4. Rare kennismaking
'Mam?' Ik merk dat Tristan wat zakt en sta ik weer op mijn eigen voeten. Geen idee wat het precies is wat ik net gezien en gehoord heb maar ik zet geen voet in die geheime kamer. Stel je voor dat ik een skelet vind van een kind en een baby.
'Chione?' Ze is verbaasd als ze ons ziet. Vast omdat ik bij Tristan op zijn rug zat. 'Wat is er?'
'We hebben de oorlogskamer, of ruimte, gevonden maar dat is niet alles,' begin ik uit te leggen en ga ik haar voor terug het paleis in.
'Hannah, Tyson, meekomen, neem verlichting mee!' Mijn moeder kijkt naar Tristan. 'Waarom zat je op zijn rug?'
Tristans ogen gaan van mij naar mijn moeder. 'Ze is flauw gevallen.'
'Wat?' Meteen legt mijn moeder een hand op mijn voorhoofd. 'Gaat alles wel goed? Je bent nog nooit flauwgevallen.'
Ik haal mijn schouders op. 'Voor alles is een eerste keer.' Als ik Hannah en Tyson zie, met draagbare lampen, gaan we terug het paleis in. Sinds de toortsen nog aan zijn, is het makkelijk de weg terug te vinden.
'Zo te zien maak je gebruik van de truc, die ik je geleerd heb.' Mijn moeder heeft door hoe de toortsen branden.
'Klopt,' reageer ik en zijn we snel in de oorlogsruimte gekomen. 'Hier ben je ook wel geïnteresseerd in. Het is verbazingwekkend dat deze kaarten nog leesbaar zijn. Ze lijken te dateren van tiental jaren geleden.'
Tyson zet duidelijk wat lampen neer. 'En jij moet deze ruimte weer vinden,' grinnikt hij. Geen moment later, baad de ruimte in het licht.
Mijn moeder, en Hannah, kijken naar de kaart. 'Misschien zelfs ouder. Deze symbolen zijn om de plaatsen aan te geven van soldaten rondom de stad op de muur.'
'Ik zal het wel onderzoeken,' beloofd Hannah meteen.
Zelf pak ik mijn zaklamp. 'Mam.' Ik gebaar met mijn hoofd naar een gang. Wel dat ik eerst de val controleer maar geen pijlen deze keer.
'Ga maar voor, jij hebt het gevonden en kent de weg.' Ze glimlacht even.
'Ja, daarover,' zenuwachtig zucht ik. 'Ik heb gisteren een visioen gehad en het bleek dat de vrouw zwanger is van haar man. Hij vroeg haar om het rustig aan te doen en op tijd te stoppen als ze nog dikker zou worden.'
Haar ogen staan serieus en lijkt ze te nadenken. 'Dat kan, er zijn mensen die een sterke band hebben met hun voorouders. Jij komt hier half vandaan en het zou me niks verbazen als jouw geschiedenis terug gaat naar het Oude Egypte.'
'Dat was de eerste keer.' Ik blijf bij een muur staan. Waarvan ik nu weet dat het een deur is. 'Nog geen uur geleden had ik hier opnieuw een visioen. Alsof ik weet waar ik dan heen ga, maar hier wordt het eng, zelfs voor mij. Toen ik hier de eerste keer binnen ging, hoorde ik een baby huilen,' ga ik verder en voel ik een rilling over mijn ruggengraat gaan. 'Gelijk daarna een meisje, vast van een jaar of vijf, en ze vroeg aan haar vader waar mama is. Hij vertelde haar dat haar moeder juist erg moedig is omdat ze de gewonde mensen helpt. De vader kalmeerde de baby, heeft zijn dochter in bed geholpen met de vraag of zij ook moedig wilt zijn en voor haar broertje wilt zorgen tot hij terug komt. Daarna ging de man terug naar de ruimte boven. Waar iemand met het nieuws kwam dat zijn vrouw dood is omdat het ziekenhuis is aangevallen. De manier waarop hij toch probeert om voor zijn volk te zorgen, terwijl hij gebroken leek te zijn. Verdrietig en aangeslagen, emoties die mij zelfs raakte als een hamerslag. Ik denk dat het de farao was van die tijd.' Ik lik mijn lippen. 'Ik zal de deur voor je open doen, maar ik ga niet naar binnen. Niet alleen om wat ik gehoord heb maar ook omdat ik schaduwen gezien heb. Mam, ik ben serieus bang dat daar een skelet ligt van een baby en een kind.'
'Je hoeft niet te gaan,' verzekert ze mij dan. 'Ik ben wel wat skeletten gewend. Doe maar open.'
Ik duw de juiste steen in en gaat de deur open. 'Succes.' Om dan te wachten op het verlossende woord.
'Chione? Dit is meer te vergelijken met, wat wij kennen, als een paniekkamer. Geen skeletten dus je kan naar binnen komen,' klinkt haar stem.
Gerust gesteld ga ik naar binnen. 'Mooi, het leek zo echt. Ook al kon ik geen echte gezichten zien, ik voelde het allemaal wel. De kou die in mijn botten kruipt. De pijn, het verdriet en het gemis in mijn hart. Het overviel mij gewoon.'
Ze slaat een arm om mij heen. 'Chione, jouw geschiedenis van je vaders kant gaat helemaal terug naar het Oude Egypte. Wie weet dat een van je voorouders de farao zelf is, of een familielid van de farao. Alles is mogelijk, je zegt zelf dat je je enorm verbonden voelt met Egypte.'
Ik ben zo opgelucht dat de visioenen hooguit een teken zijn van mijn eigen geschiedenis. Om zelf wat na te denken, ben ik het paleis in gegaan en naar boven. Waar ik, zonder op te letten, op het balkon ben beland. 'Wat is dit toch?' Geen idee, maar ik woon hier. Waarom ziet het zo anders uit? 'Wie is dat?' Ik schrik er van en kijk om mij heen. Niemand. Sorry, ik denk dat ik in je hoofd zit? Als dat mogelijk is. 'Wie ben je?' wil ik weten en ga ik weg van het balkon. Sorry, mijn naam is Mana, en ik woon hier maar het ziet er zo leeg en verlaten uit. Hoe kan dat? Ik zie een vrouw, die meer doorzichtig is, met bruin haar dat alle kanten op staat en blauwe ogen. Meteen deins ik terug. 'Wat is dit?' Ik wrijf in mijn ogen. 'Dat is het, ik ben serieus mijn verstand verloren.'
Nee hoor, maar... Mana stopt en kijkt wat omlaag. Dat is mijn ketting.
Mijn hand gaat naar de ketting. 'Nee, het is mijn ketting. Van mijn opa gekregen.'
Ja, en ik heb het eerst gekregen van mijn man, voor mijn geboorte dag. Ze knikt. Het is precies dezelfde ketting.
Ik doe mijn ogen dicht en haal diep adem. Dit is gewoon een nare droom en straks word ik wakker in mijn slaapzak of bed.
Nee, je bent wakker, reageert Mana. Ik woon hier maar het ziet er heel anders uit. Ik mis mijn bed, de kaarsen, de kasten... Mijn man! O nee, ik heb thuis een dochter. Hoe kom ik hier? Ze snikt even.
Ik moet haar gelijk geven want ik knijp in mijn arm. Wat kort pijn doet. Inderdaad, ik ben wakker. 'Hé, ik heb anders ook vragen. Hoe kan dit? Hoe zit jij in mijn hoofd? Hoe kan het dat jij hier woont maar je herkent het niet meer?'
Oké, ik denk dat ik vast zit aan die ketting of iets dergelijks. Dus voorlopig zit je aan mij vast, is haar uitleg.
Zelf kijk ik rond. Het is nog steeds vreemd. 'En dat je hier woont? Met je man en je dochter.'
Nu knikt ze vrolijk. Ja, mijn man is de farao, hij heeft nog een adviseur en dat is de priest, tevens zijn neef...
'Mana,' herinner ik mij haar naam. 'Egypte heeft geen farao meer.'
Met grote ogen kijkt ze naar mij. Maar... Dat kan niet, dat is onmogelijk. Mijn man regeert Egypte. Samen met mij.
'Je bent van een andere tijd,' constateer ik. 'Mana, ik weet niet hoe dit kan maar ik ga proberen om jou terug naar je man te sturen. Ik wil mijn hoofd weer voor mijzelf hebben.'
Ze lacht. 'Dat neem ik je niet kwalijk. En dank je wel.'
'Chione, je moeder heeft ons marshmallows gegeven om boven het vuur te roosteren,' klinkt Joey.
Even iets uitproberen, kun je me nu ook horen? wil ik weten. Ja hoor. Mana verdwijnt dan voor mij. Dus ook op deze manier kunnen we praten, zonder dat je vrienden het weten. Dank je, probeer me niet te laten schrikken, alsjeblieft, en laat me slapen, als ik in bed lig, geef ik aan. Ik zal mijn best doen. 'Ik kom er aan.' Ik wacht nog een moment. We zoeken dit wel uit, Mana. En hopelijk kun je dan snel terug naar je eigen man en kan ik mijn leven weer voor mijzelf hebben.
Zelfs bij het vuur is het stil dat ik het vuur kan horen knetteren. Mijn marshmallow is schijnbaar zacht genoeg en bijt ik erin. Dat is Yugi? klinkt Mana opeens. Je kent Yugi? Ja, hij is een van mijn vrienden. Samen met Téa, Tristan en Joey. Serenity had ook willen komen, maar kon niet, laat ik haar weten. Hoezo? Yugi lijkt enorm veel op mijn man. Nu nog meer dan anders. Hij is gegroeid.
'Wat is er?' Yugi kijkt naar mij.
'Ik moet er gewoon aan denken dat Téa verteld heeft dat je op de farao lijkt. Is de gelijkenis zo treffend?' wil ik weten.
Nu lacht Yugi. 'Ja, behoorlijk. Schijnbaar ben ik een soort reïncarnatie van hem. Er is een tijd geweest dat ik een ketting had, een puzzel hanger, en daar zat de ziel in van de farao. Het heeft even geduurd voordat ik dat echt door had.' Hij eet zijn marshmallow op. 'Maar de farao is er niet meer. Hij is in het hiernamaals bij zijn familie en vrienden.'
'Klopt,' knikt Téa. 'Met een duel en moest de farao het verliezen. We hebben het allemaal gezien.'
Wauw, dit zijn dingen die ik niet weet. 'Dat zal me dan een duel geweest zijn,' glimlach ik.
Tristan slikt zijn hap door. 'Dat was het zeker. De farao heeft alle drie de god kaarten gebruikt tegen Yugi.'
'Je bedoelt Obelisk, Slifer en Ra? Ik heb ze zelf nooit echt in actie gezien,' zucht ik.
Yugi lacht erom. 'De kaarten zijn er helaas niet meer, sorry.'
'Daar gaat mijn kans.' Ik prik in een marshmallow en houdt het bij het vuur.
Hoewel ik mijn rust heb gekregen, heb ik ook met Mana gepraat. Daardoor weet ik veel meer nu van haar, hoe gek ze is op haar man en dochter. Zelfs een zoon.
Seth is niet echt mijn zoon. Hij is van het weeshuis. Hij raakte gehecht aan Zahra en wilde niet meer weg. Waardoor ik en mijn man hem geadopteerd hebben. Slechts een paar mensen weten er van. Het volk denkt dat Seth echt zijn zoon is, dus niet door vertellen.
'Aan wie? In deze tijd, mijn tijd, bestaat hij niet meer,' mompel ik. We zijn weer in het paleis en deze keer gaan we nog dieper.
'Is het altijd zo koud als je verder omlaag gaat?' Téa trekt haar mouwen over haar handen.
'Ja, het is onder de grond meestal koeler. Het kan zelfs echt koud worden, onder het nulpunt,' vertel ik haar. We komen in een ruimte, waar wat pilaren in stukken op de grond ligt. 'Het lijkt veilig te zijn, maar wees alsnog voorzichtig.'
'Hey, dit lijkt wel op een deur die ik eerder gezien heb.' Joey kijkt ergens naar.
Wacht, het oog? Dat is het Oog van Wadjet. Sorry meid. Ik voel dat er iets veranderd. 'Mana,' zeg ik dan zacht en toch is het niet verstaanbaar voor de anderen. Wat doe je? Een andere deur is voorgoed gesloten maar deze dus niet. Ik wist dat er nog een andere deur was maar niet hier. Dit is mazzel hebben. Chione, dit is misschien de weg voor mij om terug te gaan. Het oog begint te gloeien, verspreidt een licht en vervolgens voel ik dat ik naar binnen word getrokken.
'Wat is dit?' Joey lijkt verblind te zijn.
'Chione?' Tristan grijpt mijn hand vast. 'Hou vast.'
Blijkbaar dat het licht niet alleen mij probeert te pakken, want Téa voelt hetzelfde en houdt ze zich vast aan Yugi.
Ik glimlach naar Tristan en laat dan zijn hand vast.
'Chione!' Hij kijkt geschrokken maar alsof hij zichzelf niet langer vast kan houden, komt hij achter mij aan.
Joey zie ik sneller komen. 'Verzetten heeft blijkbaar geen ziiiiin!' Hij vliegt min of meer mij voorbij.
Het licht slokt ons allemaal op en wordt het donker voor mijn ogen.
Reageer (1)
Nou hoe komt die stem daarineens? raar.
4 jaar geleden