Chapter 2 [ Year one ]
Samen met Eliza en Meghan loop ik het klaslokaal uit. 'Jij bent de enige die Gedaanteverwisselingen snapt,' zegt Meghan. Ik schud mijn hoofd. 'Het is niet zo moeilijk, als je het doorhebt.' Het is druk op de gangen, de laatste lessen zijn voorbij. Ik kijk naar buiten. Het is weer aan het regenen, natuurlijk. 'Nou, dan ben jij de uitverkorene. Ik heb soms het idee alsof Anderling Spaans tegen me praat. Zelfde effect. Hoe ik ooit een Ravenklauw heb kunnen worden...' Ik grinnik. 'Kom op. Je bent hartstikke slim. Jij bent veel beter in Toverdranken dan ik. Slakhoorn kan geen genoeg van je krijgen.' Meghan haalt haar schouders op. 'Dat zal best. Oh nee...' Ik kijk vooruit en zucht. Zo typisch. Het is Lucius met zijn "vrienden". Een groepje zielige jongetjes die het leuk vinden om andere het leven zuur te maken. Zonder reden. Mij en mijn vrienden laten ze met rust, omdat Lucius mij kent. Zo te zien hebben ze weer wat uitgehaald. 'Zag je net dat modderbloedje op haar bezem?' zegt een van zijn vriendjes. Korzel heet hij met zijn achternaam, als ik het goed heb. De andere lacht alleen dom. Ik weet niet eens hoe die heet. Als hij dat zelf al weet. Ik heb hem letterlijk nog nooit horen praten, en we zijn al over de helft van het jaar. Lucius ziet me. 'Oh, hey Espen,' zegt hij, even vriendelijk als altijd. 'Hoi Lucius. Waar komen jullie vandaan?' Ik zie het a;. Ze zijn zeiknat. Ze hebben net met Huffelpuf vliegles gehad. 'Zie je het niet? Madame Hoog zei dat regen geen uitzondering is. Vliegles is gewoon doorgegaan. Ik ben zeiknat.' Ik grinnik. 'Ik zie het. Wij gaan naar de grote zaal, eten. We zien je daar wel.' Zonder op antwoord te wachten, lopen we door. 'Het lijkt wel alsof hij je leuk vindt,' zegt Eliza. Ik haal mijn schouders op. 'Ik ken hem al heel lang. We zijn gewoon vrienden, meer niet.' 'Hij is wel altijd erg aardig tegen je,' antwoordt ze. 'Dat moet hij weten.' Meghan haalt haar schouders op. 'Ze ziet het niet, Eliza. En ze gaat het niet zien.' Ik kijk haar aan. 'Wat bedoel je?' vraag ik haar. 'In het begin van het jaar was hij niet zo aardig tegen je, en toen kende je hem ook al.' 'Ja, hij flirt de laatste tijd veel met je,' zegt Eliza. Ik schud mijn hoofd. 'Helemaal niet. Dat is gewoon hoe wij met elkaar omgaan. Dat is altijd al zo geweest...Denk ik.' Ik kijk naar de vloer. Is dat altijd al zo geweest? Doet hij inderdaad niet anders?
Ik lig in bed, te lezen. De laatste brief van moeder. Ik lees die altijd in bed. Ik vind dat zo vreemd in de eetzaal. Ik vouw hem dicht en ga liggen. Morgen hebben we alleen Bezweringen en Kruidenkunde. Kruidenkunde hebben we samen met Zwadderich. Ik werk altijd met Lucius samen. Meghan en Eliza kunnen er geen genoeg van krijgen. Volgens mij proberen ze ons te koppelen. Ik draai me op mijn zij. Lucius en ik zijn gewoon vrienden, meer niet. Als we dat nog zijn. Ik vind die types waar hij mee omgaat, niet echt al te fris. Ik heb erover geschreven naar mijn ouders. Zij zeggen dat ik me er niet druk om moet maken. Dat Lucius oud en wijs genoeg is om zelf de juiste keuzes te maken. Maar is hij dat wel? Ben ik dat wel? Ik zucht en rol weer op mijn rug. Waarom is dit zo vervelend? En wat wil Lucius nu eigenlijk van me? Ik ga het hem morgen gewoon vragen, tijdens Kruidenkunde. We moeten naar buiten, planten verzamelen. Dan is er sowieso een moment dat we met zijn tweeën zijn. Dan vraag ik het.
Er zijn nog geen reacties.