Hoofdstuk 46
Arnaut klopte zenuwachtig op de deur. Hij mocht dan wel goed bevriend zijn met de kroonprinses, je ging niet elke dag bij de privévertrekken van de koning langs. Het was duidelijk dat koning Duncan iets wou bespreken waar hij niet teveel ruchtbaarheid aan wou geven. Waarschijnlijk zou hij, aangezien alle Grijze Jagers naar die bijeenkomst van hen waren, in hun plaats verslag moeten geven van de voobije gebeurtenissen. Een man die zo gevaarlijk was als Steven, dat was waarschijnlijk wel belangrijk genoeg voor een koning. "Kom maar binnen," zei een stem. Toen Arnaut de deur opentrok, zag hij tot zijn verbazing dat alleen koning Duncan en Cassandra samen aan een kleine tafel zaten. Cassandra gebaarde dat hij naast haar kon gaan zitten. Arnaut merkte dat geen van beiden zich heel koninklijk gedroeg. Ze zaten ontspannen aan tafel. Nergens was er een bediende te zien, dus Arnaut vermoedde dat er absoluut niemand van dit gesprek op de hoogte mocht zijn. Niet dat dat hem verbaasde natuurlijk. Een man als Steven zou de reputatie van het korps geen goed doen. Toen hij zich neerzette, bleek het gesprek echter over iets heel anders te gaan. Duncan nam het woord. "Een van mijn soldaten heeft me verteld dat een paar boeren hem waarschuwden voor een groep rovers die richting Araluen trekt." Arnaut fronste zijn wenkbrauwen nadenkend. Roversbenden had je veel in Araluen, en die trokken nu eenmaal van her naar der. Meestal vermeden ze drukkere lenen, zoals Araluen, maar zo geheim was dat niet.
"Moet ik die bende tegenhouden?" Vroeg Arnaut. Hij zag geen ander verband dat hij ermee kon hebben, maar de koning schudde zijn hoofd. "Jij moet nog niets. Ik wil alleen dat je de verhalen even voorvme natrekt. De boeren beweerden dat ze zich verstopt hadden toen de bende passeerde, maar dat die net waar zij lagen hun kamp hadden opgezet. Op die manier waren ze naar eigen zeggen een dag blijven liggen, totdat de groep weer verder trok. Ondertussen hadden ze hen dus een hele nacht ongestoord kunnen afluisteren." "Dat klinkt eerder als iets wat Grijze Jagers zouden doen, of spionnen. Niet iets voor simpele boeren." Cassandra antwoorde hem. "Weet je, als je echt bang bent, kan je veel langer stilliggen dan je ooit verwacht had." Toch was Arnaut nog niet helemaal overtuigd. "En wat hoorden ze dan?" vroeg hij. Cassandra wisselde een gespannen blik met haar vader. Na een korte aarzeling gaf ze antwoord. "Ze zouden het op kasteel Araluen gemunt hebben. Volgens de boeren hadden ze een geweldig plan om de koning te bestelen." "En hoe gaat dat geweldigvplan dan wel in zijn werk?" Vroeg Arnaut. De koning haalde zijn schouders op. "Zo goed hadden ze nu ook weer niet geluisterd." Toen hij de kritische blik in Arnauts ogen zag, glimlachte hij. " Luister, ik heb er ook zo mijn twijfels bij," zei hij, "maar ik ben de koning en ik word liever niet beroofd. Daarom wil ik dat jij voor ons gaat uitzoeken hoeveel waarheid er achter zit." Arnaut knikte langzaam, alsof hij het begon te begrijpen, maar toen vroeg hij: "is dat niet meer iets voor een Grijze Jager, achter geruchten zoeken?" Duncan knikte. "Zeg dat wel, maar helaas hebben we een klein probleempje. Alle jagers zijn naar die vergadering van hen. Het kan nog een hele tijd duren voor ze terug zijn. Jij zou net zo goed wat om je heen kunnen kijken. Ik hoef trouwens nog geen actie, alleen een helder beeld vand de feiten. Gaat dat lukken?" Arnaut knikte. Hij was best wel blij dat hij werd afgeleid met een simpele, rustige opdracht. Hij had voorlopig meer dan genoeg Grijze Jagers gezien. Voor hij naar buiten liep zei Duncan nog: "en Arnaut, geen woord hierover, ik wil niet nodeloos onrust zaaien." Arnaut knikte en liep naar buiten. In zijn hoofd zat hij al op zijn paard van de reis te genieten. Avontuur was leuk, maar nu kon hij eindelijk eens iets op zijn gemak doen.
Er zijn nog geen reacties.