Chapter 10
'Dat was fantastisch!' zegt Felix. We zitten thuis op de bank. Nadat ik wijn over Narcissa had gegooid, zijn we meteen naar huis gegaan. Ik staar strak voor me uit. Vader en moeder zijn in de keuken. 'Ik heb waarschijnlijk voor altijd huisarrest,' zeg ik. Felix haalt zijn schouders op. 'Ah, weet ik nog niet. Toegegeven, het was niet heel beleefd. Maar aan de andere kant, hebben ze alle drie flink tegen je zitten liegen. Of alle vier, als je Narcissa meetelt. Ik wist niet eens dat die twee verloofd waren.' Ik zucht. 'Ik ook niet, totdat Sirius het me meedeelde. Narcissa is zijn nicht.' Vader en moeder komen binnenlopen. Hier gaan we. Ze gaan tegenover ons zitten, op de andere bank. 'Felix, kun je ons even alleen laten?' vraagt moeder. Felix knikt. 'Zeker. Wees wel alsjeblieft niet te hard voor haar.' Hij loopt de kamer uit. Nou, hier komt ie dan. 'Goed,' begint vader. 'Laat ik eerst zeggen dat wat je gedaan hebt, natuurlijk niet goed is. Het was onbeschoft. Zo hebben we je niet opgevoed.' Ik ga wat rechter zeggen. Vader en moeder kijken elkaar aan. 'Dus daar zal je natuurlijk voor gestraft worden. Maar ik wil wel met Sylvia en Abraxas een goed gesprek aangaan.' Ik kijk hem aan. 'Waarom?' vraag ik. 'Omdat deze hele verloving natuurlijk een dikke middelvinger naar jou is. Het is achterbaks, het is stiekem en het is kinderachtig. En Abraxas had het gesprek met mij moeten aangaan. Had zijn ongenoegen moeten uitoefenen op mij, niet op jou.' Dit is vreemd. 'Wat je probeert te zeggen, is dat dit is om jou te pesten?' Vader zucht en kijkt weg. 'Je vader heeft een woordenwisseling gehad met Abraxas,' zegt moeder. 'Iets over de minister. Maakt verder ook niet uit. Maar dat had Abraxas inderdaad met je vader moeten bespreken.' Ik zucht even. 'Dus dit is allemaal gebeurd omdat je ruzie hebt met Abraxas?' Vader zucht. 'Nou, niet helemaal waar. Ik weet dat Druella en Cygnus wel hadden gepeild hoe het zat met jullie relatie. De familie Malfidus is rijk. De familie Zwarts...heeft er financieel beter voor gestaan. Dus nadat ik dat akkefietje met Abraxas had, hebben ze hun slag geslagen. Zoiets spreekt zich rond.' Ik kijk hem aan. 'Maar wat is er dan gebeurd? Wat was dan met de minister aan de hand?' Vader en moeder kijken elkaar aan. 'Je moet me beloven dat je je mond hierover houdt!' zegt vader dringend. Ik knik. 'Ja, natuurlijk.' 'Abraxas, en enkele anderen, hebben er problemen mee dat de minister geen volbloed tovenaar is. Ik zie niet wat het probleem is. Zolang de man capabel is, interesseert me zijn bloed niet. Abraxas denkt hier anders over. Hij vindt het een schande. Er gaan geruchten rond, dat Abraxas en enkele anderen de minister willen laten aftreden, door hem in diskrediet te brengen. Ik heb Abraxas hierover aangesproken.' 'Gaf hij toe?' vraag ik. Vader schudt zijn hoofd. 'Nee. Hij ontkende het. Maar ik had er geen lekker gevoel bij. Dus ik heb doorgevraagd. Van het een kwam het ander. En nu zijn we hier.' Ik sla mijn armen over elkaar. 'Maar hoe moet het dan nu met Lucius en ik?' Moeder zucht. 'Ik ben bang, dat gezien de situatie, dat je hem voorlopig even links moet laten liggen. Zeker nu dat hij verloofd is.' 'Ik snap nog steeds niet dat hij heeft gelogen!' De tranen staan in mijn ogen. 'We waren dik 2 jaar samen. Hij had naar me toe moeten komen.' Moeder gaat naast me zitten en slaat haar arm om me heen. 'Ik denk dat Lucius ook niet goed weet wat hij met de situatie aan moet.' Ik kruip tegen haar aan. 'Betekent dat dus dat het voorbij is?' Vader gaat aan de andere kant naast me zitten. 'Ik denk het.'
Ik lig in bed. Dat was het dan. Over in een avond. Wat moet ik nu doen? Hoe gaat het nu verder op school? Hij hoeft in ieder geval niet meer bij me aan te kloppen. Zich achter mijn rug om verloven. Wie denken ze wel niet die ze zijn? Ik laat niet met me sollen. Als hij oprecht niet meer geïnteresseerd in me is, dan ben ik ook klaar met hem. Ik ga niet voor iemand vechten die niks om me geeft. Ik vind wel iemand anders. Ook al weet ik niet of ik wel iemand anders wil...Ik zucht. Waarom is dit in godsnaam zo moeilijk? Waarom kan ik hem nu niet gewoon vergeten. Hij is een zwakke klootzak. Daar wil je toch niet mee samen zijn?
Er zijn nog geen reacties.