Hoofdstuk 9
Ik weet echt niet waarom ik de eerste helft van dit hoofdstuk zelfs geschreven heb...
Een tik op mijn schouder trok mijn aandacht. Ik draaide mijn hoofd en zag Yolanda achter me staan. "Wat-" begon ik, maar brak mijn zin af toen ze een vinger over haar lippen legde en naar de plek naast mij op de zetel wees. Ik volgde haar vinger en zag Capra liggen, helemaal opgerold in een bolletje en waarschijnlijk aan het slapen. Ik was al bijna vergeten dat ze er was, maar het was dan ook onwaarschijnlijk dat zij zo lang stil kon blijven. Ik stond zo zachtjes als ik kon recht en wou de wagon uit lopen, toen Yolanda me tegenhield.
"Waar denk jij dat je naar toe gaat?" vroeg ze op fluistertoon.
"Naar mijn kamer, waarom?"
Ze zuchtte. "Je denkt toch niet dat ik haar kan dragen?"
Ik bekeek haar nog eens goed, ze was maar iets ouder dan ik en een beetje tenger, maar toch tamelijk sterk, keek toen naar Capra en antwoordde toen: "Hoe bedoel je, Capra is toch klein, je kan haar gemakkelijk optillen."
"Iets van haar gewicht kan geen probleem zijn, maar een slapend kind is iets anders," kaatste ze terug.
"Kunnen we haar niet gewoon laten liggen?"
"Nee," was het antwoord.
Ik zuchtte. "En kan hij het niet doen?" Ik knikte naar de Filosoof die onderuitgezakt in de andere zetel zat, volledig in gedachten verzonken. Hij was begin de veertig, maar dit moest hij nog wel aankunnen.
"Ben je gek?" Yolanda leek te willen schreeuwen, maar bedacht toen dat Capra nog sliep. "Denk je dat ik hem ook maar een beetje verantwoordelijkheid durf geven? Ooit bezorgde hij een van onze tributen een existentiële crisis," siste ze.
"En hoe weet je dat ik haar niet uit de trein ga gooien? Zo zou ik meer kans hebben om te winnen."
Yolanda rolde met haar ogen. "Ik weet dat je dat niet gaat doen. Bovendien zou je dan pas echt in de problemen zitten, ook al zou het voor haar een genadige dood zijn."
"Oke dan," verzuchtte ik, "ik help je wel, maar het is niet mijn schuld als ze wakker wordt."
"Ik neem de volle verantwoordelijkheid op me," grijnsde ze.
Voorzichtig om haar niet wakker te maken, ontrolde Yolanda het bolletje Capra en nam haar vast onder haar schouders. Toen gebaarde ze naar mij dat ik de voeten moest optillen, wat ik met tegenzin deed, en droegen we het kleine meisje samen naar haar kamer. Volgens mij vertroude Yolanda me toch niet genoeg om me het hoofd te laten dragen.
Aangekomen in Capra's kamer, legden we haar op het bed, maar toen ik naar buiten wilde lopen, hield Yolanda me opnieuw tegen.
Ik moest eerst nog Capra's schoenen uittrekken terwijl Yolanda probeerde het deken onder haar uit te trekken om het over haar te leggen.
Toen ik eindelijk klaar was, voelde ik me vernederd, maar wel opgelucht dat het me gelukt was zonder Capra wakker te maken. Ik wilde eindelijk de kamer uit gaan, toen Yolanda vroeg of we haar niet eerst haar pyjama aan moesten trekken.
"NEE!" mimede ik boos en liep de kamer uit, naar die van mij. Ik kon dan proberen een goede tribuut en districtgenoot te zijn, alles had zijn grenzen en ik was niet haar moeder.
In mijn kamer waren de sporen van mijn kleine districtgenote waar ik me zo langzamerhand aan begon te ergeren, nog duidelijk zichtbaar.
Mijn deken was helemaal verkreukeld, het was duidelijk dat ze geprobeerd had het weer netjes te leggen, maar dat was jammerlijk gefaald. Ik had tien minuten nodig om mijn lakens weer goed te leggen, ongeveer vijf minuten om uit te zoeken hoe de badkamerdeur open ging, toen nog een kwartier op een pyjama zinder glitter of pluimen te vinden en aan te trekken en ten slotte een half uurtje om de handleiding te vinden en te lezen zodat ik zeker wist dat de tandpasta die er stond geen soort handcrème of zeep was.
Daarna kon ik niet aan de verleiding weerstaan om de haarspeldjes die er om de een of andere mysterieuze reden lagen, uit te proberen. Vreemd genoeg vloekte de paarsachtige tint er van niet met mijn bruine haren en kleurrijke pyjama.
Als ik wat beter in de spiegel keek en besefte hoe belachelijk ik eruit zag, besloot ik deze avond uit mijn geheugen te wissen en te gaan slapen.
Gelukkig raakte ik veilig tot bij mijn bed, zonder dat er veertjes uit de lucht kwamen vallen of zelfs maar een beetje achtergrond muziek of podcasts over de carrière van president Snow begonnen te spelen. Ik had geluk. Blijkbaar hingen er dus geen censoren in het midden van de kamer en volstond het dus om elk ding dat op een knop leek zorgvuldig te vermijden. Zo had ik tenminste al een goede tactiek om het Capitool te overleven. Dan alleen nog maar de Hongerspelen winnen en ik kon weer naar huis. Dat moet lukken.
Dat moet wel.
Reageer (3)
de ware vijand was misschien de hele tijd wel de technologie van het capitool
3 jaar geledenEen onzichtbare vijand die overal om je heen is, gevaarlijke dan de beroeps, president Snow of het Capitool zelf. Vooral als er kortsluiting is.
3 jaar geledenJe hebt het geheim ontdekt
Ongemak is juist zo leuk. Daarom heb ik Bo
Tbh dat doet getrokken worden voor de Spelen ook regelmatigOh no podcasts over de president. Natuurlijk heeft het Capitool podcasts. Natuurlijk gaan ze over Snow
Ja joh, en als we dan toch zo lekker bezig zijn, dan gaan we ook maar meteen een pot goud vinden aan het einde van de regenboog en op een eenhoorn rijden
3 jaar geleden
Dat is waar *sadistische grijns*
3 jaar geledenJa, dat helpt ook wel.
Duh, wat dacht je dan? Het klopt gewoon
Nu heb je het door! (Waarom ook niet, als we toch bezig zijn?)
En dat zal ook. 3 jaar geleden
Denk je?
3 jaar geledenmisschien...
3 jaar geledenVolgens mij is er veel kans dat hij maar net de laatste 8 haalt
3 jaar geleden