De arme draak Jasper.
Kasper vond het raar dat de slaaf alleen ha zei. Kasper zei: Jullie verslaan mij niet. Ha zei de draak. Kasper vroeg aan de slaaf waarom alleen ha? leg ik je straks wel uit zei de slaaf. Kasper fluisterde in het oor van de slaaf ga in het net. Want hij had een net een reuzennet. Oke zei de slaaf maar niets doen ja zei Kasper. Kasper ging weg van de reuzendraak en zijn andere slaven. Kasper vroeg aan de slaaf: hoe noem je de draak zei: Jasper. Kasper ging met Jasper naar het dorp en verdiende heel wat geld. Hij ging terug naar drakenland. Hij kwam terug bij de reuzendraak en zijn slaven. Slaaf 1 zei: je bent terug! Slaaf 2 zei: wat kom je doen? Kasper zei: temmen kom! Nee zei de reuzendraak. Kasper zei: oke ik haal een zwaard. Nee zei de reuzendraak! Nee nee nee. Luister dan zei Kasper. Dus de draak ging mee. Ondertussen zei Jasper ik zei: ha want ik was verdrietig. Waarom vroeg Kasper? Omdat de reuzendraak bulderde jij bent mijn slaaf en at mijn gezin op. Oke zei Kasper.
Reageer (1)
Goed en mooi geschreven!
2 jaar geleden