In de Arena
De lift komt omhoog en ik kom op het startplatform te staan. Voor het eerst zie ik de arena. De Hoorn Des Overvloeds ligt in het midden van een veld. Aan de zijkant vind je een dichtbegroeid bos en aan de andere kant een gebergte. In het rotsachtige gebergte heb je weinig tot geen beschutting, maar ze zouden het er niet geplaatst hebben als er niets waardevols was. Waarschijnlijk kun je alleen daar water vinden en in het bos niet. Ik bedenk waar ik als eerst heen moet gaan, het gebergte of het bos. Een ding weet ik zeker, ik ga niet naar de Hoorn, dat is namelijk zelfmoord als je geen Beroeps bent. Wel ben ik van plan om een van de rugzakken te pakken die wat verder van de Hoorn liggen. Ik adem diep in en uit en kijk de andere tributen aan. Zelfs als ik de tributen nog nooit eerder had gezien, had ik geweten wie de beroeps waren. Zij kijken strijdlustig naar de Hoorn en maken zich klaar om naar de Hoorn te rennen. De andere tributen kijken angstig en sommige zijn verstijfd. Een enkele probeert zijn angst te verbergen en maakt zich ook klaar, maar ik kan zien dat ook bij hun de angst door hun lichaam giert. Sommige tributen zien er wel aardig uit, maar ik zal ze niet vertrouwen. Ik moet denken aan wat mijn broer tegen me zei toen hij afscheid mocht nemen. "Heather, ik kan niet lang blijven, maar onthoud dit: Vertrouw niemand, echt niemand. Ga niet naar de Hoorn, maar probeer wel iets mee te nemen. Je bent klein, snel, intelligent en behendig, gebruik het allemaal. Ga naar een plek met veel beschutting, maar zorg ervoor dat je de basisbehoefte ook hebt. Ik hou van je." En toen moest hij de kamer verlaten. Ik ga luisteren naar zijn advies, maar nu weet ik nog niet of ik naar de bergen of het bos moet gaan. Nog in gedachte verzonken hoor ik opeens de stem van presentator Buck Sluters. “Welkom bij de zestiende Hunger Games, succes!”, verteld hij vrolijk. Hoe kan hij dit vrolijk vinden? Ach, de mensen in het Capitool zullen het nooit snappen. Er word afgeteld en als het startschot klinkt, stap ik van het platform af. De Beroeps en een paar andere rennen als kippen zonder koppen naar de Hoorn. En ik kan het weten, want ik kom uit district 10, vee. Ik zet mijn sprint in naar de rugzak die voor me ligt, ik ben net iets sneller dan een jongen uit district 8. Ik pak hem en zie dat de Beroeps bijna bij de Hoorn zijn. daar zullen ze eerst de beste wapens pakken en de andere tributen die daarnaartoe zijn gerend vermoorden. De tributen die niet naar de Hoorn gingen zijn naar het bos of het gebergte gevlucht. Een paar wilden net als mij wat spullen pakken, maar die zijn niet zo snel als ik dus zijn nog niet bij de rand met spullen. Ik heb dus nog tijd. Ik besluit om iets dichter naar de Hoorn te gaan en een mes te pakken, de eerste die ik zie is wel klein, maar verder durf ik niet dus pak ik hem. Als ik me omdraai naar de Hoorn zie ik de dode lichamen van de twee mensen uit district 9, ook zie ik Light vechten met het meisje uit district 6. Als Light me ziet, roept hij naar een andere Beroeps Robijn dat ze achter me aan moet gaan. Beide komen uit district 1 en die namen, niet normaal gewoon, zo lelijk. Robijn rent zonder wapen op me af en beseft niet dat dat dom is want ik heb een mes. Maar toch ren ik weg, ik wil best mensen vermoorden, maar dan raak ik in gevecht met alle Beroeps en zit ik in het bloedbad. Ik ren richting het bos. En dan ga ik via het bos wel naar het gebergte om te kijken wat daar is. Als ik in het bos ben draai ik me om, om te kijken of Robijn nog achter me aan zit, maar die heeft opgegeven en is terug aan het lopen naar de Hoorn. Ik ren nog dieper het bos in en ga dan richting het gebergte. Ik loop geruisloos en in de schaduw als ik het eerste kanonschot hoor, het teken dat iemand dood is. Ik hoor vier schoten en vraag me af wie de vierde dode zou zijn, de twee uit district 9 zijn dood en het meisje uit district 6 heeft het vast niet overleefd, maar wie is de vierde? Ik denk na of ik een vierde persoon heb gezien bij de Beroeps, maar kan het me niet herinneren. Ik loop verder en als ik aan de rand van het bos ben zie ik de bergen maar schemert het al. Ik besluit de nacht door te brengen in het bos dus loop een stuk terug. Ik ga zitten in een struik en ga daar de nacht doorbrengen. Ik controleer of mijn schaduw te zien is en of er voetafdrukken van me te zien zijn. de schaduw is er niet en de voetafdrukken veeg ik weg. Als ik op adem ben gekomen pak ik mijn rugtas uit. Er zit niet veel in, maar het zal misschien wel te pas komen. Er zit een zwarte deken in, een pakje gedroogd fruit, een bakje om water in op te vangen of mee te nemen en een naaisetje met een bolletje wol en een naald. Ik heb niet de beste buit, mijn wapens zijn een kort mes en een naald. Maar er zijn ook tributen die niks hebben. Ik ga liggen en gebruik mijn rugtas als kussen, de deken leg ik over me heen. Als het helemaal donker is hoor je het lied van het Capitool, daarna worden de overleden tributen getoond. Zoals verwacht word het meisje uit district 6 getoond, daarna beide uit district 9 en als laatst de jongen uit district 12. Het verbaasd me dat de jongen uit district 12 is getoond, hij was een van de tributen die meteen wegrende, maar ja het zal wel. Het ding is wel dat ik nu de jongste tribuut ben van dertien, de jongen van district 12 was namelijk twaalf en als enige jonger dan mij. Niet dat dat uitmaakt, ik ga toch winnen. Of, in ieder geval, mijn best doen. Ik ga liggen en probeer te slapen, dit lukt niet dus ik denk aan thuis. Hoe zal het thuis zijn? Zijn mijn moeder, vader en broer de hele dag aan het kijken op het plein? Wat zal mijn broer denken? Wat zal hij van mijn dag vinden, heb ik het goed gedaan? Ik wil zo veel weten, ik zou willen dat ik met hem zou kunnen praten. Ons laatste gesprek was nou niet echt de beste. Wat als het ons laatste gesprek ooit was? Ik wil er niet aan denken maar doe het toch. Ik zou hem nog zo veel willen zeggen. Maar hier zit ik, in de arena. Ik weet zeker dat als ik vorig jaar gekozen zou zijn, dan zou mijn broer zich vrijwillig opgeven als tribuut. Maar dit jaar deed hij niet mee, want hij is nu negentien. Ik probeer mijn tranen te bedwingen en ga denken aan morgen. Wat zal ik gaan doen. Mijn maag knort zacht, ik weet dat ik eten moet zoeken, maar water is nog belangrijker en ik heb in het bos nog geen meer gezien. Ik ga zodra het licht word naar de bergen en kijk wat ik daar kan vinden. Maar nu moet ik de nacht te zien overleven.
Reageer (2)
Ooohh ik vind het heel erg leuk dat je gewoon zo in de Arena begint, wat nice! Ben benieuwd hoe ze is als persoon woah maar het klinkt al heel goed!
Love dit 3 jaar geleden
Woah meteen bij de arena beginnen, dat zie je niet vaak
Grote woorden van de jongste nog levende tribuut - was Finnick met 14 niet de jongste winnaar ooit? Dat is geen goed vooruitzicht 3 jaar geledenDistrict 10 appreciation, hell yeah
Helaas District 6 en 9 al grotendeels uitgeschakeld - die komen echt nooit ver, oef