De mythe van Theseus en Ariadne
Enjoy!
Mythe van Theseus en Ariadne
Perspectief: Ariadne.
Bron: het verhaal van Simone Kramer.
Hij liep naar binnen in het paleis. Sterke armen, lange benen, bruine krullen. Mijn hart sloeg een slag over. Ik staarde vanuit mijn hoekje naar de vreemdeling die binnen kwam lopen. ‘Hallo? Is er iemand in dit paleis?’ Mijn vader, koning Minos van Kreta, kwam aanlopen. ‘Gegroet beste reiziger. Waar komt u vandaan?’ ‘Ik ben Theseus, de zoon van koning Aigeus van Athene. Ik ben hier om de Minotaurus te verslaan.’ Mijn vader sloeg zich lachend op zijn knieën. ‘Ha! De Minotaurus verslaan! Laat me niet lachen.’ ‘Toch wel, beste koning. Maar eerst wens ik een stevige maaltijd en een goed bed.’ ‘Natuurlijk’, stemde vader in, die een denkbeeldig traantje wegveegde van het lachen. ‘Ariadne, mijn dochter, kom maar tevoorschijn, ik weet dat je daar zit. Verlegen blozend kroop ik uit mijn hoekje en liep naar de twee toe terwijl ik mijn tuniek zenuwachtig gladstreek. Ik keek naar de grond. ‘H-hallo, ik ben Ariadne’, mompelde ik verlegen. Van dichtbij zag hij er nog beter uit. Hij lachte zijn witte tanden bloot. ‘Gegroet, schone dame, ik ben Theseus, de zoon van koning Aigeus van Athene.’ Ik bloosde. ‘Ariadne, mijn lief, wijs jij deze reiziger zijn kamer? En laat ook een maaltijd klaarmaken.’ ‘Ja vader.’, gehoorzaamde ik. Ik liep hem voor naar de kamer. Theseus wachtte in de opening van de troonzaal. ‘Mijn beste dame, ik ben gekomen met een schip met nog 13 kinderen en bemanning erop. Zouden die ook wat eten mogen krijgen?’ ‘Ik zal zorgen dat er genoeg brood en wijn naar het schip wordt gestuurd. Zal ik ook de voorraden in orde maken?’ ‘Dat zou hoogst galant zijn, vrouwe.’ Ik bloosde om zijn woorden. ‘Hier is uw kamer.’ Ik wees naar binnen. Er stond een groot hemelbed in de ruime kamer. ‘Dankuwel, mooie dame.’ Hij knipoogde. Ik bloosde nog dieper. ‘Ach kom, er is geen reden om zo te blozen, toch? U bent beeldschoon.’ Ik mompelde wat en maakte me uit de voeten, maar mijn pols werd vastgepakt. Met een zacht kreetje stond ik stil en draaide me om, naar de grond kijkend. ‘I-is alles in orde? Wat zou ik v-voor u kunnen doen?’ ‘Kijk me aan.’ Er kwamen gladde, getinte vingers onder mijn kin en mijn hoofd werd opgetild. Ik was nu gedwongen on in zijn bruine ogen te kijken. ‘Zou u voor mij nog een gunst willen doen?’ ‘Wat u maar wilt.’ Ik was betoverd door de vreemde reiziger, die bij de naam Theseus ging. ‘Help me, help me alsjeblieft met mijn queeste. Ik wil de Minotaurus verslaan. Heb jij enig idee hoe ik dat aan moet pakken?’ Ik aarzelde even, maar zei toen: ‘Op een voorwaarde. Je neemt me mee, weg van dit eiland en je trouwt met me.’ Hij knikte. ‘Afgesproken.’ ‘Ontmoet mij bij de haven, als de klok elf slaat, ik zal u dan van de nodige spullen voorzien.’ Hij knikte weer. ‘Als de klok elf slaat, tot dan, vrouwe.’
Het was bijna elf uur. Ik sloop mijn kamer uit met een zak met spullen over mijn rug. Ik had een zwarte mantel aangetrokken om minder op te vallen. Voorzichtig liep ik naar de kade. Er stond al een schim te wachten. Toen ik bij de schim aankwam draaide die zich geschrokken om toen hij mijn voetstappen hoorde, maar ontspande toen hij mij zag. ‘Volg mij, vrouwe,’ fluisterde hij. We liepen langs de steiger, over de loopplank, naar het schip. Ik zette de zak zacht neer op het verweerde hout en maakte hem open. Als eerste haalde ik er een lang, glanzend zwaard uit, gesmeed door de beste ijzersmeden in het land. ‘Dit zwaard kunt u gebruiken om de Minotaurus mee neer te steken. Het is gemaakt door de beste ijzersmeden in het land en zal u goed beschermen.’ Als tweede haalde ik een spoel draad uit de tas. ‘Knoop dit draad aan de deur, voordat u afdaalt in het labyrint. Als u uw queeste heeft voltooid kunt u via dit draad weer de uitgang vinden.’ Als laatste haalde ik een licht harnas uit de tas. ‘Dit harnas is gemaakt door Athene. Geen enkel zwaard kan erdoorheen dringen.’ Ik gaf alle spullen aan Theseus. Hij pakte ze aan en hield mijn handen vast. ‘Ik weet niet hoe ik u zou kunnen bedanken, vrouwe.’ Ik haalde diep adem en zei: ‘U kunt me bedanken door u aan uw belofte te houden.’ Hij knikte. Ik ging door. ‘Ik heb altijd al van dit eiland af gewild, mijn toekomst is niet op dit eiland. U bent mijn weg hiervandaan.’ Hij boog. ‘Tot ziens, vrouwe.’ Ik gaf ook een kleine buiging en liep toen weg, biddend dat alles goed zou gaan. Die nacht kon ik nauwelijks in slaap komen. Ik bleef maar woelen in mijn bed. Pas tegen het ochtendlicht viel ik langzaam in een onrustige slaap.
Het zonlicht kroop door de gordijnen. Ik kreunde en draaide me nog een keer om. Er werd op mijn deur geklopt. ‘Mevrouw? Ik ben gestuurd om u te helpen met wassen en aankleden,’ klonk er door de deur. Ik mompelde wat en zei: ‘Kom binnen.’ Ik ging langzaam rechtop zitten en veegde mijn haar uit mijn gezicht. Het dienstmeisje kwam binnen met een waskom en een kruik warm water. Ze zette de spullen op het kastje. Ze haalde een paar zachte, witte handdoeken uit de lade en legde ze ernaast. Na het wassen en aankleden at ik op mijn kamer.
________ UNEDITED
Het was een beetje een abrupt einde, maar ik had geen tijd meer om het af te maken. Misschien doe ik dat leter nog wel eens, waarschijnlijk niet
Er zijn nog geen reacties.