Dean P.O.V.

Ons avontuur is begonnen. Eindelijk! Weg van de sleur van het werk. Weg van de plek waar we de afgelopen jaren onze tijd door gebracht hebben. Het was dubbel. Dat natuurlijk wel. Ons Hobbit avontuur is bijna teneinde. Het enige wat ons nog te wachten staat wanneer we terug komen is de film première en de interviewen met media en fans. Maar het filmen was officieel voorbij. Bitterzoet, zo voelt het.

Ik ben wel erg dankbaar voor de tijd die we achter de rug hebben. Het was zwaar, maar o zo heerlijk.

Naast mij zit Aiden. Met die eeuwige glimlach op zijn gezicht. Achter ons zitten James en Adam, vrolijk en opgewekt te babbelen. Achter het stuur zit Richard, die Martin voor de zoveelste keer vraagt of we wel goed rijden. Martin knikt enthousiast en duikt vervolgens weer in zijn telefoon om het voor de zekerheid nog een keer te checken.
Een tevreden zucht ontsnapt mijn mond en ik ga iets comfortabeler zitten. Wanneer ik naar buiten kijk zie ik het prachtige landschap dat Nieuw Zeeland ons te bieden heeft. Afwisselend, waardoor ik er uren naar zou kunnen kijken. Van lege vlaktes naar prachtige bergketens. De een groen, de ander bedenkt met een witte laag.
Zo nu en dan buigt Aiden zich over me heen om aan mijn kant van het raam naar buiten te kijken. Dan wijst hij naar al het moois buiten, roept naar iedereen dat ze dit echt moeten zien, en vraagt Richard meerdere keren te stoppen zodat we langer kunnen kijken en foto’s kunnen maken. Gelukkig stopt Richard niet elke keer wanneer dit gezegd wordt. Anders komen we nooit aan.
Ons doel voor de dag was om bij Mount Taranaki te komen. Daar zouden we ons kamp opbouwen en de nacht door brengen. Dit was het enige echte deel van de vakantie dat we van te voren hadden besproken met elkaar. We zouden een flinke wandeltocht gaan maken en daarna verder kijken naar meer mooie bestemmingen.
Ik hield zelf enorm van wandelen. Vandaar dat het ook mijn voorstel was geweest om een meerdaagse wandeling te maken. In eerste instantie was ik er van overtuigd geweest dat niet iedereen akkoord zou gaan met dit idee. Maar tot mijn verbazing was iedereen, behalve Martin en James, meteen verkocht. Martin en James waren echter vrij snel veranderd van mening toen ik hen wat foto’s liet zien van de omgeving en van andere mensen die een soortgelijke tocht hadden gemaakt.
‘We zijn er jongens!’ Richard stem onder breekt mijn gedachten. De zin was nog niet eens volledig van zijn tong gerold of ik hoor de motor van de auto al stil vallen.
‘Dat voelde niet als vier uur rijden.’ Schreeuwt Aidan door het busje heen.
‘Nee dat viel mee!’ Zegt James en ik hoor hoe hij de deur openschuift en met een luide grom overdreven zijn spieren stretcht. Ik volg zijn voorbeeld en schuif ook de deur open om uit te stappen. Echter heb ik nog niet de kans om uit te stappen aangezien Aidan al half over mij heen aan het klimmen is om maar zo snel mogelijk buiten te kunnen zijn. ‘Wauw, bedankt voor je geduld Aidan’ zeg ik zo sarcastisch mogelijk.
Een maal buiten beland, draait hij zich om, kijkt me lachend aan, haalt een hand door zijn haar en geeft me een dikke knipoog. ‘Graag gedaan, Deano.’
Ik rol met mijn ogen, spring uit het busje en kijk voor eerst eens goed om me heen. En het enige woord dat er in me opkomt voor wat ik nu zie is “wauw”.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen