1. Het paleis
'Hoe werkt dit eigenlijk? Hebben we allemaal een toorts nodig?' Klinkt Joey achter mij.
Zelf loop ik voorop en schud ik mijn hoofd. 'Pas als er geen licht meer is. Het team van mijn moeder heeft geprobeerd overal lampen neer te zetten. Het is net acht uur geweest en we hebben ongeveer twee uur zonlicht,' leg ik uit.
Téa komt naast mij lopen. 'Hoe oud is het paleis? Wat weet jij van Egypte of de geschiedenis?'
'Ik weet voldoende,' is mijn eerste reactie. 'Het paleis is erg oud. Millennia oud zelfs. Het schijnt terug te gaan naar het Oude Egypte en de farao, die hier woonde, regeerde over heel Egypte.'
'Wouw, kun je dat zo zien?' Yugi komt aan mijn andere kant lopen. Hij is zeker geïnteresseerd.
Ik knik. 'Ik heb mijn eerste tien jaar hier gewoond in Egypte. Het schrijven van hiëroglyfen gaat dan niet zo simpel meer maar het lezen ervan, heb ik nooit verleerd.' Ik kijk even achter mij.
Tristan, die achter ons loopt, is wel wat geïnteresseerd en gelukkig geen rare opmerkingen. Hij heeft zelfs zijn handen in zijn broekzakken gestoken en geeft zijn ogen de kost. 'Best indrukwekkend dat je hiëroglyfen kan lezen.'
'Dit zijn duidelijk de bovenste lagen van het paleis, dus dit zijn de slaapkamers van lang geleden? Lijkt me niet echt bepaald warm.' Joey lacht om zijn eigen opmerking.
'Dat is waar, er was toen nog geen elektriciteit,' beaamd Tristan. 'Maar overdag is het warm genoeg dat ze de koele avonden verwelkomen.'
Waar ik om glimlach. 'Klopt, er waren wel dekens op de bedden. Degene die geld hebben, hebben dekens van betere kwaliteit en dikker. Het beste van het beste, is altijd voor de farao bedoeld.' Ik ervaar een gevoel alsof alles bekend aanvoelt. Alsof ik weet waar ik heen ga. Waar de kamers voor bedoelt zijn. 'Ga niet te ver. Als er geen lichten staan, is het een ruimte die hun nog niet gevonden hebben. Probeer niet te verdwalen.' Dit is juist wat ik al een tijdje wil. Even zelf op ontdekking gaan. Dat is, totdat ik de gang door ga en een andere kamer bereik. Voor een kort moment, verstijf ik op mijn plek en daarna veranderd alles voor mijn ogen. De muren versiert met rijk bewerkte kleden. Net als vloerkleden rond het bed, wat een hemelbed lijkt te zijn met gordijnen aan de spijlen bevestigd. Transpirant en vast tegen de insecten. Warme dekens op het bed met genoeg kussens. Toortsen in de hoeken, een paar tafels waar kaarsen op staan. Met een tevreden zucht, ga ik door de opening naar het balkon. Het uitzicht is adembenemend. Voor een deel over de stad, waar sommige toortsen al branden. De kinderen gaan naar binnen. Verderop kan ik iets blauws zien. Een glimp van de Nijl. Het volgende moment, voel ik een paar armen om mij heen.
'Gaat het wel met je, liefste?' De stem is aangenaam, vriendelijk en bijna teder.
Ik voel dan de handen op mijn buik en zijn sterke armen. Armen waar ik mij veilig voel. Alsof ik thuis ben. Glimlachend leun ik in zijn armen tegen hem aan en geniet ervan. Dat is tot ik omlaag kijk. Een witte jurk die tot boven mijn knieën hangt en met een gouden band om mijn heup, gouden banden om mijn bovenarmen. Mijn blik gaat naar de gouden ring om mijn vinger. Vervolgens lager naar de paar armen. Zon gebruind, dezelfde gouden banden om zijn polsen. Ik knik.
'Doe je het rustig aan? Ik weet dat je vaak in het ziekenhuis helpt maar stop je op tijd. Nu kan het nog geen kwaad. Je zal dikker worden,' klinkt dezelfde stem weer. 'Beloof me dat je stopt als je buik in de weg gaat zitten? Weet dat het ons kind is, en hopelijk kan ik hem over een aantal maanden zelf vast houden. Kom mee naar bed. Morgen is het weer een lange dag.'
'Chione?'
Alsof ik uit een trance kom, kijk ik geschrokken en verward naar Téa. 'Wat is er?'
'Wat is er,' herhaalt ze mijn woorden. 'Je reageert zeker tien minuten niet. Het is alsof je in een trance was. Gaat het wel?' De zorgen staan in haar ogen.
Langzaam knik ik. 'Ja, ik denk van wel.' Dat was vreemd. Alsof ik alles voor mij kon zien. De slaapkamer zoals hij eruit hoort te zien, ingericht en half verlicht. Het is de man, die achter mij stond, die een indruk maakte. Zelfverzekerd, dominant en vooral liefhebbend. Heb ik iets van het verleden gezien? Hoe kan dat?
'Chione, weet je zeker dat het wel gaat?' Téa trekt mij met haar mee naar de gang.
Mijn blik gaat nog een laatste keer naar de slaapkamer. Daarna omlaag. De witte jurk die ik eerst kon zien, is weg en heb ik weer mijn eigen kleding aan. 'Ja, een beetje water en alles is weer normaal.'
Alles van vanmiddag lijkt vergeten te zijn en hangt er een normale en gezellige sfeer. Toch ben ik de visioen, niet volledig kwijt. Wie de man ook is, hij is zeker lief, beschermend en zelfverzekerd. Dan zijn stem. Het lijkt gewoon te passen bij hem. Ik zou willen dat ik hem echt kan ontmoeten.
'Is het echt de bedoeling dat we naar bed gaan?' Tristan is er niet blij mee. 'Ik zou best nog wat meer willen zien.'
Mijn moeder schudt haar hoofd. 'Niet alleen heb je nu lampen nodig, we zijn net een half jaar hier bezig dus niet het hele paleis is ontdekt. Vallen kun je over het hoofd zien...'
'En nu komen de dieren hier tot leven. Wat je eerder niet hebt gezien, zijn de insecten.' Ik glimlach naar mijn moeder, die het niet erg vindt dat ik haar onderbreek.
'Wat voor insecten?' wilt Téa weten.
'Sprinkhanen, schorpioenen, muizen en er zijn zelfs slangen. Vooral in een paleis of piramide, zijn er zeker dieren uitgezet als een val,' vertelt Hannah.
Téa's gezicht betrekt steeds meer. 'Moet ik daarom mijn kleding en schoenen goed controleren?'
'Ja,' grinnik ik. 'Stel je voor dat je er een spin in vindt. Maar zodra je je tent in gaat, controleer je alles zo goed mogelijk. Op die manier kun je alles insect vrij houden.'
'Oké, het is een lange dag geweest voor jullie. Zeker omdat jullie nog onder de twintig jaar zijn, stuur ik je naar bed. Geen uitzonderingen ook al is het vakantie.' Mijn moeder blijft bij haar standpunt. 'Weltrusten.'
Zonder er bij na te denken, geef ik haar een kus op haar wang. 'Weltrusten mam.' Ik ga naar mijn tent. 'Weltrusten, ik zie jullie morgenochtend weer. Het kan goed koud worden dus misschien wil je je broek aanhouden.' Ik weet dat het voor mij niet hoeft.
'Dank je voor de tip.' Joey verdwijnt in zijn tent, na een snelle inspectie. 'Geen insecten.'
Tristan glimlacht. 'Weltrusten.' Tegelijk heeft hij zijn broekspijpen nagekeken en knipoogt hij nog naar mij.
'Welterusten Chione.' Yugi is even snel in zijn tent.
Zelf kan ik in mijn tent zonder het te hoeven controleren. Dat hoeft ook niet als je de trucs kent, die ik weet. Vooral omdat ik mijn sokken én laarsjes over mijn broekspijp draag. Zo kan er niks in komen. Ik verruil mijn kleding voor een lange, beige T-shirt. Welke net tot mijn dijen komt. Daarna kruip ik in mijn warme slaapzak, die een ingebouwde kussen heeft. Dit heb ik gemist. Comfortabel op mijn zij, zak ik nog meer in de slaapzak. Net een veilige cocon. Nu voel ik mij ook aardig moe. Lange dag gehad en morgen vast weer.
******
Even voor de duidelijkheid, ja, ik gooi je er gewoon in in het verhaal.
Just enjoy.... als er vragen zijn, hoor ik het graag.
Reageer (1)
Ben benieuwd! Klinkt alvast leuk.
4 jaar geleden