Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 13
Staart, wordt wakker!’ Rachel stond gebogen over Staart met haar kop naar beneden en haar staart om haar poten gewikkeld. Het gevoel van verdriet overspoelde haar. Ze was nog niet eens een krijger. Alstublieft, Grote IJzelvacht, laat haar ongedeerd zijn! Op dat moment kwamen er pootstappen achter haar. ‘Rachel ga daar weg!’ Blad riep heel hard en Rachel schrok op. Een hond wilde net op haar springen toen Rachel rolde en bovenop hem sprong. Ze trok aan zijn oren en beet in zijn nek. Met haar achterpoten bewerkte ze zijn rug. Ze liet los en de hond schoot keffend de bosjes in. ‘Ze is een vechter’, mompelde Lion naar Uno. Rachel ving een glimp op en boog haar kop. ‘Die was voor Staart’, mompelde ze. ‘Rachel…?’ Een zwak gekreun klonk op achter Rachel. Rachel draaide zich om en zag Staart proberen op te staan. Rachel ondersteunde haar. ‘Je supersnelheid’, pufte Staart. ‘Wat bedoel je?’ vroeg Rachel. ‘Muizenstront, je kan iedereen redden.’ Wat Staart niet wist is dat Konijnbont had gezegd dat het een illusie was. ‘Laat haar maar liggen!’ Konijnbont stapte met Pluim uit het struikgewas. ‘Jouw Zusterkat en leerling Snow kunnen dit wel. En ik moet jou spreken.’ Rachel en de zilveren vos liepen weg naar een hoekje in het ravijn terwijl de katten zich in de strijd gooiden. Overal zag je flitsen van bond en bloed. ‘Wat zei ze?’ siste Konijnbont. ‘Ze zei dat ik mijn “Supersnelheid” moest gebruiken, maar het is niet echt. Ik kan het niet.’ ‘Niet met zo’n instelling. Je zou het op z’n minste moeten proberen. Want zie,niemand is perfect.’ Ze wees met haar staart over het slagveld. ‘Maar wat jij wel kan doen, is proberen. Dus probeer het, voor de pack, voor mij...Voor Staart!’ Rachel spande haar spieren en keek rond, ze waren aan het verliezen. Rachel focuste haar blik op één hond, de grootste, hij was gevlekt met een halsband met tanden die glinsterden in het maanlicht. Hun leider. Ze rende naar voren met woede flitsend in haar ogen. Ze krabde over zijn neus en trok pels van zijn dikke lijf. Hij werd boos en begon te happen naar haar staart. ‘Oké, tijd voor het moeilijkste.’Rachel dacht aan wat er zou gebeuren als ze zou falen, de pack zou ten onder gaan, Konijnbont zou alleen blijven en Staart...zou dit niet overleven. Ze strekte haar spieren nog verder en riep haar woede op. De woede kwam na het beeld van wat er zou gebeuren zonder dat ze dit zou proberen. Ze zette haar haren overeind en siste luidkeels naar de gevlekte hond. Ze haalde uit met haar klauw en toen moest ze gaan rennen. Ze begon te rennen, en te rennen, en te rennen. Ze voelde de adrenaline door haar lijf gieren. Rennen en niet omkijken. Zoefend schoot ze langs een stel bomen. Ze keek omhoog de maan werd bedekt door een stel wolken, het zou zo gaan regenen. Rachel rende nog verder, over de helling, naar het meer. Honden zouden te zwaar zijn om over de dunne takjes te lopen, maar sommige zouden kunnen zwemmen. Nu maar hopen dat ik ze allemaal heb. Rachel voelde een hete adem bij haar staart. Ze sprong op de tak, maar de hond landde achter haar. In paniek sprong Rachel van de tak af en begon te rennen richting het hek bij de monsternesten. Ze sprong er overheen en begon te rennen langs de monsternesten. Er stonden veel monsters buiten die hun hondje riepen, en toen was er uiteindelijk nog maar één over. Intussen kwam de regen naar beneden. Zilveren regendruppels tikten op de tegels van de straat. Een klein, mager figuurtje verscheen op de hoek. Het was een vos, met een zilverblauwe vacht. De vos rende lichtvoetig snel door de straat. De regen droop van haar vacht, terwijl ze stevig doorrende. Achter haar verscheen een grote, massieve donkergevlekte buldog. Zijn rode halsband glom door de regen, en als je even wat beter keek zag je tanden eraan zitten. Monstertanden, hondentanden en……. Kattentanden! De vos schrok, maar rende nog sneller door. Ze rende zo snel dat het leek alsof haar poten de grond niet eens raakten. Maar de hond kwam dichterbij. Luidkeels blaffend begon hij te happen naar de vos, die nog maar een paar centimeter van de hond verwijderd was. De vos hijgde, en ze ging langzamer. Plotseling zag ze een stroomboom. Ze sprong omhoog op een van de onderste ijzeren takken. De hond had de boom bereikt, maar tot haar schrik zag de vos dat de hond hoger was dan de eerste ijzeren tak. Dus sprong ze omhoog naar de tweede ijzeren tak. Helaas kon de hond ook klimmen, en sprong op de eerste ijzeren tak. De vos moest dus naar de derde tak, en de hond sprong op de tweede tak. Zo ging het door, tot de vos het bovenste van de boom had bereikt. Er hingen aan elke kant drie touwen die klikgeluidjes maakten. Het onweer klonk nu bijna boven de vos. Ondertussen was de hond op het plankje gaan staan, naast de vos, die de schrik van haar leven kreeg. Maar op dat moment klonk een kraak, dat betekende dat de hond te zwaar was. vlug sprong de vos op de stam, die boven het plankje eindigde, net voordat de plank afbrak en de hond op vier poten op de grond belandde. De vos keek naar beneden en grinnikte. 'Stomme hond!'
De hond blafte luidkeels en sprong tegen de boom op, maar de boom was te hoog voor hem. De vos hoorde dat het onweer boven haar was, maar negeerde het. De regen ging nog harder en de hond zat nu in waakhouding naast de boom. Op dat moment kwam er een flits, die de boom doormidden brak. De vos sprong net op tijd opzij, terwijl de hond luid keffend bij een monsterhol naar binnen rende. De boom splitste door de midden en een helft boog naar beneden. En de vos sprong op een van de zwarte touwen. Net op tijd want de bliksem sloeg vlak achter haar in, dus sloeg de vos haar nagels in het touw. Het touw knapte en de vos liet los. Ze belandde in een afvalbak. 'Jakkie, wat een vieze boel!'
Op dat moment kwam de bliksem. Voor de vos ging het in slow motion; er kwam een bliksemschicht op haar af…
Er zijn nog geen reacties.