Skip, de hell van 2006 ( geinspireerd op de kerst van 2010) vervolg
De dagen vlogen voorbij en Skip en Danny kregen het steeds moeilijker om zichzelf te beschermen tegen de kou, gevoelsmatig -9, -10, -15! Het werd elke dag kouder en kouder, sommige kinderen waren schaats fan zo doende kreeg Skip te horen dat de elf steden tocht misschien door ging, “elf steden tocht die door gaat ! Danny dit is niet goed”
Skip en Danny moesten allerlei bergen verzetten om te kunnen eten, langs buurt huizen, langs ‘vrienden’ ze overleefden het, maar die wind was zo scherp. Eenmaal lopend over straat zonder sjaal dat je gezicht kon bedekken, voelde het als glas dat langs je vel raasden, alsof de wereld scheermesjes naar je toe gooide, en raakte. Skip en Danny bleven zitten waar ze zaten en ook dat hielp niet, paar minuten later waren ze een hoopje sneeuw, alles was bedekt behalve die fel blauwe strijdlustige ogen, hij had al veel verloren maar dit ging te ver!
“We gaan”
“Waar naar toe man ?”
“We hebben al veel verloren, onze huizen, vrienden en familie, misschien zelfs onze waardigheid, maar dit gaat te ver! Deze kou mag ons niet bedelven, het mag ons niet verslaan” “Je weet dat ik je altijd zal volgen” omhoog kijkend naar zijn leider, zijn ideale voorbeeld, schudde hij de sneeuw van zich af en hopte naar het bushalte hokje, dat verlaten was doordat er niets was, alleen maar bouw werkzaamheden. Skip stond al bij de stop rand om over te steken kijkend naar wat hij voor zich zag liggen, een gigantische bouwput dat omgetoverd zou worden tot winkelcentrum, tandartsenpraktijk en god mag weten wat nog meer. Al snel stak hij over en klom over hekken en bouw materialen, Danny hopte achter zijn vriend aan kijkend naar wat Skip misschien zocht. Al snel zag hij het, de bouw keten, waar de bouwvakker aten en scheven moppen vertelden. “Je bent geniaal” “Afcourse”
weekend, Skip en Danny hadden lekker kunnen eten uit de koelkast, tv kunnen kijken, en rustig kunnen slapen in de bouwketen die ze hadden veroverd. De weersvoorspellingen zagen er niet goed uit, de hell van 2010, wie had dat ooit gedacht ! Skip keek triest naar buiten, hij was te laat! Hij zag zijn zusje al weer buiten rijden maar voordat hij zijn hoofd wou laten zakken, denkend aan het verdriet, het gemis van zijn zusje. Zag hij dat ze viel,door glijdend over de straat schreeuwen om hulp. Skip rende naar buiten de sneeuw vloog in zijn gezicht, een wind vlaag raasde voorbij maar niets hield hem tegen. Eenmaal bij de stoep aangekomen rende hij zonder te kijken de spek gladde straat over, auto’s die toeterde, mensen die schreeuwde, hij hoorde het niet. Shelly gleed nog steeds door eenmaal op de rijstrook aangekomen waar zij had gereden, rende hij richting het meisje op de grond. Eerst pakte hij de fiets die al tot stilstand was gekomen, nu nog zijn zusje. “Shelly !” bang keek ze de jongen aan, een jongen die ze niet kon, en zelfs creepy vond. “Niet bang zijn, ik ben al bijna bij je!” Skip zag hoe zijn zusje draaide en tolde, tot zijn grote schrik zag hij ook dat ze afboog naar links! Ze gleed door op de rijstrook naast haar! Skip dook voor over, maar te laat hij voelde hoe het glibberige asfalt stonk naar benzine en plakkerig rubber. Het voelde hard aan, spijker hard, maar wat hem nog het meest bang maakte was het licht dat fel op hem scheen, het licht van de koplampen van de auto die naderde! Skip voelde hoe Shelly’s schoen uit zijn handen gleed, hoe haar veter zijn duim en wijsvinger aan raakte, het touwtje, op dat moment haar levens lijn, gleed letterlijk door zijn vingers. Zwart.
Skip werd wakker, hij herinnerde zich alleen maar het felle licht en de drang om voor de auto te springen, wat moeilijk ging als je al op de grond lag. Langzaam deed Skip zijn ogen open en zag de lantaarnpalen die hij zo goed kon, een van de drie was kapot, en de ander was beschreven met teksten van verliefde stelletjes, langzaam kon hij de figuren onderscheiden die in het donker stonden, een man met een overall aan en Danny. “Je hebt ons laten schrikken jongeman” “Je bent een held dude !” Skip bedekte zijn neus voor beide mannen voor hem, de een rook naar tabak en de ander naar alles wat je naar binnen propt in 2 maanden tijd. “Shelly” Skip klonk schor, langzaam voelde hij hoe zijn keel brandde en zijn gezicht, zijn benen voelde aan alsof die niet van hem waren verder voelde hij zich goed. Maar bang, was hij op tijd geweest ?
“Bedankt” even schor, maar ook veel zwakker, hoorde hij zijn zusjes stem. Haar stem had getrild van vermoeidheid en bovenal angst. Skip keek naast zich en zag zijn zusje, niet gewond zo te zien van buiten, maar van binnen was ze gesloopt.
Er zijn nog geen reacties.