Onderweg naar de trein leek het de hele rit alsof Capra op het punt stond in tranen uit te barsten. Soms keek ze mij even boos aan, om vervolgens weer op zoek te gaan naar herkenbare gezichten in de trieste massa die ons uitzwaaide.
Ik trok me niet veel van hen aan. Nu moest ik er vooral sterk proberen uit te zien zodat ik kans maakte op sponsors.
Ik ving één glimp op van mijn zus die me bemoedigend aankeek. Onze blikken kruisten elkaar kort en ik zag dat ze zich groot probeerde te houden voor mij, maar aan haar rode ogen kon ik zien dat ze zelf gehuild had. Een paar van haar vriendinnen stonden rond haar en probeerden haar te troosten, terwijl een enkeling meer naar voren was gekomen en naar mij zwaaide alsof we elkaar jaren kende. Ik wist dat dat slechts schijn was. Hera's vriendinnen gaven helemaal niets om mij, waarschijnlijk waren ze zelfs blij dat het niemand van hun familie was die naar de Hongerspelen moest, maar ze wilden mijn zus steunen door te doen alsof het ze wel iets kon schelen, ook al begrepen ze niet dat mijn zusje er helemaal aan onderdoor ging.
Hera was sterk, ze huilde nooit. En om haar nu zo gebroken te zien, was waarschijnlijk nog een grotere schok dan mijn aanstaande dood.

Ik staarde in gedachten verzonken voor mij uit en ik moet er heel intimiderend hebben uitgezien, want mijn irritante escorte zweeg eindelijk.
Ik keek naar boven waar een dikke laag grijze wolken de hemel bedekte en werd en werd ontgoocheld door het grauwe zicht. Ik had gehoopt nog één keer naar de sterren te kijken. Ik wilde voor mijn laatste blik in de mij zo vertrouwde lucht tenminste de maan kunnen zien, want sterren waren nogal onrealistisch op dit uur, maar ik kon niet eens zien of de maan nog wel op was. Ik probeerde me in te beelden dat ik door de dikke wolken heen de prachtige vorm van de maan zag. Het moest nu wassende maan zijn. Als ik geluk had, kon ik volgende nacht vanuit de trein nog het perfecte sikkelvormige strookje maan zien voordat hij weer voor een nacht zou verdwijnen.

Met een schok werd ik uit mijn dagdroom gehaald doordat de wagen bruusk remde. Toen Selma zag dat ik schrok, boog ze zich over me om te kijken of alles in orde was, maar ik verzekerde haar er vlug van dat ik niets mankeerde.
De trein zelf was een reusachtige, indrukwekkende machine die zo hoog was als het doorsnee huis in mijn district. Ik was vroeger wel al op het station geweest en had van ver de tributen in de trein zien stappen, maar om er zo vlak naast te staan, gaf me een onbehaaglijk gevoel. En dan was er nog de reden waarom ik hier stond.
Plots zonk de moed me in de schoenen. Ik dacht terug aan Hera's betraande gezicht en hoe ze het voor mij verborgen had willen houden, en besloot dat ik moest overleven, anders zou mijn zusje volledig instorten.
Ik moest me sterk houden, voor Hera. Ik maakte best een kans als ik het Capitool kon overtuigen van mijn talenten als "waarzegger" en gewetenloze moordenaar. Misschien kon mijn apathie toch eens van pas komen.

Reageer (1)

  • Samanthablaze

    En om haar nu zo gebroken te zien, was waarschijnlijk nog een grotere schok dan mijn aanstaande dood.
    Daar komen we nog wel even op terug als het zover is

    3 jaar geleden
    • Megaeraaa

      Au.
      Het erge is dat je volledig gelijk hebt

      3 jaar geleden
    • Samanthablaze

      Hé, over het algemeen is het een universeel instinct om te willen overleven
      En tja, als je dan bijna doodgaat, heb je niet veel anders om op te focussen

      3 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen