Ik ben niet verantwoordelijk voor dit en andere hoofdstukken, blame 14-jarige mij[\i]

Ik heb mijn best gedaan om een kater te beschrijven, maar ik heb er geen ervaring mee dus als er fouten in staan mag je het zeggen.

Ik werd wakker met bonkende koppijn. Thor stond over me heen gebogen met een glas water. "Drink wat, zei hij, ik wil niet dat iemand je in deze toestand ziet." Ik duwde het weg en probeerde op te staan. Ik gleed onderuit. Mijn vader duwde me terug op mijn plek en een golf van misselijkheid overspoelde me. Toen kwam alles eruit. Een stortvloed van oranjeachtige brokjes en een brij die verdacht veel op het eten in het internaat leek, kwam naar boven. Recht op Thors nette pak. "Hé, kijk een beetje uit voor mijn kleren! Alsof het nog niet erg genoeg is dat je niet tegen een beetje mede kan, verknal je ook nog eens mijn pak. Ik ga me snel verkleden voordat iemand me zo ziet. Zorg dat je tegen dan ook een beetje toonbaar bent, want ik heb een taakje voor je." Slechtgezind stampte hij de deur uit mij alleen achterlatend in de grote kamer.
Net toen ik mijn kleren aan had, kwam hij weer binnen. "Ah, je bent klaar. Mooi zo. Je hebt blijkbaar toch mijn gevoel voor mode geërfd." Ik wist niet of ik daar blij mee moest zijn. "Ik zei al dat ik een klein opdrachtje voor je had toch? Wel, om te bewijzen dat je een waardige zoon van Thor bent, zal ik je op queeste moeten sturen. Het enige wat je moet doen is deze koffer naar de dwerg Alvis brengen, er zitten wat spullen in die hij moet herstellen," legde hij uit. "Je kan het dus beter niet openen zodat er niets in de war raakt. Zeg maar tegen Alvis dat hij wel zal zien wat hij moet doen als hij in de koffer kijkt. Heb je nog vragen?" "Ehm..." "Nee? Perfect! veel succes nog. Zorg dat je mijn reputatie hoog houdt!" En hij duwde me de deur uit. Die plofte achter me dicht.

Daar stond ik dan, buiten de poort van de machtige burcht met een naam die ik niet kon onthouden (laat staan uitspreken), in een mythologische wereld. Het leek langs geen kanten op de paleizen die ik in mijn dromen had gezien. En nu werd er van me verwacht dat ik mijn vader trots ging maken door op zoek te gaan naar een dwerg - want die bestonden opeens ook - waarvan ik niet eens wist in welke globale richting hij woonde. Waarschijnlijk zat ik zelfs in de verkeerde wereld! Ik deed dus zoals gewoonlijk het meest logisch dat ik kon doen en begon rechtdoor te wandelen totdat ik een mens zag - ik hoopte tenminste dat het een mens was en niet weer een god of zo - waar ik naar toe liep.
Ik riep: "Wacht!" maar in de plaats van te wachten, liep de gedaante van me weg. Ik liep hem achterna, maar was veel te traag. Ik begon al moe te worden, toen het patroon van schichtige bewegingen plots van baan veranderde. Ik had er alles voor over gehad om te gaan zitten, maar perste toch nog mijn laatste energie eruit. Misschien was dit wel mijn enige kans om hier weg te raken. Toen ik iets dichter kwam, zag ik waarom ze was afgebogen, voor me uit rezen immense muren op. Toen herkende ik haar. Karin! Ik riep haar naam, maar eerst leek ze me niet te horen. Ik riep weer. Ze bleef abrupt staan en keek achterom. Het duurde een paar tellen voor ze me herkende. Toen liep ze op me af. Ik zakte terplekke neer, veel te moe om me af te vragen wat zij hier deed of waarom ze wegrende. Ik was gewoon blij om hier iemand te zien die ik kende.

Reageer (1)

  • ChifuyuMatsuno

    Iemand tegenkomt die je kent is altijd een hele opluchting :D

    2 jaar geleden
    • Megaeraaa

      Behalve als ze alles nog verwarrende maakt?
      Maar het is inderdaad iets minder eng dan helemaal in he eentje tussen een stelletje gekke goden vastzitten xD

      2 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen