Hoofdstuk 1
Was ik te lui om een deftig begin te schrijven? Misschien.
Ga ik er ooit nog een begin voor schrijven? Misschien.
Heb ik expres met de tijden geknoeid? Misschien.
Blijft Melvyn langer dan Capra in leven? Misschien.
Wie zal het zeggen?
Alles om me heen leek te vervagen. De hele massa werd een vage vlek. Het was alleen nog maar Selma op het podium, en ik toen ze de naam voorlas. Mijn naam. Melvyn Cooper, de mannelijke tribuut van district 10.
Wat valt er nog meer te zeggen? Ik schrijf horoscopen. De meesten vinden me daarom vreemd, of een oplichter. Enkel mensen als de vredebewakers en burgemeester geloven er in en bewonderen mij. Waarschijnlijk is dat ook de reden waarom Selma, onze districtsbegeleidster, me ontzagvol aankeek terwijl ik als verdoofd het podium opliep.
Ik wist het. Ik wist dat dit kon gebeuren, een geit en een slang zouden getrokken worden. De geit stond als naast me en de slang, dat was ik. Mensen vragen me dikwijls of mijn voorspellingen wel echt zijn, hoe ze werken of hoe het komt dat ze uitkomen. Ik zal het jullie proberen uit te leggen, maar zo simpel is het niet.
Ten eerste: ik heb géén glazen bol, wat mensen soms wel denken. Ten tweede: ik praat niet met geesten of wat dan ook. En ten derde: ik kan ook geen stormen oproepen of de Boete vervalsen. Ik ben geen tovenaar.
Zo, nu dat duidelijk is, zijn de grootste misverstanden volgens mij wel voorkomen.
Terwijl ik de districtbegeleidster die druk tegen me aan het praten was, naar binnen volgde, realiseerde ik me plots dat ik mijn medetribuut kende. Het was die geit die er vorig jaar in geslaagd was om mijn zusje en die oorwurm van een Cicon Cooper uit elkaar te krijgen. Ik vond het verschrikkelijk dat die twee samen waren, Hera verdiende beter, maar toen ik de enige die ooit echt om mij gegeven heeft zo hartverscheurend zag huilen, voelde ik mij vreselijk.
En net op dat moment vloog de deur van het kleine kamertje waar ik in zat open en stormde mijn tweelingzus binnen, haar ogen rood van de tranen en duidelijk van streek. Ze zei niets maar vloog meteen op me af en sloot haar armen stevig om me heen alsof ze me wilde beschermen tegen de spelen en voor altijd bij haar wil houden. En dat zei genoeg. Ik heb geen peptalk nodig zoals: "Het komt allemaal goed!" Het komt nooit goed. Of "Je kan het wel." Laten we eerst zien of ik het bloedbad overleef. Mijn zus verstrakte haar greep nog een klein beetje en ik voelde haar tranen in mijn nek. Normaal haat ik aanrakingen, zelfs van Hera, maar nu hoopte ik dat ze me nooit meer loslaat en dat ik hier voor eeuwig veilig bij mijn lieve zus kon blijven. Maar natuurlijk duren mooie momenten niet eeuwig en een norse vredebewaker onderbrak ons prachtige moment om te zeggen dat we nog één minuut hadden. Snel liet ze me los en ik staarde recht in haar ogen die identiek hetzelfde zijn als de mijne, met het verschil dat zij gouden spikkeltjes heeft die lijken te dansen als ze lacht.
Dan werd ze van me weg gesleurd, wanhopig achteromkijkend om nog een laatste glimp van mij op te vangen.
De deuren sloegen met een harde klap dicht en er daalt weer een doodse stilte neer in de zaal.
En ik wachtte op mijn ouders, in de ijdele hoop dat zij toch nog zouden komen, maar eigenlijk wist ik het antwoord al.
Reageer (1)
Awh, dat is echt wel zielig 3 jaar geleden
Het zoi waarschijnlijk erger zijn als zijn ouders wel waren gekomen
3 jaar geledenMaar toch wel heel sneu awh zeker als je even bewust bedenkt hoe oud hij nog maar is awhh
3 jaar geledenPrecies, het is nog maar een kindje
3 jaar geledenEigenlijk, ik bedenk net dat hij even oud is als ik
3 jaar geledenJe bent ook jong
3 jaar geledenOk misschien, zijn ouders zijn gewopn verschrikkelijk
3 jaar geledenPrecies awh ik vergeet altijd hoe oud de characters eigenlijk nog maar zijn en awh
3 jaar geledenIk besefte opeens hoe verschrikkelijk ik ben dat ik mijn 12 jarig kindje naar de hongerspelen stuur
3 jaar geledenOh mood
3 jaar geledenDie is nog niet eens van de basisschool oeps awh gosh
3 jaar geleden