Hoofdstuk 18
Schotland, 1945
Tom staarde naar de bomen voor hem. De dik beboste bladermassa leek oneindig door te lopen. En ergens in deze bladermassa stond die ene boom waar hij al zo lang naar opzoek was. Hij zette zijn eerste stap het bos in en begon aan de eindeloze zoektocht naar die ene holle boom, waar Helena haar laatste adem uitblies.
Zijn hart bonsde en met elke stap die hij dieper het bos in zette, verzwaarde de hamerslagen in zijn borst. Hij liep recht op zijn doel af en vond na een tijdje het kasteel diep in de bossen. Het was precies zoals Helena had beschreven; sprookjesachtig, maar anders dan Hogwarts en aanzienlijk kleiner. Hij kon er niet veel om geven, maar het was verbazend het kasteel na al die jaren nog zo in goede staat te zien.
Tom keerde het kasteel zijn rug toe en liep in kaarsrechte lijn terug het bos in. Dit was het pad dat Helena had gelopen. Hij kon haar voetstappen nog bijna in de modder zien, haar laatst bewandelde pad.
Blaadjes knisperden onder zijn voeten. Hij keek achterom, waar hij de daken van het kasteel nog net boven de toppen uit zag steken. Het moest hier ergens zijn!
Daar. Hij bleef even staan en keek over de open plek uit, naar de grote boom aan de overkant. Tussen de bladeren, zat op ooghoogte een holte. Dat moest het zijn. Hij wist het zeker!
Tom versnelde zijn pas. De holte was net groot genoeg om een hoofd in te kunnen steken, groot genoeg voor de diadeem. Zijn ogen volgde de bast eromheen en vond het bijna niet op te merken snijwerk aan de rand van de holte. Ze waren bijna niet aanwezig, maar genoeg zichtbaar voor Helena om zeker te weten dat ze opnieuw de juiste boom had gevonden. Hij stak zijn hand in de holte en taste in de duisternis.
Hij fronste en taste sneller, maar er was niets dan een lege ruimte. Tom trok zijn hand terug en trok zijn staf. 'Lumos,' mompelde hij. Het puntje van zijn staf lichtte op. Hij stak zijn staf de holte in en keek, maar zoals hij al vermoedde, was het leeg.
'Merlins beard...'
Hij trok zijn staf terug en borg deze op. Waar kon het zijn? Was het gestolen? Was een reiziger erop gestuit? Hij keek achterom naar het kasteel. Misschien had hij geluk.
Tom rende terug naar het kasteel en bonsde hijgend met zijn vuist op de deur. Hij ademde een keer diep in, rechte zijn rug en veegde zijn kleren glad. Na een paar minuten werd de deur geopend en keek een jonge man van nog geen tien jaar ouder dan hijzelf hem nieuwsgierig aan. 'Ja?' vroeg hij.
'Mijn excuses voor het verstoren van uw dag,' begon hij en glimlachte, 'maar ik ben opzoek naar de eigenaar van dit kasteel.'
'Hij is niet aanwezig,' antwoordde de man en deed de deur verder open. 'Mag ik vragen waar dit om gaat?'
Tom knikte. 'Ik weet dat dit het vroegere kasteel was van de familie Dervishi. Ik werk voor een museum in Londen en het schijnt dat er een relikwie is zoekgeraakt nadat de dochter van Bardyllis Dervishi op wrede manier van het leven is geroofd. Ik ben opzoek naar dat relikwie, om de nalatenschap van de Dervishi familie te kunnen blijven herdenken.'
De man fronste. 'Sinds wanneer nemen Londense musea interesse in verloren Armeense artefacten?'
Tom glimlachte. De dochter van Dervishi was ook de dochter van Rowena Ravenclaw. Ze was erg beroemd honderden jaren geleden. We willen haar familiegeschiedenis en dat van de Dervishi's een plaatsje geven dat het verdient.'
De man bleef hem aanstaren en Tom zuchtte. 'Ik wil enkel zien of het bestaat. Zodra het papierwerk klaar is zullen we een overeenkomst sluiten. Dan hoort u van ons.'
De man knikte en opende de deur voor hem.
'Dank u wel.' Tom stapte de grote hal binnen en keek om zich heen. Dus dit was waar Helena leefde? Het zag er somberder uit dan ze had beschreven, maar door de jaren heen zal dat wel het geval zijn als het niet goed werd onderhouden.
'Ik zal de archieven controleren. Wacht hier.' De man verliet de grote hal en verdween een kamer in. Tom liep rond terwijl hij wachtte en bekeek de grote schilderijen die door de hal hingen. Een van hen was een schilderij van een groot man met een donkere snor. Dat moest Bardyllis zijn geweest, dat kon niet anders. Hij zocht om zich heen. Nergens een schilderij van Helena.
Niet veel later kwam de man terug met een aantal documenten in zijn hand. 'Het lijkt erop dat er een aantal relikwieën bewaard zijn gebleven. Waar was u specifiek naar opzoek?'
'Een diadeem,' antwoordde Tom, 'met een blauwe steen.'
De man bladerde door de papieren en trok er een tussenuit. 'Ik zal hier een kopie van maken en dan lopen we even naar de kelders.'
'Duizend maal dank.'
Tom volgde de man de trappen af de kelders in, waar tot zijn verbazing prachtige juwelen opgeslagen lagen, samen met honderd jaar oude schilderijen en andere documenten. 'Waarom is hier nooit wat mee gedaan?' vroeg hij.
'De historie is een tragedie op zichzelf en soms kunnen die geheimen beter niet aan het licht komen.'
Dat begreep Tom wel. De Devishi's hebben niet veel geluk gehad. Ze liepen een antal gangen door tot de man een houten deur opende naar een klein achterkamertje, waar de volledige muur was gevuld met boekenkasten waar oude perkamentrollen in lagen en stoffige dikke boeken die zeker honderden jaren oud waren. De man liep naar een tafeltje waar een houten kistje op stond en opende deze met de sleutel die hij bij zich droeg.
De deksel ging open en Tom begon te glunderen. 'Wonderbaarlijk,' fluisterde hij terwijl hij dichterbij kwam en de prachtige diadeem bekeek. Er leek geen stofje op de steen te zitten, alsof ze hem elke dag grondig schoonmaakten. 'Mag ik?'
De man knikte en Tom tilde het diadeem uit het doosje. Hij staarde naar de steen en de kleine details in het maakwerk. 'Weet je,' zei hij zachtjes, 'er gaan geruchten rond dat de drager van het diadeem bij oneindige kennis kan komen.'
'Elk van deze relikwieën heeft zo'n dergelijke legende rond zich,' antwoordde de man.
'Maar deze is waarheid.' Tom draaide zich naar de man om. 'Want deze is gemaakt door de meest getalenteerde heks op de wereld. En nu is het van mij.'
De man fronste en zette behoedzaam een stap achteruit. 'Waar heeft u het over?'
Tom grijnsde en trok zijn staf. Hitte vloeide door hem heen bij het zien van de onbegrip en de angst die over het gezicht van de man trok. 'Precies wat ik zeg,' antwoordde hij, 'Avada Kedavra!'
Een groen licht ontsprong uit zijn staf en raakte de man op zijn borst. Door de inpakt vloog de Muggle achterover en klapte tegen de boekenkast aan, waarna hij als een hoopje ineen zakte en niet meer overeind kwam.
Tom grijnsde en verliet de kamer, met het diadeem in zijn handen.
Reageer (1)
Ik was even onder de illusie dat hij hem misschien niet ging krijgen...
4 jaar geleden