specialisten hadden ingenomen. Er was simpelweg gewoon meer plaats om een magie training te laten doorgaan.
      In deze tijd van het jaar was het buiten nog steeds koud. De fairies deden er goed aan in beweging te blijven zodat ze niet zouden verkleumen. Ook Caragh deed haar best om niet te lang te blijven stilstaan. De lucht die ze uitademde, verscheen nu al in wolkjes voor haar gezicht. De roodharige probeerde echter niet te denken aan haar inmiddels koude voeten en vingers, maar probeerde zich te concentreren op de fire fairy die voor haar stond. Slechts enkele meters tussen hen in.
      De laatste tien minuten hadden ze elk om de beurt aanvallen op elkaar afgevuurd, zoals hen dat opgedragen was aan het begin van de les. Het moest hen voorbereiden en ook sterker maken. Waar ze meestal te horen kregen dat ze zich moesten verdedigen, gebeurde het niet vaak dat ze ook offensief te werk gingen.
      Caragh hield haar handen in de aanslag. Ze hield ze voor haar lichaam, klaar om haar vingers te bewegen en zo het groen van de aarde in gang te laten schieten wanneer het haar beurt weer was. De anders donkerbruine kleur van haar ogen was inmiddels veranderd naar een donker, maar toch gloeiend groen. Een teken dat de magie door haar lijf stroomde.
      De ogen van de fire fairy doofden echter toen er in de verte wat geschreeuw en onrust klonk. Het meisje strekte haar nek in een poging te kunnen zien wat er aan de hand was. Het leek bij de rivier wat verderop vandaan te komen, waar enkele andere fairies zich hadden gevestigd. Caragh durfde ervoor te wedden dat het vooral water fairies waren die voor de veilige optie waren gegaan.
      ‘Stop!’ kon Caragh een meisje nog net horen roepen, maar meer dan dat kon ze niet onderscheiden. Er had zich inmiddels een hele groep aan de oever van de rivier verzameld.
      ‘Ziet eruit alsof er iets serieus bezig is,’ merkte de fire fairy waarmee ze gekoppeld was. Dat hun oefensessie nu wel gestaakt was, was inmiddels duidelijk. Caragh’s ogen hadden terug hun normale kleur en de jonge fairy had haar aanvallende houding laten vallen.
      ‘Waarschijnlijk uitslovers die interessant willen doen,’ mompelde ze. De menigte die zich had verzameld sprak haar niet aan. Te veel mensen die bij elkaar kwamen en dan ook nog eens erg luid en druk waren, waren een dodelijke combinatie voor haar. Ze probeerde die dan ook ten alle tijden te vermijden.
      ‘Laten we gaan kijken!’
      ‘Wacht-’ Voordat Caragh het wist, had de fire fairy haar al bij de arm genomen zodat ze haar kon meetrekken in de richting van de rivier. Ze begon zich sterk af te vragen waarom er niet al lang een leerkracht had ingegrepen. Zij moesten de boel toch in de gaten houden?

Het lawaai werd luider. Verschillende studenten riepen om te stoppen, om iemand los te laten. Toen Caragh dicht genoeg was en op haar tenen ging staan zodat ze over andere mensen heen kon kijken, zag ze maar één persoon in de rivier staan. Een jongen stond stevig in het koude water gepland, zijn handen voor hem gericht en zijn vingers geplooid, alsof hij iets of iemand probeerde vast te houden. Overduidelijk een water fairy. De grijns op zijn gezicht verraadde dat het koude water hem niets deed en hij duidelijk aan het genieten was van hetgeen dat hij aan het doen was.
      ‘Wat is er aan de hand?’ Caragh boog wat naar de persoon naast haar terwijl ze haar vraag stelde. Ondertussen werd er nogmaals geroepen dat de water fairy moest stoppen waarmee hij bezig was.
      ‘Blijkbaar houdt hij iemand onder water,’ antwoordde de jongen naast haar. ZIjn vinger wees vervolgens naar een lege plek in de rivier. Vermoedelijk waar de andere persoon zonet nog gestaan had. ‘Eén of andere air fairy.’
      Air fairy.
      Alarmbellen gingen af in haar hoofd. Opeens leek paniek haar langs achter te besluipen en drapeerde het haar zware armen over haar schouders heen. Een onheilspellende rilling kroop via haar ruggengraat omhoog naar haar nek.
      Waar was hij?
      Ze liet haar blik schichtig over de menigte glijden, hopend om haar vermoeden zo teniet te kunnen doen. Bij ieder donkerharige persoon bleven ze even hangen, om dan te constateren dat hij het niet was. Nergens kon ze zijn vertrouwde ogen vinden, of maar een glimp van zijn bekende tattoos.
      Toen haar blik terug op de lege plek in de rivier vielen, kon ze hem horen. Zijn hartslag die ze als geen ander kende. Haar eigen hart leek te stoppen met kloppen. Hoelang hield de water fairy hem al onder water? Zelfs een air fairy kon niet lang zonder lucht.
      Haar lichaam kwam automatisch in beweging. Met haar armen duwde ze de mensen die in de weg stonden aan de kant, wat haar ongetwijfeld enkele vuile blikken opleverde, maar daar trok ze zich niks van aan. Eenmaal ze de rand van de rivier bereikt had, liet ze zich in het koude water zakken. En dat het koud was, was een understatement. Waarom had niemand het verstand gehad om in te grijpen? Hoe konden ze gewoon blijven staan toekijken terwijl er iemand misschien wel aan het verdrinken was?
      Caragh waadde door het water, voelde hoe haar broek steeds hoger natter werd. Het kostte haar wat moeite om tegen de stroming in te lopen, maar uiteindelijk wist ze toch de plek te bereiken die haar buurman zonet had aangewezen. De earth fairy liet zich nu op haar knieën in het water zakken. Ze kon hem zien, onder het wateroppervlak.
      ‘Harlow,’ bracht ze geschrokken uit. Haar handen doken het water in waar haar vingers het stof van zijn shirt grepen. Er kwam geen beweging toen ze hem omhoog probeerde te trekken. Alsof het gewicht van het water hem tegenhield. Furieus draaide ze haar hoofd in de richting van de water fairy. ‘Laat hem los!’ schreeuwde ze, haar vingers nog steeds geklemd om het stof van Harlow's shirt.
      ‘Ik denk dat hij daar nog wel even goed zit,’ antwoordde de water fairy geamuseerd, nog steeds met dezelfde grijns op zijn gezicht.
      ‘Ben je gestoord?! Het water is ijskoud, laat hem los!’ Het gevoel dat door haar heen ging viel niet te beschrijven. Het voelde alsof er een stukje van haarzelf vast zat onder het water. Ze moest hem daar weg krijgen.
      Toen de water fairy nog steeds niet wilde luisteren, haalde ze haar handen uit het koude water. Ze kon haar vingers amper voelen toen ze ze krulde en met haar magie enkele waterplanten in de rivier dwong zich rond de enkel van de water fairy te sluiten. Met een strakke, trekkende beweging van haar arm deden de planten hun werk en trokken ze water fairy omver. De jongen belandde nu met een luide plons zelf in het koude water. De focus en de connectie was verbroken.
Gehaast draaide ze zich weer terug naar Harlow, dwong haar handen weer onder water en met alle kracht die ze in zich had trok ze hem aan zijn shirt naar boven. De jongen kwam naar adem happend en vervolgens luid hoestend weer boven water. Zijn donkere haar plakte tegen zijn voorhoofd.
      ‘Oh mijn God, Harlow,’ bracht Caragh opgelucht uit. Het meisje sloeg haar armen om zijn nek heen zodat ze hem tegen zich aan kon trekken. Zijn eigen arm vond al snel zijn plaats rond haar middel. Hij voelde ijskoud aan onder haar vingertoppen die zachtjes over zijn nek gleden. ‘Gaat het?’
      ‘Ja-’ Maar voor hij verder nog iets kon zeggen, weerklonk er alweer een volgende hoestbui. De gedachte dat hij waarschijnlijk heel wat water binnen had gekregen, maakte haar kwaad. God weet hoe het had kunnen aflopen als ze enkele seconden later pas in actie was gekomen.
      ‘Shhh,’ probeerde ze hem te sussen. ‘Ik breng je terug naar school, je hebt een warme douche nodig.’ Zo zou hij in ieder geval weer kunnen opwarmen. Ze liet hem weer los en leunde lichtjes achteruit zodat ze hem aan kon kijken. ‘Kun je staan?’
      Harlow knikte lichtjes, wat het signaal was voor haar om weer recht te gaan staan zodat ze hem overeind kon helpen. Net toen ze hem haar hand wilde aanbieden, klonk er achter haar een andere stem.
      ‘Heb je nu echt je vriendinnetje nodig om je uit een duel te helpen, Harlow?’ De woorden deden de haartjes op haar armen overeind komen. Een furieuze woede rolde over haar heen alsof het een tsunami was. Harlow zag de kleur in haar ogen veranderen en het groen zag er nog feller uit dan het normaal deed.
      ‘Caragh, nee!’ Hij probeerde nog om haar arm vast te grijpen, maar de roodharige furie had zich al omgedraaid naar de water fairy. Water spatte op toen ze op hem af stapte en met een simpele beweging van haar hand had ze zijn hart in haar macht. De luide hartslagen trokken als harde kloppingen door haar vingers heen. Ze kon hem in haar aders voelen en één verkeerde beweging van haar vingers kon zijn einde betekenen.
      ‘Waag het om ooit nog één vinger naar hem uit te steken,’ waarschuwde ze hem kwaad. Haar vingers bewogen lichtjes waardoor de water fairy ineen kromp en terug op zijn knieën gedwongen werd. ‘Dan is het feit dat ik zijn vriendinnetje ben het minste van je zorgen!’
      ‘Caragh, stop,’ Harlow’s stem deed haar arm weer zakken. Haar vingers ontspanden zich en ze voelde de hartslag wegtrekken. Ze had hem losgelaten. ‘Hij is het niet waard.’ Een hand belandde voorzichtig op haar schouder. ‘Kom, we gaan terug naar de school.’ Harlow dwong het meisje lichtjes om zich om te draaien zodat ze eindelijk die verdomde rivier achter zich zouden kunnen laten. Haar ogen waren nog steeds gevaarlijk groen.

‘Caragh!’ Zijn stem leek zijn volledige kracht weer terug gevonden te hebben, maar de earth fairy bleef stug verder wandelen toen ze eenmaal de rivier verlaten hadden. De magie stroomde nog steeds door haar aderen en ze wist niet hoe ze het moest stoppen. Ze was daarnet bij de water fairy al bijna te ver gegaan.
      ‘Hey, stop!’ hoorde ze Harlow nog een keer roepen, maar ook dit keer negeerde ze zijn verzoek. Het was het beste dat er zoveel mogelijk afstand tussen hen zat, dan zou ze hem zeker geen pijn kunnen doen. Harlow zette echter een sprintje in zodat hij de arm van zijn vriendin kon grijpen. ‘Wil je verdomme even blijven staan!’ klonk het luid.
      Door de plotselinge kracht werd Caragh haast gedwongen zich naar hem toe te draaien. ‘Niet doen,’ smeekte ze hem bijna. Als er iemand was waarbij ze zichzelf niet wilde verliezen in haar magie, dan was hij het wel. ‘Ik kan het niet loslaten.’
      ‘Jawel, dat kan je wel,’ ging de donkerharige jongen gelijk tegen haar in. ‘Ik heb het je al zien doen.’ Zijn handen namen haar hoofd voorzichtig vast en hij dwong haar zo om hem aan te kijken. ‘Gewoon rustig ademen en focus, ja?’
      Zijn ogen hadden haar gevangen en Caragh besefte plots hoe bang ze daarnet wel niet geweest was om hem te verliezen. En dat allemaal door iemand die het grappig vond iemand onder water te houden. Ze had hem in ieder geval laten voelen hoe grappig ze het precies gevonden had.
      Een zachte knik bevestigde Harlow’s woorden. Hij had gelijk. Haar ogen sloten voor een kort moment terwijl ze zich op haar ademhaling probeerde te focussen. Het was echter Harlow’s rustige hartslag waar ze na enkele seconden haar aandacht op vestigde. Zijn ritme was hetgeen wat de rust in haar lichaam deed terugkeren. Hij was altijd haar houvast.
      Langzaam opende ze haar ogen weer waarna ze meteen begroet werd door de bekende glimlach van de jongen voor haar. ‘Zie je wel. Je hebt het perfect onder controle.’
      ‘Ik weet niet wat er gebeurde. Ik was gewoon zo kwaad. Die idioot had je bijna laten verdrinken.’ Ze kon haar bloed alweer bijna opnieuw voelen koken bij de gedachte aan wat er zonet gebeurd was. De water fairy zorgde er maar beter voor dat Caragh hem de komende paar weken niet tegenkwam. Anders stond ze niet in voor de gevolgen.
      ‘Gelukkig heb ik mijn persoonlijke reddende engel.’ Caragh kon het opbrengen om zachtjes te grinniken. Zijn handen lieten haar hoofd weer los waardoor ze kon zien hoe hard hij eigenlijk aan het trillen was.
      ‘Je trilt helemaal,’ merkte ze luidop op. ‘Laten we die warme douche maar gauw gaan regelen.’ Toen ze opnieuw aanstalte wilde maken om terug naar de school te wandelen, werd ze weer tegengehouden door Harlow’s hand die zich om haar pols sloot.
      ‘Ik heb nog geen dankje gezegd. Om me uit het water te halen…’ Zijn stem klonk voor een seconde weer hees, alsof hij al het water weer door zijn keel kon voelen stromen.
      Caragh had geen bedankje nodig. Met één stap had ze de afstand tussen hen overbrugd en kon ze op haar tenen gaan staan om haar lippen vervolgens tegen die van hem te drukken. Ze zou zweren dat ze nog waterdruppels van de rivier op zijn lippen kon proeven en ze maakte er dan ook haar missie van om de restjes van die nare gebeurtenis uit te wissen.
      Iedere keer wanneer hij haar kus beantwoordde, werd ze overspoeld door een warm gevoel. Ook deze keer viel de warme gloed in haar borstkas niet te missen.
      ‘Jij en ik tegen de wereld, toch?’ mompelde de earth fairy zachtjes toen hun lippen elkaar losten.
      ‘Hmm,’ humde Harlow bevestigend waarna hij haar opnieuw kuste.
      Caragh kon niet ontkennen dat ze zich schuldig voelde over wat ze daarnet gedaan had. Het was fout. Toch zou ze het zo opnieuw doen als dat betekende dat ze daarmee Harlow veilig kon houden. Er was namelijk niets dat ze niet zou doen voor hem.



Reageer (1)

  • xSKITT

    Snel een volgend deeltje aub :D

    1 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen