Dit is een kort verhaal dat ik voor school moest schrijven ik had het thema "geen woorden" gekozen en ik moest de verplichte woorden parketvloer, ansichtkaart, sneakers, handdoek, magie toevoegen. Het is zeker niet het beste wat ik ooit heb geschreven, maar aangezien ik normaal slechtere dingen maak hier is het redelijk okay.

Langzaam pakt hij de ansichtkaart op. De achterkant van de ansichtkaart is leeg dus hij draait hem om en kijk naar de voorkant. De voorkant van de ansichtkaart lijkt wel alsof het gemaakt is met magie. Het lijkt wel alsof de plaatjes op de kaart hem probeer te vertellen waar hij heen moet gaan. Het eerste plaatje die op de kaart verscheen is zijn eigen huis daarna beweegt het beeld verder naar zijn straat, de straat achter tot de beelden bij het station aankwamen. Bij het station laat de kaart een trein zien die een paar dorpen verder stopt. Vanaf daar volgend het een weg totdat het uiteindelijk stopt bij een huis. De ansichtkaart beweegt nu niet meer en blijft staan op dit huis. Hij staart een tijdje naar het plaatje van dit huis en neemt dan een besluit.

Het lijkt wel alsof de persoon weet dat er altijd gekke dingen om me heen gebeuren en hij daarom deze kaart naar mij heeft gestuurd denkt hij. Misschien weet het misschien mysterieuze persoon ook wel waarom het onmogelijk voor mij is om te praten. Misschien weet dit mysterieuze persoon wel de oplossing voor mijn problemen. Hij moet naar dit huis en hopelijk kan hij de persoon die deze kaart heeft gestuurd hier vinden. Er is maar één manier om erachter te komen waarom deze kaart naar hem toe is gestuurd en of de persoon hem inderdaad kan helpen. Hij pakt zijn spullen en gaat in de richting van het station.

Als hij aankomt bij het huis haalt hij de ansichtkaart uit zijn zak en kijkt hij of dit inderdaad het goede huis is. Dan ziet hij dat de deur een klein stukje open staat. Hij observeert het huis voor een moment en kijkt om zich heen. Het lijkt erop dat degene die hier woont de deur is vergeten dicht te doen en hij loopt voorzichtig de voortuin in naar de deur. Ook al is de deur open hij drukt alsnog op de deur en luistert of hij beweging vanaf binnen uit hoort. Als hij niets hoort kijkt hij goed om zich heen om te zien of er niet iemand buiten staat, omdat dat niet het geval is duwt hij de deur helemaal open en kijkt naar binnen. Het ziet eruit als een normale gang het enige rare is, is dat er een natte handdoek ligt die kortgeleden nog gebruikt lijkt te zijn. Het lijkt net alsof die handdoek in haast is neer gegooid.
Hij kijkt nog een keer om zich heen en staat te twijfelen of hij naar binnen moet stappen of niet. Het is natuurlijk wel iemands huis, maar hij is ook nieuwsgierig naar wie hier woont en waarom diegene hem die kaart heeft gestuurd. Hij stapt twijfelend naar binnen en duwt de deur zachtjes achter zich dicht. Hij kijkt aan de linkerkant naar binnen in een kamer wat de keuken blijkt te zijn, maar daar is niemand, dus hij loopt door naar de enige andere deur in de gang. Terwijl hij loopt piepen zijn sneakers lichtelijk op de parketvloer. Hij opent de deur en stap binnen in de woonkamer waar ook niemand is. Wel hangen er gekke schilderijen van mythische wezens op de muren en er staat een tafel die heel erg op een altaar lijkt. Op de tafel staan kaarsen, kristallen, kruiden en iets wat lijkt op een schedel van een knaagdier. Waar zou dat voor zijn vraagt hij zich af. Nadat hij door de woonkamer heeft rondgekeken loopt hij een kamer weer uit de gang in waar ook een trap was.

Twijfelend kijkt hij naar de trap moet hij wel naar boven gaan hij kan ook een andere keer terugkomen. Maar hij is te nieuwsgierig en zet hij een voet op de trap die meteen heel hard kraakt. Hij loopt zo langzaam mogelijk de krakende trap op om zo min mogelijk geluid te maken. Als het boven aan de trap is komt hij weer in een hal terecht in deze hal is het erg donker en er zijn drie deuren elke deur heeft een gek symbool, maar wat hem meer opvalt is wat hij op de grond ziet. Het lijkt wel alsof er een grote waterplas ligt en dat iemand in de plas heeft gestaan en daardoor een spoor heeft getrokken. Als hij de plas van dichtbij bekijkt ziet hij dat het geen water is maar bloed. Geschrokken hij doet hij een paar stappen terug. Hij staat daar voor een tijdje te kijken naar de plas bloed. Hij verzamelt wat moed bij elkaar en loopt voorzichtig zonder in de plas te staan in de richting van de deur waar het spoor heen leidt. Hij opent langzaam de deur. Hij wordt begroet met een wolk van damp alsof de douche net is gebruikt. Als eerste ziet hij een douche als hij rondkijkt ziet hij in de hoek naast de gootsteen een man met een grote wond op zijn borstkast rond hem heen ligt verband en schoonmaak spullen. De man lijkt niet te ademen, hij loopt langzaam op hem af en gaat door zijn knieën en voelt voorzichtig of hij nog een hardslag heeft. Nadat hij een tijdje heeft gevoeld en hij geen hartslag voelt kijkt geschrokken om zich heen niet wetend wat te doen. Hij staat langzaam op een loopt langzaam de badkamer uit. In frustratie haalt hij zijn handen door zijn haar wat moet hij nu doen. Hij werpt een laatste blik naar de man en neemt dan een besluit. Hij loopt zo snel mogelijk de trap weer af de gang door en naar buiten. Als hij buiten is verscheurd hij de ansichtkaart en gooit die in de prullenbak van de buren van de man. Dan loopt hij weg de straat uit zonder nog een keer terug te kijken met het besluit om het hier nooit met iemand over te hebben.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen