Het is de voorlaatste week van school. Vandaag gaan die studenten eindelijk naar huis. Samen met Lucius, Corban en Eliza sta ik buiten, op het binnenplein. Meghan staat bij haar grote liefde. Zo te zien heeft ze tranen in haar ogen. 'Ze vindt die kwal echt leuk,' zegt Eliza. Ik knik. 'Ja, ik snap er geen hol van. Al die maanden heeft hij geen enkele keer moeite gedaan om ons te leren kennen. Wij zijn haar beste vriendinnen. Nee, ze moeten maar altijd bij elkaar zijn.' Eliza zucht. 'Hij weet waarschijnlijk niet eens dat haar moeder een Dreuzel is.' Ik grinnik. 'Natuurlijk niet. Hij is van Klammfels. En jongens van Klammfels daten alleen met volbloeden.' Ze omhelzen elkaar. Het is bijna gênant. Hebben ze het nu echt niet door? 'Sowieso dat hij niet gaat schrijven,' zegt Eliza. Ik knik. 'Natuurlijk gaat hij dat niet doen. Hoe zou hij dat sowieso moeten doen? Hij kan 3 woorden Engels.' We moeten lachen. 'Jullie gunnen het haar wel,' merkt Corban sarcastisch op. We kijken hem allebei aan. 'Het is geen kwestie van gunnen,' zegt Eliza. Ze leunt tegen hem aan. 'Het is een kwestie van realistisch blijven.' Ik knik. Lucius slaat zijn arm om me heen en trekt me tegen zich aan. Ik kijk hem aan. 'Jij gaat toch wel schrijven?' vraag ik hem. Hij knikt. 'Natuurlijk. Iedere week.' Ik grinnik. 'Hm. Dat zal wel. Dat wordt dus 1 brief aan het einde van de zomer.' Eliza moet lachen.
We zitten buiten, op het grasveld. Meghan is er niet bij. Ze had tijd voor zichzelf nodig. Oké dan. 'Wat ga jij doen in de zomervakantie?' vraagt Eliza. Ik haal mijn schouders op. 'Niks met school, in ieder geval. Dat zeker.' Lucius en Corban grinniken. Ik kijk ze aan. 'Wat?' vraag ik. 'Dat zie ik niet gebeuren. Zodra je je boeken hebt, begin je met leren,' zegt Lucius. Ik rol mijn ogen. 'Nee! Dat heb ik voor mijn eerste jaar gedaan. Dat doe ik niet meer.' 'Ja, en waarschijnlijk ook het jaar erna,' zegt Lucius. Ik ga in het gras liggen. 'Het zal wel.' Hij gaat naast me zitten en pakt mijn hand vast. 'Ja. Maar daarom ben ik zo blij met je.' Ik moet blozen en geef hem snel een duw. 'Wat? Jij weet tenminste waar Anderling en Banning het over hebben. Als je het gezegd dat Anderling vloeiend Japans spreekt, had ik het ook geloofd.' Corban zucht. 'Denk je at ze het leuk vindt? Studenten pesten?' Ik zucht. 'Ze pest ons helemaal niet!' Lucius drukt een kus op mijn wang. 'Nou ja, er is helaas niks wat we eraan kunnen doen. Vader zegt dat Anderling deel uitmaakt van het gebouw.' We moeten allemaal lachen. Opeens zie ik in de verte iemand aanlopen. Het is Megan. Zo te zien heeft ze gehuild. Ik kijk Eliza even aan. Ze zucht. 'Ik vind het toch een klein beetje lullig voor haar,' zegt ze. Ik knik. 'Ja, klein beetje wel.' Ik sta op en loop haar tegemoet. 'Hey,' zeg ik tegen haar. Ze slikt even. 'Hey,' zegt ze met schorre stem. 'Gaat het een beetje?' vraagt Eliza. Ze is naast me komen staan. Megan knikt. 'Ja, het gaat wel. Ik wilde alleen even wat tegen jullie zeggen. Het spijt me van afgelopen jaar.' Ik kijk even snel naar Eliza. 'Hoe bedoel je?' vraag ik haar. 'Ik heb jullie verwaarloosd. Ik was zo bezig met Dimitri.' Ze kijkt naar beneden. 'Nou ja, jullie hebben een relatie,' zegt Eliza voorzichtig. 'Ja...' zegt Megan. Het klinkt ontwijkend. Alsof er iets niet klopt. Alsof er iets is gebeurd. 'Zullen we anders naar Zweinsveld gaan?' stel ik voor. Misschien vertelt ze ons meer als de jongens er niet bij zijn. Ze kijkt me aan. 'Gewoon ons drieën.' 'Goh, gezellig,' zegt Lucius. Ik kijk hem even streng aan. 'Ik zie jou sowieso dadelijk nog. Gewoon even wat tijd met de meiden.' Eliza knikt. 'Ja, dat vind ik een goed idee. Jullie twee vermaken je wel.' Megan lijkt iets te relaxen. 'Waar willen jullie naartoe gaan?' Ik haal mijn schouders op. 'Geen idee. Naar de 3 Bezemstelen of zo. We kijken wel.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen