Naar de bergen
Wanneer de nacht voorbij is en het steeds lichter word doe ik mijn spullen in mijn rugzak, zie ik een grote rookpluim boven de andere kant van het bos, niet veel later hoor ik een kanonschot. Ik ben misschien de jongste, ik ben niet de domste, want iedereen ziet de rook van je mega vuurtje Dombo! Maar goed, als ik ingepakt ben vertrek ik richting de bergen. Als ik aan de rand van het bos ben, ben ik blij dat onze kleding grijs en zwart is. Ik stap het bos uit en blijf in de schaduw van de bomen. Langzaam en stil loop ik naar de berg. Het gebergte bestaat uit meerdere hoge bergen en wie weet wat daar achter is. Ik weet dat ik door mijn lengte en kleding vast niet opval als ik gewoon loop, maar ik ga op de grond liggen en kruip omhoog. Na iets wat wel dagen leek, maar waarschijnlijk maar een paar uur was aan de stand van de zon te zien, ben ik eindelijk boven. Ik heb een droge mond en honger, maar wil mijn pakje gedroogd fruit pas openen als ik echt honger heb. Ik verzin straks wel iets om aan eten te komen. Ik heb nog nooit gejaagd of zoiets dus dat wordt nog wat. Nu eerst kijken wat er te halen valt in de bergen. Ik sta op, hopend dat niemand me ziet. Ik sta op een van de hoogste punten in de hele arena en kan vanaf hier de Hoorn zien, de Beroeps hebben daar hun kamp gemaakt. Niet heel verrassend. Als ik me omdraai naar achter de bergen ligt daar een klein meer. Ik wil er naar toe rennen en gaan drinken, maar mijn verstand houd me tegen. Er staan namelijk wat bomen en struiken omheen. Stilletjes sluip ik naar de andere kant van de struiken. Daar zie ik een jongen liggen. Ik leun tegen een boom en kan zo ongezien blijven. Als ik hem nog eens goed bekijk is het de jongen uit district 11 en zo te zien heeft hij hier in de bergen een konijn gevangen. Mijn maag knort zacht. De jongen is denk doof, want hij lijkt het niet te merken. Ik pak mijn mes uit het zijvakje van mijn rugtas en klem hem in mijn hand. Ik adem diep in en stap achter mijn boom vandaan. De jongen zit te drinken uit een fles die hij had gepakt bij de Hoorn en schrikt als hij me ziet. Maar het is al te laat, met mijn mes steek ik in zijn rug. Het kanonschot gaat en het dringt tot me door dat ik net iemand heb vermoord. Ik pak mijn mes terug en ook pak ik zijn fles en konijn. Dan neem ik afstand zodat de helikopter het lichaam kan ophalen. Als dat gebeurt is ga ik terug naar de struiken, daar zet ik mijn spullen neer en loop met mijn nieuwe fles en het bakje uit de rugzak naar het meertje. Ik spoel de fles om en vul beide met water. Ik loop terug naar mijn veilige beschutte plek bij de struiken. Ik zet mijn lippen aan de fles en drink een heel klein beetje, eigenlijk wil ik de hele fles leegdrinken, maar mijn verstand laat dat niet toe. Misschien is het water wel vergiftigd. Ook neem ik maar een klein hapje van het vers gevangen konijn, want mijn maag kan nu niet zo goed tegen grote hoeveelheden. Na ongeveer tien minuten heb ik nergens last van dus drink ik langzaam aan de fles leeg. Ook eet ik de helft van het konijn op. Het is niet lekker en zeker niet goed voor me, want hij is rauw. Maar ik kan niet anders. Ik zou hem wel helemaal op willen eten, maar ik bewaar wat voor morgen. Mijn tijdsbesef is niet de beste, maar het moet over een uur donker worden denk ik. Ik ga de struiken uit en verken de omgeving. Er is niet veel speciaals, een kale vlakte met hier en daar wat berggras. Ik vind het knap dat de jongen uit district 11 hier een konijn heeft gevangen. Als ik nog een stukje hoger een berg op klim zie ik in de verte nog een paar meertjes met en zonder struiken. Het is dus zoals verwacht, in de bergen vind je water en nauwelijks tot geen beschutting. Als het begint te schemeren loop ik weer terug naar mijn spullen en maak me klaar om te gaan overnachten. Het zal hier kouder zijn, omdat je hoger ligt dus ik wikkel me goed in mijn deken. Als de overledenen worden getoond, zie ik eerst het meisje uit district 5, dus zij was de Dombo die een mega groot vuur maakte, daarna komt de jongen uit district 11. Ik heb me voorgenomen om me niet schuldig te voelen, het is niet mijn schuld dat ik hem heb vermoord, het is de schuld van het Capitool. Het word snel kouder en gelukkig val ik snel in slaap na deze vermoeiende dag. Maar de nachtrust is me niet gegund, net wanneer ik aan het dromen ben over thuis gaat er een kanonschot af. Meteen zit ik recht op. Er is een nachtjager onder ons. Ik steek mijn hoofd uit de struiken en kijk waar de helikopter naartoe gaat. Gelukkig gaat hij niet naar de bergen, maar naar diep in het bos. Ik ga weer liggen en probeer weer te slapen. Dit lukt niet dus ik eet de andere helft van het konijn op. Ik ga vandaag weer naar het bos om te kijken of ik daar iets te eten kan vangen. Als de zon is opgekomen pak ik mijn spullen weer in en vul ik mijn fles en bakje in het meer, ook ga ik zelf in het meer om mezelf en mijn mes even te wassen. Als ik een slok neem zucht ik zacht. Ik kan weinig water meenemen, op deze manier moet ik iedere dag naar de bergen. ik stap het meer uit en ga kruipend naar het bos. Als ik daar ben begeef ik me weer tussen de bomen en ben ik onzichtbaar. De zon staat ongeveer op zijn hoogste punt en ik begin honger te krijgen. Ik pak mijn pakje gedroogd fruit en leg een paar stukjes op het mos. Ikzelf verberg me in de bosjes. Ik heb niet het beste geduld, maar als er na ongeveer twee uur nog geen dier op af is gekomen hou ik ermee op. Mijn buik rommelt en herinnert me eraan hoeveel honger ik heb. Ik pak mijn fruit stukjes van de grond en eet ze zelf op. Het pakje is nu halfleeg en ik heb nog steeds honger. Maar ik weet dat het ik het beter kan bewaren. Ik loop verder door het bos om te kijken of er ergens dieren te vinden zijn. Er zijn er genoeg, maar het vangen is een stuk lastiger. Ook vraag ik me af waar de andere tributen zijn. Na een tijdje lopen kom ik aan de rand van het bos bij het veld. Ik kijk naar de beroeps en de Hoorn. Ze hebben al hun eten en spullen die ze niet gebruiken op een grote stapel naast de Hoorn staan. Ook hebben ze grote tonnen waarin water opgeslagen zit. Daarmee hoef je zeker een week niet naar de bergen. Met mijn fles en bakje kan ik iedere dag zowat weer terug. Dan valt mijn oog op de flessen op hun stapel. Ik kan misschien geen ton stelen, maar de flessen van de stapel kan ik zo pakken. Ze letten toch niet op. Ik ren er stilletjes naar toe en heb mijn rugzak al open gedaan. Ik pak vier flessen en een vers gevangen eekhoorn. Ik sluip weer terug en lach zacht. Het ging echt heel makkelijk, als ik dit blijf doen hoef ik niet meer te jagen.
Reageer (2)
OEF - Happy Hungergames i guess? Auwtsj eh ik ben benieuwd hoe lang ze deze mentaliteit kan volhouden totdat alle emoties teveel worden oeps awh
3 jaar geledenDistrict 11 wacht nee niet meteen aanvalle- oef
Hoogmoed komt voor den val 3 jaar geledenRip, naamloze District 11 dude, you will be missed
Woah het heeft niet eens zo'n grote invloed op haar dat ze iemand letterlijk vermoord heeft? Ik bedoel, je kunt het Capitool de schuld geven, maar ik betwijfel of zijn familie, vrienden en districtsgenote er net zo over denken