Ik open mijn ogen, al dadelijk zie ik mijn plafond. Hij's niet zo wit als altijd. Ik kijk rond me heen. Ik zie een kast, hij's oud, en zo van dat donker bruin. De muren rondom mij zitten vol met tekeningen. De tekeningen komen me bekend voor. Dan realiseer ik het me. Dit is mijn oude kamer. Hoe kom ik hier? Ik sta op, en loop mijn oude kamer uit. Als ik de trap afga, kijk ik nog eens goed om me heen. Dit is ons oude huis, waar ik in ben opgegroeid. Maar hoe kom ik hier? Die vraag blijft in mij hoofd zitten. Als ik beneden ben, ga ik naar de keuken. Ik zie mijn moeder, zo jong, net als vroeger. 'Mam?' vraag ik. Ze geeft me geen antwoord. Ik loop naar haar toe, en probeer haar aan te raken, maar dat gaat niet. Teleurgesteld draai ik me om. Drie jongetjes van ongeveer 4, 7 en 10 jaar staan voor me. Ze kijken niet naar mij, alsof ze me niet zagen. Ze lopen door naar de keuken, en gaan aan tafel zitten. Ik kijk naar de jongetjes. Dan komt het in me op. Het zijn gewoon ik, Nick en Kevin. Ik lach. Maar hoe kom ik hier toch? Wat is dit? Ik wandel verder naar de woonkamer. Ik zie onze oude tv die op de kast staat, onze oude tafel, zetel,...Ik kijk rechts van me, en zie een gebroken vaas. Ik begin te lachen bij die gedachte. Die vaas had ik gebroken toen ik en Kevin in huis aan het voetballen waren. Ik wandel verder naar buiten. Onze oude, houten schommel zie ik staan. Ik loop er naar toe, en probeer het weer aan te raken maar ook dat gaat niet. Voor me zie ik het bos, ik loop ernaar toe. Iets verder zie ik iets dat me bekend voor kwam. Nu weet ik het weer. Het was mijn plek, hier kwam ik altijd naartoe als ik me alleen voelde, of als ik even alleen wou zijn. Het waren allemaal mooie tijden. Met een gil word ik wakker. Ik voel dat ik zweet. Het was maar een droom. En toch, alles voelde zo echt aan...

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen